Hoe vaak komt u op controle?

U komt tijdens het eerste jaar 4 keer voor controle naar de polikliniek. In het tweede jaar komt u 3 keer op controle. 

Tijdens de controlebezoeken krijgt u een algemeen lichamelijk en inwendig onderzoek. Er wordt alleen bloed geprikt of verder onderzoek verricht als daarvoor een aanleiding is. 

Uitstrijkje na radicale trachelectomie

Heeft u een radicale trachelectomie gehad, dan maakt de arts bij elk controlebezoek een uitstrijkje. Dat is nodig omdat er nog een rest baarmoederhals is.

Controle na rediotherapie

Heeft u radiotherapie gehad, dan komt u afwisselend bij de gynaecoloog en bij de radiotherapeut. Uiteraard kunt u altijd tussendoor contact opnemen met de casemanager en/of behandelend arts

Diagnosefase
Diagnose-onderzoek
Extra onderzoek
Behandelfase
Uw arts bespreekt met u welke behandeling voor u de juiste is.
Behandelopties
Controlefase
Na de behandeling blijft u onder controle.
Controle

Diagnosefase

Diagnose-onderzoek


Het onderzoek

U heeft een afspraak met de gynaecoloog. Hij of zij stelt u enkele vragen. Daarna volgt een lichamelijk onderzoek. Ook maakt u kennis met de casemanager. Om het stadium en het type tumor vast te stellen is vaak extra onderzoek nodig.

lees meer

Het onderzoek

Afspraak met de gynaecoloog

U heeft een afspraak met de gynaecoloog op de polikliniek. Hij of zij stelt vragen over uw algehele gezondheid, bijzonderheden in uw familie, medicijnengebruik en eventuele eerdere zwangerschappen en bevallingen. 

Er volgt een lichamelijk onderzoek naar eventuele voelbare afwijkingen.

U krijgt eerst de gelegenheid u uit te kleden. Uw bovenkleding en eventueel uw sokken kunt u gewoon aanhouden. Zorg dat u geplast heeft voor het onderzoek, dan verloopt het onderzoek makkelijker. 

Daarna volgen vaak nog aanvullende onderzoeken om het stadium en het type tumor vast te stellen. Welke onderzoeken de arts uitvoert, is afhankelijk van uw situatie.

Afspraak met de casemanager

Bij uw eerste afspraak op de Polikliniek Gynaecologische Oncologie maakt u kennis met een casemanager. Dit is een gespecialiseerd verpleegkundige die u informatie en ondersteuning geeft en uw vaste contactpersoon wordt tijdens uw behandeltraject. U hoort op de polikliniek hoe u de casemanagers kunt bereiken en wat u van hen kunt verwachten.


Inwendig gynaecologisch onderzoek

Inwendig gynaecologisch onderzoek is een onderzoek van de vagina en de baarmoedermond. De gynaecoloog gebruikt een eendenbek (speculum) om uw vagina en baarmoedermond nauwkeurig te kunnen bekijken.

lees meer

Inwendig gynaecologisch onderzoek

U hoort van de gynaecoloog of we dit onderzoek bij u uitvoeren.

Over het onderzoek

Inwendig gynaecologisch onderzoek is een onderzoek van de vagina en de baarmoedermond. De gynaecoloog gebruikt een eendenbek (speculum) om uw vagina en baarmoedermond nauwkeurig te kunnen bekijken. Vervolgens brengt de gynaecoloog één of twee vingers in de vagina. De andere hand legt hij of zij op uw buik. Zo kan de gynaecoloog de ligging en de grootte van de organen in de buik inschatten. 

Door één vinger in uw vagina en één vinger in de endeldarm te brengen, kan de arts ook de omgeving van de baarmoeder onderzoeken.

Biopsie

Na het inbrengen van een eendenbek kan de arts bij afwijkingen van de baarmoederhals een stukje weefsel van de baarmoederhals weghalen. Weggenomen weefsel wordt opgestuurd naar de patholoog-anatoom die het onderzoekt op de aard van de afwijking. Er wordt onder andere gekeken of het om goedaardig of kwaadaardig weefsel gaat.


Colposcopie en lisexcisie

U hoort van de gynaecoloog of we dit onderzoek bij u uitvoeren. Een colposcopie is een onderzoek waarbij we uw baarmoedermond en schede onderzoeken. Dit onderzoek verrichten we als er afwijkende cellen zijn gevonden bij een uitstrijkje. Bij een lisexcisie haalt de arts het afwijkende weefsel weg.

lees meer

Extra onderzoek


Stadium van de tumor

Als bij de colposcopie en het weefselonderzoek blijkt dat er sprake is van baarmoederhalskanker, is het belangrijk om verder onderzoek te doen. Het stadium van de kanker wordt met één of meerdere onderzoeken vastgesteld.

lees meer

Stadium van de tumor

Als bij de colposcopie en het weefselonderzoek blijkt dat er sprake is van baarmoederhalskanker, is het belangrijk om verder onderzoek te doen. Het stadium van de kanker wordt met  één of meerdere onderzoeken vastgesteld, bijvoorbeeld:

  • MRI-scan van de buik: een onderzoek naar ingroei van de tumor in andere organen (vagina, ophangbanden van de baarmoeder, blaas of darm) en naar uitzaaiingen.
  • Inwendig onderzoek onder narcose. Hierbij kijken de gynaecoloog en de radiotherapeut nog eens goed naar de grootte van de tumor. Ook voelen ze om te bepalen of de tumor doorgroeit in het steunweefsel van de baarmoeder. Soms plaatst de radioloog markeringspuntjes. Dit wordt gedaan als tijdens het onderzoek wordt ingeschat dat behandeling met bestraling nodig is.  
  • PET-CT-scan: Een PET-CT scan is een gecombineerd onderzoek. PET staat voor Positron Emissie Tomografie. Voor de PET-scan wordt een radioactieve stof gebruikt, welke via een infuus wordt toegediend. CT staat voor Computer Tomografie. De CT-scan kan gedetailleerd de vorm van organen, weefsels en structuren in beeld brengen. Voor de CT-scan wordt röntgenstraling gebruikt.

Onderzoek MRI van de baarmoeder

Met een MRI scan kunnen met behulp van radiogolven eventuele afwijkingen in de baarmoeder zichtbaar worden gemaakt. lees meer

Onderzoek Inwendig onderzoek onder anesthesie

Tijdens dit onderzoek stellen we zowel de plaats als het stadium van het gezwel vast. Minimaal 3 specialisten voeren het onderzoek uit: een gynaecologische oncoloog, een radiotherapeut en een assistent gynaecoloog. lees meer

Onderzoek PET-CT-scan met fluor-18-FDG

Een PET-CT-scan is een gecombineerd onderzoek. We maken zowel een PET- als een CT-scan. lees meer

Behandelfase

Uw arts bespreekt met u welke behandeling voor u de juiste is.

Behandelopties


Over de behandeling

Welke behandeling voor u het meest geschikt is, hangt af van de grootte en plaats van de tumor en of u een kinderwens heeft. De arts bepaalt in overleg met u welke behandeling(en) u krijgt en in welke volgorde. De behandeling kan gericht zijn op genezing of op het remmen van de ziekte.

Behandeling Conisatie

Een conisatie is een van de mogelijke behandelingen bij een voorstadium van baarmoederhalskanker of baarmoederhalskanker in een vroeg stadium. De gynaecoloog verwijdert met een mesje een kegelvormig stukje van de baarmoedermond.

lees meer

Behandeling Radicale vaginale trachelectomie

Een radicale vaginale trachelectomie is een operatie waarbij we de baarmoederhals en het steunweefsel daaromheen verwijderen. Daarnaast verwijderen we de lymfeklieren in het bekken via een kijkoperatie. lees meer

Behandeling Wertheim-Meigsoperatie

De Wertheim-Meigs operatie is de standaard operatie bij baarmoederhalskanker, waarbij de baarmoeder inclusief baarmoedermond, steunweefsels en bovenste deel van de vagina verwijderd worden. lees meer

Behandeling Bestraling na operatie voor baarmoederhals­kanker

Met een aanvullende bestraling (radiotherapie) na de operatie proberen we alle mogelijk achtergebleven kankercellen te vernietigen en daarbij zo veel mogelijk gezonde cellen te besparen.

lees meer

Behandeling Bestraling (met chemotherapie) bij baarmoeder­halskanker

Met bestraling (radiotherapie) proberen we zo veel mogelijk kankercellen te vernietigen en daarbij zo veel mogelijk gezonde cellen te besparen. Bij baarmoederhalskanker is bestraling de beste behandeling als de kanker in een gevorderd stadium is. lees meer

Controlefase

Na de behandeling blijft u onder controle.

Controle


Hoe vaak komt u op controle?

U komt tijdens het eerste jaar 4 keer voor controle naar de polikliniek. In het tweede jaar komt u 3 keer op controle. Tijdens de controlebezoeken krijgt u een algemeen lichamelijk en inwendig onderzoek. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet