De operatie
Meestal bestaat de behandeling van schaamlipkanker uit een operatie. Er zijn 3 verschillende operaties.
-
Bij een ruim lokale excisie verwijderen we de tumor met een stukje gezonde huid eromheen,
lees meer
Tumor verwijderen
Bij een ruim lokale excisie verwijderen we de tumor met een stukje gezonde huid eromheen, zodat we zeker zijn dat de tumor helemaal is verwijderd. Deze operatie kiezen we als de tumor kleiner is dan 4 centimeter, op één plek zit en zeer oppervlakkig in de huid aanwezig is.
-
Deze ingreep vindt meestal plaats wanneer de tumor iets dieper in de huid zit, maar kleiner is dan 4 centimeter en op één plek zit.
lees meer
Tumor en poortwachtersklieren verwijderen
Deze ingreep vindt meestal plaats wanneer de tumor iets dieper in de huid zit, maar kleiner is dan 4 centimeter en op één plek zit. Daarnaast is het belangrijk dat er op de echografie van de liezen geen afwijkende liesklieren worden gezien.
Tijdens de operatie verwijderen we de tumor met een stukje gezonde huid eromheen. Ook verwijderen we de poortwachtersklieren (in het Engels: sentinel nodes) in een of beide liezen. De poortwachtersklieren zijn de eerste lymfeklieren waar uitzaaiingen kunnen komen. Als de poortwachtersklieren geen tumor bevatten is de kans heel klein dat in de andere lymfeklieren wel kankercellen zitten. De andere lymfeklieren hoeven dan niet verwijderd te worden. Dit maakt de ingreep een stuk korter met minder complicaties direct na de operatie, maar ook op de lange termijn. Zo is er bijvoorbeeld veel minder kans op het ontwikkelen van dikkere benen (lymfoedeem).
Opsporen poortwachtersklier
Het opsporen van de poortwachtersklier(en) gebeurt vaak op de dag van de operatie. Op de afdeling Nucleaire Geneeskunde (onderdeel van afdeling Radiologie) wordt een klein beetje radio-actieve vloeistof rond de tumor ingespoten. Vervolgens maken we speciale foto’s om te zien hoe de vloeistof zich verspreidt. Deze vloeistof wordt door de lymfevaten opgenomen en komt in de eerste lymfeklier terecht; de poortwachtersklier. Daar blijft de vloeistof een tijdje zitten. Met speciale apparaten kunnen we de poortwachtersklier opsporen. Op de plek van de poortwachtersklier zetten we een kruisje op de huid.
Blauwe vloeistof
Net voor de operatie spuiten we een blauwe vloeistof (Methyleenblauw) in. Die gaat ook naar de poortwachtersklier. U bent dan al onder narcose of u heeft een ruggenprik gehad. U merkt hier dus niets van. Door de blauwe vloeistof kan de gynaecoloog goed het verschil zien tussen de poortwachtersklier en de andere klieren.
De radio-actieve stof en het Methyleenblauw is niet gevaarlijk en gaan vanzelf uit uw lichaam. Door de blauwe vloeistof is uw urine na de operatie vaak nog wat blauw/groen van kleur.
-
Deze operatie doen we wanneer de tumor groter is dan 4 centimeter en/of wanneer de tumor op meerdere plekken zit.
lees meer
Tumor en lymfeklieren verwijderen
Deze operatie doen we wanneer de tumor groter is dan 4 centimeter en/of wanneer de tumor op meerdere plaatsen aanwezig is. Daarnaast adviseert de arts deze ingreep als uit de echo van de liezen (met punctie) blijkt dat u uitzaaiing(en) heeft naar uw lies. Afhankelijk van de plaats en uitgebreidheid van de tumor halen we de lymfeklieren aan 1 kant of aan beide kanten van uw liezen weg.
Tijdens de operatie wordt de tumor verwijderd met een stukje gezonde huid eromheen. Ook verwijderen we in één of beide liezen de lymfeklieren. Dit doen we via een snede van ongeveer 10 cm in uw lies. Tijdens de operatie laat de gynaecoloog een slangetje (drain) achter in één of beide liezen. Deze drain blijft minimaal 5 dagen zitten en zorgt er voor de afvoer van het vocht in uw wond. Vaak gaat u met deze drain naar huis. De drain verwijderen we als deze 2 dagen minder dan 30ml per 24 uur produceert. De thuiszorg of de huisarts kan dit doen.
Contact
Casemanagers gynaecologische oncologie
(024) 818 63 34
Dringende medische vragen in de avonduren of in het weekend
(024) 361 34 38
Voor de operatie
Voordat u wordt opgenomen heeft u eerst een gesprek met de anesthesioloog. Op de dag van de operatie mag u niets meer eten en drinken. De operatie vindt plaats onder narcose met een plaatselijke verdoving of met een ruggenprik.
lees meerVoor de operatie
Afspraak met de anesthesioloog
De operatie vindt plaats onder narcose met een plaatselijke verdoving of met een ruggenprik. Voordat u wordt opgenomen heeft u eerst een gesprek met de anesthesioloog. De anesthesioloog beoordeelt uw gezondheid. Ook hoort u welke medicijnen u wel en niet mag gebruiken in de dagen voor de operatie.
Opname op de verpleegafdeling
Op de dag van de operatie wordt u opgenomen op de verpleegafdeling. De precieze tijd en plaats waar u zich mag melden hoort u enkele dagen van te voren.
Eten en drinken
Op de dag van de operatie mag u vanaf 00.00 uur ’s nachts niet meer eten en drinken. Wel mag u tot 2 uur voor de operatie heldere drank drinken (zonder melk en suiker), zoals water of thee. Op de verpleegafdeling heeft u een opnamegesprek met de verpleegkundige.
Daarna gaat u naar de operatiekamer. Daar krijgt u een infuus en soms zijn er nog andere voorbereidingen nodig.
Na de operatie
Na de operatie blijft u één of enkele nachten op de verpleegafdeling. Van de verpleegkundige krijgt u leefregels en adviezen mee voor thuis.
lees meerNa de operatie
Na de operatie blijft u één of enkele nachten op de verpleegafdeling. Hoe lang dit is, hangt af van het soort operatie en uw herstel. Als u tijdens de operatie liesdrains heeft gekregen, is de kans groot dat u deze nog heeft als u naar huis gaat.
-
Na de operatie gaat u naar de verkoeverkamer (uitslaapkamer). Als u goed wakker bent, de controles goed zijn en u niet veel pijn heeft, gaat u weer terug naar de verpleegafdeling.
Na de operatie heeft u één of meerdere slangetjes in uw lichaam. Via het infuus in uw arm krijgt u vocht en soms ook medicijnen. Meestal mag u na de operatie weer eten en drinken. Dan is het infuus al snel niet meer nodig.
Waarschijnlijk zit er een slangetje in uw urinebuis (blaaskatheter). Deze blaaskatheter geeft het wondgebied even rust. Als er tijdens de operatie meerdere liesklieren zijn verwijderd, heeft u ook een slangetje (drain) in één of beide liezen. Deze drains voeren het wond- en lymfevocht af. Ze blijven minimaal 5 dagen zitten.
-
Van de verpleegkundige krijgt u leefregels en adviezen mee voor thuis. Zo weet u wat u wel en niet kunt doen, maar ook wanneer u contact moet opnemen.
Het belangrijkste advies is: luister goed naar uw lichaam. Uw lichaam geeft aan als iets niet gaat. U kunt al verschillende dingen doen, maar het is verstandig om tussendoor rust te nemen. Doe dus niet alles tegelijk achter elkaar. Als u pijn heeft of moe bent zijn dat meestal signalen die aangeven dat u teveel heeft gedaan. Luister goed naar deze signalen. De ene dag gaat het soms beter dan de andere dag. Voor de genezing na de operatie is het belangrijk om genoeg te eten en te drinken, volg daarom de eerste 6 weken na een operatie geen caloriearm dieet.
Huishouden
Doe de eerste 6 weken na de operatie geen werkzaamheden waarbij u rek- en strekbewegingen moet maken. Denk aan bedden opmaken, ramen zemen, was ophangen en stofzuigen. Als u moet bukken, buig dan door de knieën en houd uw rug gestrekt. Til de eerste 6 weken na de operatie niet meer dan ongeveer 8kg (zoals zware boodschappentassen, een stofzuiger of volle wasmand). Na 2 weken kunt u licht huishoudelijk werk doen. Als er geen lymfeklieren zijn verwijderd, kunt u soms al eerder iets in huis doen.
Beweging en sport
De eerste 6 weken mag u niet sporten. U mag geen buikspieroefeningen doen, fietsen of zwemmen. Wandelen mag wel. Houd er rekening mee dat u de afstand die u heen loopt ook nog terug moet lopen. Bouw de afstand langzaam aan op zodat u na 6 weken het sporten weer kan opbouwen. Twijfelt u of u een sport mag doen; overleg dit dan met uw arts. De eerste 4 weken mag u niet te veel traplopen. Probeer dan niet vaker dan 3 tot 5 keer trap te lopen.
Vervoer/autorijden
De eerste 4 weken na een operatie kunt u beter niet autorijden. U kunt zich minder goed concentreren en er kan druk op de wond komen. Kijk ook even naar uw autoverzekering na, zodat u zeker weet of u verzekerd bent als u na 4 weken weer gaat autorijden.
Werk
Als u een ruim lokale excisie met liesklierdissectie hebt gehad, kunt u (afhankelijk van het soort werk dat u doet) na ongeveer 4-6 weken weer aan het werk. Bij een kleinere ingreep waar bijvoorbeeld weinig weefsel is verwijderd en/of geen lymfeklieren zijn weggehaald, kunt u soms al eerder beginnen met werken. Begin vooral rustig, bijvoorbeeld enkele uren per dag en neem vaker pauze.
Heeft u zwaar lichamelijk werk, overleg dan met uw leidinggevende of u later of voor een beperkt aantal uren kan starten. Vaak is het fijn om weer het contact met collega’s te hebben.Baden en douchen
Als de wond nog niet volledig genezen en gesloten is, heeft douchen de voorkeur. Na ongeveer 6 weken mag u in bad. We adviseren u 1-2x per dag de wond onder de douche te spoelen. Doe dit met een zachte straal lauw water en dep daarna de huid droog. Douche niet langer dan 15 minuten om te voorkomen dat uw huid week wordt.
Als u naar de wc bent geweest adviseren we u de huid met water te spoelen. U kunt hiervoor het spoelflesje gebruiken dat u meegekregen heeft. Dep de vulva droog na het schoonspoelen. Als u een handdoek gebruikt, pak dan elke keer een schone handdoek. Baden of zwemmen in openbare gelegenheden, zoals het zwembad of de sauna raden we af in de eerste 6 weken.
Drain
Als u met een of meerdere wonddrains in uw liezen naar huis gaat, krijgt u van de verpleegkundige uitleg over hoe thuis wonddrains verzorgt.
Voorkomen trombose
Het is belangrijk om na de operatie in beweging te blijven. Zo voorkomt u trombose in uw benen. Tijdens de opname kreeg u iedere dag injecties (dalteparine) om trombose te voorkomen. Het is de bedoeling dat u hiermee doorgaat tot 4 weken na de operatie. De injecties krijgt u in uw bovenarm of bovenbeen. U of uw naaste leert van de verpleegkundige hoe dit moet, zodat u dit ook thuis kunt. Zo nodig komt de wijkverpleging u thuis de injecties geven.
Verwerking
Een operatie kan behalve lichamelijk zwaar ook emotioneel belastend zijn. Sommige patiënten vinden een litteken ontsierend of voelen zich verminkt. Anderen voelen zich aangetast in het ‘vrouw zijn’. Probeer deze gevoelens te verwoorden. U heeft een operatie ondergaan waarvan u ook geestelijk moet herstellen. Geef uzelf de tijd: zorg voor voldoende rust en ontspanning. Praat erover met uw eventuele partner en/of eventueel andere vertrouwde personen in uw omgeving. Zij kunnen u steunen. Eventueel kunt u dit ook bespreken met uw huisarts, behandelend arts of casemanager. Zij kunnen u ook adviseren als u behoefte heeft aan professionele ondersteuning.
-
Na de operatie kan het wondgebied gevoelig of pijnlijk zijn. Als het nodig is krijgt u een recept mee naar huis voor pijnstillers. Het verschilt per persoon hoe lang u pijnstillers nodig heeft. Stop niet direct met pijnstillers, maar bouw het af. Hieronder leest u hoe u dit doet. Als laatste bouwt u de paracetamol af. Heeft u vragen? Neem contact op met uw casemanager.
Medicijn
Afbouwen
Tijdstip inname
Eventueel: Oxycodon
Zo nodig, max 6x per dag 1 tablet
Minimaal 1 uur tussen inname.
BijAls u geen pijnditheeft, dit medicijn niet innemenDiclofenac 50 mg
3x per dag 1 tablet
7.00, 15.00 en 22.00 uur tot de pijn 1 dag ruim acceptabel is
Vervolgens over op
2x per dag 1 tablet
7.00 en 17.00 uur tot de pijn 1 dag ruim acceptabel is
Waarna over op
1x per dag 1 tablet
7.00 uur. Indien de pijn hiermee ruim acceptabel is, kunt u met de Diclofenac stoppen
Paracetamol 500mg
4x per dag 2 tabletten
7.00, 12.00, 17.00 en 22.00 uur beginnen met afbouwen na gestopt te zijn met Diclofenac en acceptabele pijn
Vervolgens over op
2x per dag 2 tabletten
7.00 en 17.00 uur tot de pijn 1 dag ruim acceptabel is. Daarna verder afbouwen
Waarna over op
1x per dag 2 tabletten
7.00 uur, waarna eventueel stop
Als u langer dan 5 dagen Diclofenac gebruikt, adviseren wij u daar 1x per dag een maagbeschermer bij te gebruiken (bijvoorbeeld: Pantoprazol of Omeprazol). Vraag uw apotheek zo nodig om advies. Medicatie die u voor andere klachten gebruikt kunt u voortzetten, tenzij de arts anders voorschrijft.
-
Zolang de wond nog niet helemaal is genezen en gesloten, wordt geslachtsgemeenschap ofwel penetratie sterk afgeraden. Wacht hier minimaal 6 weken mee. Als de wond volledig is genezen, kunt u voorzichtig proberen geslachtsgemeenschap (penetratie) te hebben. Andere vormen van intimiteit zoals bevrediging door aanraking (zonder penetratie) zijn eerder mogelijk dan 6 weken. Het is normaal als het langer duurt voordat u daar weer zin in heeft.
Doordat er in de schaamlipregio is geopereerd, kan het gevoel tijdens het vrijen veranderd zijn. Het gevoel kan minder zijn, maar het kan ook pijn doen of ongemakkelijk zijn. Luister daarom naar uw lichaam en neem rustig de tijd. Glijmiddel kan helpen. Op emotioneel vlak kan het langer duren voor u weer plezier beleeft aan vrijen. Praat hierover met uw eventuele partner. Als u vragen heeft of problemen ervaart, bespreek deze gerust met uw behandelend arts of casemanager.
Deze operatie heeft geen invloed op uw vrouwelijke hormonen en uw menstruatiecyclus.
-
Na een behandeling van de lymfeklieren in de lies, is er een kans dat er lymfoedeem ontstaat in de schaamstreek en/of onderste ledematen (voeten/benen). Het risico is onder andere afhankelijk van het aantal lymfeklieren dat is weggehaald of bestraald. Na het verwijderen/bestralen van alle lymfeklieren uit de liezen, krijgen veel vrouwen last van lymfoedeem. Daarnaast kunnen de schaamstreek en/of uw benen een beetje opzwellen.
Als u deze klachten meerdere keren heeft gehad, neem dan contact op met de casemanagers van de polikliniek gynaecologische oncologie. Zij kunnen u hierin adviseren. Er zijn een aantal risicofactoren die de kans op lymfoedeem vergroten, zoals overgewicht (BMI > 25) en te weinig beweging. Het is daarom belangrijk een gezond gewicht te hebben en genoeg te bewegen (beweeg minimaal 5x per week 30 minuten).
-
Neem contact op met uw casemanager als u last krijgt van:
- Herhaaldelijk temperatuurverhoging boven de 38.5 graden Celsius;
- Ernstige pijn in de liesregio en/of schaamlipregio
- Toenemende zwelling in de liesregio en/of schaamlipregio
- Rode en/of pussige wondjes;
- Pussige afscheiding;
- Toenemend vaginaal bloedverlies (meer dan een menstruatie);
- Een strak, zwaar of moe gevoel van de benen/voeten, en/of lichte zwelling van de schaamstreek.
De uitslag
Ongeveer 10 tot 14 dagen na de operatie krijgt u de uitslag van uw behandelend arts. Als blijkt dat de tumor niet helemaal weg is of als er uitzaaiingen zijn gevonden, dan kan een aanvullende behandeling nodig zijn.
lees meerMeer informatie
Schaamlipkanker (vulvakanker)
Schaamlipkanker is een kwaadaardig gezwel in het gebied van de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen. Het is een zeldzame vorm van kanker. De ziekte komt vooral voor bij vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 65 jaar.
lees meer