Behandeling TUR-T

Na de operatie

Na de operatie

• Uitslaapkamer (verkoeverafdeling). U wordt naar de uitslaapkamer gebracht en keert terug naar de verpleegafdeling zodra u wakker bent.
• Blaaskatheter. Na de operatie wordt een katheter geplaatst om urine af te voeren. Deze blijft meestal een dag zitten en wordt verwijderd zodra de urine helder is. Als u hierna goed uitplast en er niet teveel urine in uw blaas achterblijft kunt u naar huis.
• Blaasspoeling. Bij niet-spierinvasieve tumoren kan op de verpleegafdeling een blaasspoeling met cytostatica (is chemotherapie) plaatsvinden. Dit vermindert de kans op terugkeer van de tumor. 

Herstel

• Plassen. Het plassen kan branderig aanvoelen. Dit kan tot twee weken duren, maar moet geleidelijk afnemen. Veel drinken (2 liter per dag) helpt om het ongemak te verminderen.
• Bijwerkingen. Mogelijke bijwerkingen zijn bloed in de urine, bloedstolsels, of een urineweginfectie (soms met koorts). Neem contact op met het ziekenhuis als:
  • uw urine erg rood blijft ondanks veel drinken; 
  • bloedstolsels het plassen bemoeilijken;
  • de pijn erger wordt en niet vermindert met paracetamol; 
  • u koorts heeft (temperatuur boven 38,5).

Nazorg

• Drink 2 tot 2,5 liter water per dag totdat u voor controle gaat.
• Bouw uw dagelijkse activiteiten rustig op en neem voldoende rust.
• U kunt weer gaan werken zodra u zich daar goed genoeg voor voelt.

Controle en verdere behandeling

Tijdens de eerste controle bespreekt de uroloog de uitslag van het weefselonderzoek. Afhankelijk van de bevindingen kan het vervolg bestaan uit:

• Blaasspoelingen. Om het risico op terugkeer van tumoren te verkleinen. Soms heeft u elke week of maand blaasspoelingen nodig.
• Herhalingsoperatie. Soms is een nieuwe TUR-T-operatie nodig.

Het behandelplan wordt volledig afgestemd op uw persoonlijke situatie en het type blaaskanker.