Wat is een borstreconstructie met prothesen?
Bij een borstreconstructie met prothesen maken we een nieuwe borst met een borstimplantaat. Er zijn verschillende manieren om de prothese te plaatsen. Soms is het mogelijk om de prothese al tijdens dezelfde operatie te plaatsen waarin de borst wordt verwijderd.
lees meerWat is een borstreconstructie met prothesen?
Bij borstreconstructie met prothesen wordt de borst hersteld met een borstimplantaat. Er zijn verschillende technieken om een borstprothese te plaatsen, afhankelijk van uw lichaamsbouw en huidkwaliteit.
- Directe protheseplaatsing
Bij deze techniek wordt de borstprothese tijdens dezelfde operatie geplaatst waarin het borstklierweefsel wordt verwijderd. De plastisch chirurg kan de prothese direct onder de huid of (gedeeltelijk) onder de grote borstspier plaatsten. Soms wordt een biologische mat gebruikt om de prothese extra te ondersteunen. De keuze waar de prothese precies geplaatst wordt hangt af van verschillende factoren, zoals uw lichaamsbouw en de kwaliteit van uw huid. - Tissue expander
Als er na een borstamputatie niet genoeg huid of borstspier aanwezig is, kan er een tissue expander worden geplaatst. Dit is een soort ballon die onder de huid en/of borstspier wordt ingebracht. De tissue expander wordt gedurende een aantal weken langzaam gevuld met een zoutoplossing om het weefsel op te rekken. Hierdoor ontstaat ruimte te maken voor een definitieve borstprothese. Tijdens een tweede operatie wordt de tissue expander vervangen door de definitieve borstprothese.
Stap voor stap naar een borstreconstructie
Voor een borstreconstructie heeft u veel afspraken in het ziekenhuis. Samen bespreken we stap voor stap wat u kunt verwachten, zodat u zich goed kunt voorbereiden.
lees meerOver de behandeling
Voor de operatie
Een borstreconstructie waarbij een tissue expander of een prothese wordt geplaatst gebeurt altijd onder algehele narcose. Na de operatie verblijft u doorgaans één nacht in het ziekenhuis, tenzij anders met u is besproken.
Tijdens de operatie
Tijdens de operatie plaatsen we de prothese direct onder de huid of (deels) onder de borstspier. Is er te weinig huid of spier? Dan plaatsen we een tissue expander, een tijdelijke ballon die ruimte maakt voor een borstprothese bij een tweede operatie.
lees meerTijdens de operatie
Tijdens de operatie plaatsen we de prothese direct onder de huid of (deels) onder de borstspier. Is er te weinig huid of spier? Dan plaatsen we een tissue expander, een tijdelijke ballon die ruimte maakt voor een borstprothese bij een tweede operatie.
-
Tijdens de operatie wordt de borstprothese geplaatst op de plek waar eerder het borstklierweefsel is verwijderd. De plastisch chirurg kan de prothese direct onder de huid of (gedeeltelijk) onder de grote borstspier plaatsen. Soms wordt een biologische mat gebruikt om de prothese extra te ondersteunen.
De keuze voor de plaatsing van de prothese hangt af van verschillende factoren, zoals uw lichaamsbouw en de kwaliteit van uw huid. De plastisch chirurg bespreekt deze mogelijkheden voorafgaand aan de operatie met u.
-
Als er na een borstamputatie niet genoeg huid of borstspier aanwezig is, plaatsen we tijdens de operatie een tissue expander. Dit is een soort ballon die onder de huid en/of borstspier wordt ingebracht en ruimte maakt voor een definitieve borstprothese.
Opvullen van de tissue expander
Ongeveer twee weken na de operatie begint u met het opvullen van de tissue expander. U krijgt hiervoor wekelijkse afspraken op de polikliniek. Tijdens deze afspraken wordt de expander gevuld met een zoutoplossing. Dit gebeurt met een kleine naald die door de huid gaat. Het opvullen duurt meestal maar een paar minuten.
Gemiddeld zijn vier tot acht afspraken nodig om de tissue expander naar het juiste formaat te brengen. Na een opvulsessie kunt u pijn of ongemak voelen, zoals spierpijn of een strak gevoel in de borst. Het kan helpen om de borst zachtjes te masseren met een crème of olie. Dit maakt het oprekken van de huid makkelijker.
Vervangingsoperatie
Als de tissue expander helemaal is opgevuld, wordt deze vervangen door een definitieve borstprothese. Deze operatie vindt plaats minstens drie maanden na de laatste opvulsessie. De operatie gebeurt meestal in dagbehandeling. Dit betekent dat u dezelfde dag nog naar huis kunt.
Na de operatie
Om goed te herstellen na de operatie is het belangrijk om de wond goed te verzorgen en in beweging te komen. Maar wees voorzichtig met armbewegingen.
lees meerNa de operatie
Wondverzorging
Na de operatie bedekken we de wonden met hechtpleisters. Deze pleisters laat u zitten tot de eerste wondcontrole op de polikliniek. U draagt de eerste 6 weken drukkleding om de wonden te ondersteunen en de genezing te bevorderen. We gebruiken zoveel mogelijk oplosbare hechtingen onder de huid. Als er toch nog hechtknoopjes boven uw huid uitsteken, worden deze verwijderd tijdens de eerste wondcontrole.
Pijn
U krijgt pijnmedicatie om uw pijn te verlichten. We controleren regelmatig of de medicatie goed werkt.
Wonddrain
Tijdens de operatie worden drains geplaatst in het gebied rond uw borst. Dit zijn slangetjes die wondvocht afvoeren. U kunt met één of meerdere drains naar huis gaan. U krijgt uitleg over hoe u de drains moet verzorgen en wanneer ze kunnen worden verwijderd. Dit gebeurt op de polikliniek. Zolang u een drain heeft, mag u niet douchen.
Herstel en activiteit
We adviseren om na de operatie uit bed te komen en rond te lopen. Hierdoor herstelt u sneller en heeft u minder last van complicaties. Na de operatie moet u voorzichtig zijn met armbewegingen.
Tissue expander
Als er bij u een tissue expander is geplaatst, is direct na de operatie uw borst nog niet op volledige grootte. Als u wil, kan de verpleegkundig specialist u een tijdelijke externe borstprothese aanmeten zodat uw borst toch van volledige grootte lijkt.
Controle
Twee weken na de operatie komt u naar de polikliniek voor een controle.
Risico’s en complicaties
Na een borstreconstructie met een prothese of tissue expander kunnen er soms problemen (complicaties) ontstaan. Hier vindt u een overzicht van dingen waar u op moet letten.
lees meerRisico’s en complicaties
Na een borstreconstructie met een prothese of tissue expander kunnen er soms problemen (complicaties) ontstaan. Hier vindt u een overzicht van dingen waar u op moet letten.
- Nabloeding
Een nabloeding treedt op wanneer een bloedvat dat tijdens de operatie is gesloten onverwacht weer open gaat. Dit kan leiden tot ophoping van bloed in de borst. Als er teveel bloed ophoopt, dan kan een extra operatie nodig zijn om het probleem te verhelpen. - Infectie
Bij een infectie kan uw borst rood, warm en pijnlijk aanvoelen. Ook kunt u koorts krijgen. Om een infectie te behandelen kunnen antibiotica worden voorgeschreven. In sommige gevallen kan het nodig zijn om de prothese tijdelijk te verwijderen om de infectie volledig te bestrijden. - Problemen met de doorbloeding (necrose) van de huid en/of tepel
De huid van de borst is dun en kwetsbaar. Door het litteken kan de doorbloeding van de huid en/of tepel verstoord raken. Hierdoor kan de huid afsterven. Dat heet necrose. In ernstige gevallen kan het nodig zijn om de prothese tijdelijk te verwijderen totdat de huid volledig is hersteld. - Complicaties met de prothese
Een borstprothese is een lichaamsvreemd voorwerp en brengt om die reden complicaties. Een overzicht van alle risico’s en complicaties rondom protheses wordt beschreven in de ‘chirurgische bijsluiter siliconen borstimplantaten’ (Chirurgische bijsluiter siliconen borst-implantaten - NVPC)
Leefregels na de operatie
Na de operatie moet uw lichaam herstellen. Het belangrijkste is om goed naar uw lichaam te luisteren.
lees meerLeefregels na de operatie
Na de operatie moet uw lichaam herstellen. Het belangrijkste is om goed naar uw lichaam te luisteren. Uw lichaam zal aangeven als iets niet goed gaat. In de eerste 4 tot 6 weken na de operatie is het belangrijk om het rustig aan te doen. Wissel activiteiten en rustmomenten af gedurende de dag. Het kan verstandig zijn om tijdelijk hulp in huis te regelen. Als u meer pijn heeft of sneller moe bent, kan dat betekenen dat u te veel doet. Houd er rekening mee dat de ene dag beter kan gaan dan de andere.
-
Week 1 en 2
- Rust voldoende en vermijd inspannende activiteiten.
- Hef uw armen niet boven schouderhoogte en til niet meer dan 1 kilogram. U mag niet fietsen, sporten en zwaar fysiek werk doen.
- Zolang u drains heeft, mag u niet douchen. Een dag nadat deze zijn verwijderd mag u weer douchen.
- Ga niet in bad, ga niet zwemmen en bezoek geen sauna totdat de wonden volledig zijn genezen.
- Draag gedurende de eerste 4 weken dag en nacht een post-operatieve bh.
- De eerste 3 weken na de operatie wordt zelfstandig autorijden afgeraden. Gaat u toch autorijden en krijgt u een ongeluk? Dan kan uw verzekeraar weigeren om schade te vergoeden.
Week 3
- U mag uw armen weer boven het hoofd bewegen, maar u mag daarbij nog geen kracht zetten.
- U mag licht huishoudelijk werk doen, maar vermijd zware krachtsinspanning van de borstspieren. Voorkom zwaar tillen.
- Administratief werk mag hervat worden. U mag recreatief fietsen en wandelen verder uitbreiden.
- Draag dag en nacht een post-operatieve bh.
- U komt naar de polikliniek voor wondcontrole en het verwijderen van de hechtknoopjes. Hiervoor heeft u een afspraak gekregen bij uw ontslag of u heeft een afspraak thuisgestuurd gekregen.
Week 4
- U mag geleidelijk uw gewone dagelijkse bezigheden en lichte fysieke inspanning hervatten, zolang u zich er goed bij voelt en het gemakkelijk gaat.
- Autorijden is weer toegestaan, mits u zich hiervoor fit genoeg voelt. U moet voor uzelf bepalen of u weer snel kunt handelen in het verkeer.
- Draag dag en nacht een post-operatieve bh.
Week 5
- U mag geleidelijk uw gewone dagelijkse bezigheden en lichte fysieke inspanning hervatten, zolang u zich er goed bij voelt en het gemakkelijk gaat.
- De post-operatieve bh draagt u vanaf nu alleen overdag.
Week 6
- Vanaf de zesde week na de operatie mag u alles doen zoals u gewend bent. Ook mag u weer sporten en krachtinspanning opbouwen, zolang u zich er goed bij voelt en activiteiten en bewegingen gemakkelijk gaan.
- Uw lichaam kan nog meer tijd nodig hebben om volledig te herstellen of uw conditie weer op te bouwen. Luister goed naar uw lichaam en respecteer de grenzen.
- Het dragen van de drukkleding mag u afbouwen op een manier die voor u prettig is. U mag een bh of topje dragen naar eigen comfort.
-
Week 1 en 2
- Rust voldoende en vermijd inspannende activiteiten.
- Hef uw armen niet boven schouderhoogte en til niet meer dan 1 kilogram. U mag niet fietsen, sporten en zwaar fysiek werk doen.
- Zolang u drains heeft, mag u niet douchen. Een dag nadat deze zijn verwijderd mag u weer douchen.
- Ga niet in bad, ga niet zwemmen en bezoek geen sauna totdat de wonden volledig zijn genezen.
- Draag gedurende de eerste 4 weken dag en nacht een post-operatieve bh.
- De eerste 3 weken na de operatie wordt zelfstandig autorijden afgeraden. Gaat u toch autorijden en krijgt u een ongeluk? Dan kan uw verzekeraar weigeren om schade te vergoeden.
Week 3
- U mag uw armen weer boven het hoofd bewegen, maar u mag daarbij nog geen kracht zetten.
- U mag licht huishoudelijk werk doen, maar vermijd zware krachtsinspanning van de borstspieren. Voorkom zwaar tillen.
- Administratief werk mag hervat worden. U mag recreatief fietsen en wandelen verder uitbreiden.
- Draag dag en nacht een post-operatieve bh.
- U komt naar de polikliniek voor wondcontrole en het verwijderen van de hechtknoopjes. Hiervoor heeft u een afspraak gekregen bij uw ontslag of u heeft een afspraak thuisgestuurd gekregen.
- Indien het wondgebied er rustig uitziet en uw lichaam het aankan, worden tijdens de controle op de polikliniek de tissue expander(s) voor het eerst bijgevuld. De tissue expander(s) kunnen vervolgens wekelijks worden bijgevuld met 50 tot 100 ml totdat het gewenste volume bereikt is.
Week 4
- U mag geleidelijk aan uw gewone dagelijkse bezigheden en lichte fysieke inspanning hervatten, zolang u zich er goed bij voelt en het gemakkelijk gaat.
- Autorijden is weer toegestaan, mits u zich hiervoor fit genoeg voelt. U moet voor uzelf bepalen of u weer snel kunt handelen in het verkeer.
- Draag dag en nacht een post-operatieve bh.
Week 5
- U mag geleidelijk aan uw gewone dagelijkse bezigheden en lichte fysieke inspanning hervatten, zolang u zich er goed bij voelt en het gemakkelijk gaat.
- De post-operatieve bh draagt u vanaf nu alleen overdag.
Week 6
- Vanaf de zesde week na de operatie mag u alles doen zoals u gewend bent. Ook mag u weer sporten en krachtinspanning opbouwen, zolang u zich er goed bij voelt en activiteiten en bewegingen gemakkelijk gaan.
- Uw lichaam kan nog meer tijd nodig hebben om volledig te herstellen of uw conditie weer op te bouwen. Luister goed naar uw lichaam en respecteer de grenzen.
- De post-operatieve bh draagt u gedurende het bijvullen van de tissue expander dag en nacht. Daarna mag u het dragen van de post-operatieve bh afbouwen op een manier die voor u prettig is. U mag een bh of topje dragen naar eigen comfort.
Let op! Heeft u een tissue expander met een magnetische vulpoort? Dan mag u na de operatie geen MRI-onderzoek ondergaan tot de tissue expander verwijderd is bij de vervangingsoperatie.
Meer informatie over borstprothesen
Zijn borstprotheses veilig?
In de media heeft u berichten kunnen lezen over (siliconen) borstprotheses en mogelijke gezondheidsrisico’s, zoals zeldzame aandoeningen. Het is begrijpelijk dat dit vragen of zorgen oproept. Als plastisch chirurgen van het Radboudumc willen we u graag informeren en geruststellen
lees meerZijn borstprotheses veilig?
In de media heeft u berichten kunnen lezen over (siliconen) borstprotheses en mogelijke gezondheidsrisico’s, zoals zeldzame aandoeningen. Het is begrijpelijk dat dit vragen of zorgen oproept. Als plastisch chirurgen van het Radboudumc willen we u graag informeren en geruststellen
Het ministerie van VWS heeft in 2019 via landelijke media vrouwen met borstimplantaten – vooral van het merk Allergan, type Natrelle/McGhan/Biocell – geadviseerd alert te zijn. Dit type implantaat wordt sinds begin 2019 niet meer gebruikt.
Welke zeldzame aandoeningen kunnen voorkomen?
- ALCL
Een van de zeldzame aandoeningen is ALCL, een specifieke vorm van lymfeklierkanker. De kans op ALCL is bij siliconen borstimplantaten heel klein: ongeveer 0,014 procent. Ter vergelijking: bij vrouwen zonder implantaten is de kans 0,00003 procent.
Hoewel ALCL zeldzaam is, is het belangrijk om alert te zijn op symptomen. Bij tijdige diagnose is ALCL goed te behandelen met volledige genezing.
Waar moet u op letten?- Een plotselinge zwelling van de borst met het implantaat.
- Een knobbel die zichtbaar of voelbaar is in de borst met het implantaat.
Een andere aandoening is ASIA, een auto-immuunaandoening die mogelijk voor vermoeidheids- en pijnklachten zorgt. Er is op dit moment onvoldoende wetenschappelijk bewijs dat er een direct verband is met siliconen borstimplantaten.
Hoe weet u welk implantaat u heeft?
Na een borstreconstructie of borstvergroting krijgt u meestal een kaartje met informatie over uw implantaat. Bent u dit kwijt? Neem dan contact op met de afdeling Plastische Chirurgie om deze gegevens op te vragen.
Wat moet u doen als u klachten heeft?
Als u klachten heeft zoals zwelling, knobbels, pijn, of veranderingen in de vorm van uw borst(en), neem dan contact op met uw huisarts. Via een verwijzing kunt u uw implantaten laten controleren bij de afdeling Plastische Chirurgie van het Radboudumc.
Wat moet u doen als u geen klachten heeft?
Als u geen klachten ervaart, is er geen reden tot ongerustheid. Wel adviseren wij om regelmatig uw borsten te controleren en alert te blijven op veranderingen.
Wilt u meer weten?
Voor meer informatie kunt u terecht op de volgende plekken:
- Risico’s en adviezen: Bekijk de chirurgische bijsluiter.of de informatiepagina van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVCP).
- Uw implantaat controleren: Kijk of uw implantaat geregistreerd is in het DBIR-register via www.implantaatcheck.nl.
Chirurgische bijsluiter siliconen borstimplantaten
De Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) heeft een chirurgische bijsluiter opgesteld voor operaties waarbij siliconen borstimplantaten worden gebruikt.
lees meerChirurgische bijsluiter siliconen borstimplantaten
De Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) heeft een chirurgische bijsluiter opgesteld voor operaties waarbij siliconen borstimplantaten worden gebruikt. Wij vragen u deze bijsluiter goed door te nemen, zodat u een weloverwogen besluit kunt nemen over uw operatie.
Lees hier de chirurgische bijsluiter siliconen borstimplantaten
Landelijke registratie van uw borstprothese
Is er bij u een borstprothese geplaatst of verwijderd, dan is het goed om te weten dat de gegevens worden bijgehouden in een landelijk register.
lees meerLandelijke registratie van uw borstprothese
Is er bij u een borstprothese geplaatst of verwijderd, dan is het goed om te weten dat de gegevens worden bijgehouden in een landelijk register. Dit register noemen we het Dutch Breast Implant Registry, afgekort DBIR.
De beste kwaliteit
Met de informatie uit het register wordt onderzocht welke borstprotheses goed functioneren en of bepaalde protheses langer meegaan dan andere. Zo kunnen we u de beste kwaliteit protheses aanbieden. Ook in geval van een landelijke terugroepactie kan worden achterhaald welke prothese bij welke patiënten is gebruikt.
Meer informatie
Voor meer informatie bekijkt u de folder over de DBIR (klik hier voor de Engelstalige folder).
Zelf controleren
Heeft u uw borstimplantaat na april 2015 gekregen? Dan kunt u zelf controleren of deze is geregistreerd met www.implantaatcheck.nl. Hiervoor heeft u het serienummer nodig dat in het implantaat-paspoort staat.
Meer informatie
Vervolgbehandeling
Na een borstreconstructie kunnen er extra behandelingen nodig zijn om het resultaat te verfijnen en het uiterlijk van uw borst(en) gelijkmatiger te maken.
-
Lipofilling gebruiken we om de vorm van de gereconstrueerde borst verder te verbeteren.
naar pagina -
Als bij een enkelzijdige borstreconstructie de gereconstrueerde borst kleiner is dan de bestaande borst, dan kan de bestaande borst verkleind worden, zodat de borsten even groot worden.
naar pagina -
Na het verwijderen van weefsel kan er aan het uiteinde van het litteken een ‘dogear’ ontstaan. Dit betekent dat het litteken een klein beetje uitsteekt, wat storend kan zijn. Als dit het geval is kunnen we dit bij een volgende operatie corrigeren.
-
Als er na de operatie brede of strakke littekens achterblijven, dan kunt u voor een littekencorrectie kiezen. Bij deze ingreep wordt er een nieuwe incisie gemaakt in het litteken en wordt de huid opnieuw gehecht.
-
Bij een tepelreconstructie gebruiken we huid van uw borst om een tepel te maken.
naar pagina -
Na de tepelreconstructie kleuren we de tepel en de tepelhof met een tatoeage.
naar pagina

Behandeling Anesthesie
Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.
lees meerWaarom naar het Radboudumc?
Bij het Radboudumc gebruiken we de nieuwste technieken voor borstreconstructies met lichaamseigen weefsel, maar ook met protheses. Omdat we al deze technieken in huis hebben, kunnen we altijd de techniek kiezen die het beste past bij uw situatie.
lees meerWaarom naar het Radboudumc?
- Bij het Radboudumc gebruiken we de nieuwste technieken voor borstreconstructies met lichaamseigen weefsel, maar ook met protheses. Omdat we al deze technieken in huis hebben, kunnen we altijd de techniek kiezen die het beste past bij uw situatie.
- Voor patiënten met lymfoedeem door borstkanker kunnen we de borstreconstructie combineren met het verplaatsen van lymfeklieren van de lies naar de oksel. Dit helpt lymfoedeemklachten te verminderen en bevordert het herstel, met slechts één operatie.
- We hebben veel ervaring met lipofilling, een techniek waarbij we vet inspuiten om een borst te reconstrueren. Met deze methode kunnen we een borst maken die er zeer natuurlijk uitziet.

Afdeling Plastische Chirurgie
De afdeling Plastische Chirurgie houdt zich bezig met herstel van vorm en functie van een lichaamsdeel. Het gaat om correctie van aangeboren of verkregen afwijkingen en verminkingen of gebreken.
lees meer