Patiëntenzorg Onderzoeken Thoracoscopie bij kinderen

Wat is een thoracoscopie of thoracotomie?

Een thoracoscopie is een kijkoperatie waarbij we met een camera de borstholte vanbinnen bekijken. Een thoracotomie is een operatie aan de borstkas, waarbij de borstholte wordt geopend om bij het hart en/of de longen te komen. lees meer

Wat is een thoracoscopie of thoracotomie?

Thoracoscopie

Een thoracoscopie is een kijkoperatie waarbij we met een camera (thoracoscoop) de borstholte vanbinnen bekijken. Deze thoracoscoop bestaat uit een kleine camera in een buis met een doorsnede van 5mm. We brengen de camera tussen de ribben door in de borstholte van uw kind. Hiermee kunnen we de buitenkant van de longen en het gebied tussen de longen bekijken. Zonodig nemen we ook weefsel af voor onderzoek (een biopsie). Hierbij opereren we met speciale instrumenten in de borstholte zonder een grote snede (litteken) te maken.

Reden voor een thoracoscopie of een ingreep in de borstholte kunnen zijn:
  • Uw kind heeft een spontane klaplong.
  • Er moeten kleine, goedaardige gezwellen bij uw kind verwijderd worden.
  • Het is nodig om een diagnose te stellen bij uw kind, waarbij ook een longbiopsie wordt afgenomen.
  • Uw kind heeft last van een ontsteking.
  • Er is sprake van vocht- of bloedophoping in de ruimte tussen de borstkas en de longen (pleuraholte).

Thoracotomie

Een thoracotomie is een longoperatie, waarbij de borstholte wordt geopend om bij de longen te komen. De operatie wordt gedaan in de borstholte tussen de ribben door of via het borstbeen. Waar we precies moeten opereren, hangt af van welke aandoening uw kind heeft. Reden voor een thoracotomie bij uw kind kunnen zijn:
  • Er is een afwijking van het hart of de thoraxwand.
  • Er is een afwijking in het gebied tussen de longen of van de long zelf.
  • Er is een gezwel.
  • Er is een hardnekkig ontstekingsproces.
  • Er is een afwijking aan de slokdarm (bij pasgeborenen).

De ligging en functie van de longen

De rechter- en linkerlong bevinden zich in de borstkas (thorax), aan weerszijden van het hart. Het gebied tussen beide longen wordt het mediastinum genoemd. Hierin liggen het hart, de luchtpijp, de slokdarm, de zwezerik (thymusklier), bloedvaten (onder andere de grote lichaamsslagader), zenuwen, lymfeklieren en lymfevaten. De rechterlong bestaat uit 3 longkwabben, de linker uit 2 longkwabben. De long is omgeven door een longvlies. Dit longvlies bedekt de buitenzijde van de longen en de binnenzijde van de borstkas. De borstkas wordt gevormd door de ribben en het borstbeen.

In de ruimte tussen de borstkas en de longen is er een negatieve luchtdruk (vacuüm). Deze ruimte noemt men ook wel de pleuraholte. Dankzij deze onderdruk kunnen de longen de bewegingen van de borstkas volgen. Door het op en neer bewegen van de longen kunnen we in- en uitademen. De lucht die we via de neus of mond inademen, bereikt via de keelholte de luchtpijp (trachea). De luchtpijp splitst zich in 2 grote vertakkingen. Elke vertakking (bronchus) gaat naar een long en splitst zich in steeds kleinere vertakkingen. Deze monden uit in de miniscule longblaasjes.

De functie van de longen is het ademhalingsproces. Uit de ingeademde lucht wordt zuurstof in het lichaam opgenomen. Met de uitgeademde lucht verdwijnt koolzuurgas uit het lichaam.

Contact Amalia kinderziekenhuis

Polikliniek
(024) 361 44 15

Verpleegafdeling
(024) 361 38 80
contactformulier

De operatie

De operatie vindt plaats onder algehele verdoving (narcose). Aan het eind van de ingreep plaatst de arts soms een of twee slangetjes (drains) in de borstkas om lucht, wondvocht en bloed af te zuigen. lees meer

De operatie

De operatie vindt plaats onder algehele verdoving (narcose). Aan het eind van de ingreep plaatst de arts soms een of twee slangetjes (drains) in de borstkas. Aan deze slangetjes wordt een afzuigsysteem bevestigd dat lucht, wondvocht en bloed uit de pleuraholte afzuigt. Dit zorgt ervoor dat de long zich zo goed mogelijk ontplooit. Als er via de drain geen lucht of vocht meer afvloeit, maken we ter controle een röntgenfoto. Als deze goed is, verwijderen we de drain. Dit is meestal na ongeveer 1 tot enkele dagen.
 
Omdat uw kind na de operatie tijdelijk niet of onvoldoende kan eten en/of drinken, krijgt hij of zij  een infuus om de vocht- en zouthuishouding op peil te houden. Eventueel geven we via dit infuus ook pijnmedicatie. De pijnmedicatie kunnen we ook geven via een klein slangetje in de rug.
 
Na de operatie wordt uw kind een aantal dagen intensief bewaakt: in veel gevallen wordt uw kind voor de eerste 24 uren na de operatie op de kinder-IC opgenomen. We sluiten uw kind aan op een monitor dat de bloeddruk, hartslag, ademhaling en zuurstofverzadiging van het bloed (saturatie) meet. Aan de hand van deze metingen bepaalt de arts of uw kind tijdelijk extra zuurstof, vocht en/of medicijnen krijgt.

Voor de operatie

Uw kind wordt één dag voor de operatie opgenomen op de verpleegafdeling. Een verpleegkundige vertelt wat u en uw kind kunnen verwachten. Op de opnamedag wordt bloed bij uw kind afgenomen. lees meer

Voor de operatie

Uw kind wordt één dag voor de operatie opgenomen op de verpleegafdeling. Een verpleegkundige vertelt wat u en uw kind kunnen verwachten. Daarnaast bereidt een pedagogisch medewerker uw kind voor op de operatie. Verder bespreekt de slaapdokter (anesthesioloog)  met u of u aanwezig kunt zijn bij het in slaap brengen van uw kind vóór het begin van de operatie.

Voor de operatie komt ook de chirurg en/of de arts-assistent nog langs om met u te  spreken. Soms zijn extra onderzoeken nodig, bijvoorbeeld röntgenonderzoek van de thorax. Op de opnamedag wordt bloed bij uw kind afgenomen. De fysiotherapeut neemt contact met u en uw kind op om het goed doorademen en ophoesten voor na de operatie te oefenen.

Naar de verpleegafdeling

Ingang: Hoofdingang
Gebouw: F
Verdieping: 2
Route: 807 en 808

bekijk route

Naar de verpleegafdeling

Bezoekadres

Verpleegafdeling Amalia kinderziekenhuis
Radboudumc hoofdingang
Geert Grooteplein Zuid 10
6525 GA Nijmegen

Parkeren

Het Amalia kinderziekenhuis is via meerdere ingangen bereikbaar. Bij Ingang Midden zijn 2 parkeerplaatsen voor langere invalidevoertuigen. Als uw kind meerdere dagen wordt opgenomen kan het voordeliger zijn om een parkeerkaart voor een week of maand te kopen. 

Looproute

Volg route 801 naar de centrale balie van de verpleegafdeling. Hier wordt u verwezen naar verpleegafdeling F2a (route 807) of F2b (route 808). 

Routebeschrijving

Reis naar Geert Grooteplein Zuid 10
Ga naar binnen bij: Hoofdingang
Ga naar Gebouw F, Verdieping 2 en volg route 807 en 808 (Verpleegafdeling Amalia kinderziekenhuis)

Behandeling Anesthesie bij kinderen

Als uw kind een behandeling of onderzoek onder anesthesie krijgt is het belangrijk om hem/haar goed voor te bereiden.

lees meer

Na de operatie

Als alles goed gaat kan uw kind na een thoracoscopie na 1 tot 5 dagen weer naar huis. Bij een thoracotomie is de opnameduur 5 tot 10 dagen. Uw kind kan weer naar school wanneer hij of zij dit aangeeft. Zoals bij iedere operatie zijn er complicaties mogelijk. lees meer

Na de operatie

Als alles goed gaat kan uw kind na een thoracoscopie na 1 tot 5 dagen weer naar huis. Bij een thoracotomie is de opnameduur 5 tot 10 dagen. Uw kind mag naar huis als de wond goed geneest, er geen lekkage is na het verwijderen van de drain(s) en uw kind geen koorts heeft of benauwd is.

Uw kind kan weer naar school wanneer hij of zij dit aangeeft. Hij of zij mag gewoon douchen en vanaf 5 dagen na operatie mag uw kind ook weer in bad. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor de poliklinische controle. Deze vindt 1 tot 3 weken na ontslag plaats.

Mogelijke complicaties

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo bestaat ook bij deze ingrepen kans op vaak voorkomende complicaties, zoals een nabloeding, wond-  of  longontsteking. Daarnaast zijn de volgende complicaties mogelijk:
  • Omdat bij hart- of mediastinumoperaties zeer grote slagaders en aders betrokken zijn, is er een grotere kans op een bloeding.
  • Na een longoperatie is er soms sprake van luchtlekkage. Het lichaam herstelt dit zelf in de loop van enkele dagen en tot die tijd wordt de lucht via de drains afgevoerd. Een enkele keer houdt deze luchtlekkage meer dan een week aan. Dit is een vervelende complicatie.
  • Bij het verwijderen van een gezwel uit een zenuwstreng, kan soms het syndroom van Horner ontstaan. Verschijnselen hiervan zijn: een vernauwing van de oogpupil en het hangen van het bovenooglid aan de geopereerde kant. Het herstel hiervan is wisselend.
  • Als gevolg van een zenuwbeschadiging kan in zeldzame gevallen een blijvende heesheid of een verlamming van het middenrif optreden.
  • Na de operatie kan een deel van de luchtweg door een slijmprop verstopt raken (atelectase). Het kan zijn dat uw kind dan een intensieve behandeling door de fysiotherapeut  nodig heeft.

Amalia kinder­ziekenhuis

Het Amalia kinderziekenhuis is onderdeel van het Radboudumc. Jaarlijks behandelen wij ongeveer 25.000 kinderen tussen 0 en 18 jaar.

lees meer

Informatie voor kinderen

Ga jij naar het ziekenhuis? Hier vind je informatie en filmpjes.

lees meer

Opname op de verpleegafdeling

Als uw kind wordt opgenomen in ons kinderziekenhuis betekent dat dat uw kind één of meer nachten blijft slapen op een van onze verpleegafdelingen. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet