Behandeling TUR-T

Verloop van de operatie

De oncologisch uroloog haalt via uw plasbuis (urethra) tumorweefsel uit de blaas weg. De TUR-T vindt, in overleg met de anesthesist, plaats onder algehele narcose of lokale verdoving (ruggenprik).

Soms wordt, kort vóór de operatie, de blaas gespoeld. Deze blaasspoeling zorgt ervoor dat het tumorweefsel en oppervlakkige tumoren beter zichtbaar worden. Bij de ingreep zelf gaat de oncologisch uroloog met een endoscoop, een instrument in de vorm van een starre holle buis, via de plasbuis naar de blaas. Door middel van een elektrische stroom die door een lusje aan het einde van de endoscoop loopt, kan de  tumor worden verwijderd voor nader onderzoek.

Na de operatie

Na de operatie brengen we u naar de uitslaapkamer (verkoeverafdeling). Op het moment dat u weer goed wakker bent, mag u terug naar de verpleegafdeling. U heeft een infuus voor het toedienen van vocht en medicatie en een blaaskatheter waardoor de urine vanzelf afloopt in een urinezak.

Meestal blijft de blaaskatheter zitten tot de dag na de operatie. Als de kleur van uw urine helder genoeg is verwijderen we de blaaskatheter. Als u hierna goed uitplast en er niet teveel urine in uw blaas achterblijft kunt u naar huis. Bij niet-spierinvasieve tumoren kan het zijn dat na de TUR-T op de verpleegafdeling nog een blaasspoeling gegeven wordt. Blaastumoren kunnen gemakkelijk weer terugkeren. Een blaasspoeling met cytostatica (anti-tumor medicijnen) vermindert de kans op terugkeer van de blaastumoren. Deze spoeling wordt gegeven zodra de urine helder is.
 
U moet er rekening mee houden dat het plassen de eerste keren een branderig gevoel in de plasbuis kan geven. Dit kan tot 2 weken aanhouden, maar moet wel steeds minder worden. Om de pijn te verminderen kunt u de eerste tijd veel drinken (2 liter per dag). Dit zorgt ervoor dat de urine minder geconcentreerd is, waardoor het plassen minder pijnlijk is.
 
In sommige gevallen treedt na de operatie een blaasbloeding op. Hierbij kunt u bloed verliezen. Ook bestaat de kans dat er een bloedstolsel ontstaat. Er kan ook een urineweginfectie optreden. Deze gaat soms gepaard met koorts. In deze gevallen is het raadzaam contact op te nemen met het ziekenhuis.

Nazorg

Drink als u weer thuis bent ongeveer 2 tot 2,5 liter per dag. Doe dit totdat u voor het eerst op controle komt. U mag de eerste week steeds iets meer doen. Luister naar uw lichaam en neem op tijd rust. Als u denkt dat het kan, mag u weer gaan werken.

Problemen

Neem contact op met het ziekenhuis als vóór uw eerste controle:

• uw urine erg rood van kleur is en dit met veel drinken niet weg gaat
• bloedstolsels bij de urine komen en het lastig is om die uit te plassen
• de pijn erger wordt en paracetamol niet helpt

Tijdens de eerste controle krijgt u de uitslag van het weefselonderzoek

Verder behandelen

De oncologisch uroloog bespreekt met u welke verdere behandelingen of controles u krijgt. Dat kan één of meerdere blaasspoelingen zijn of u krijgt medicijnen. De medicijnen zorgen ervoor dat de blaastumoren (of poliepen) niet of minder vaak terugkomen. Soms heeft u elke week of maand blaasspoelingen nodig. Soms krijgt u een herhaling van de TUR-T-operatie.