Waarom een blaasverwijdering?
Er zijn verschillende redenen waarom we uw blaas moeten verwijderen. Het kan nodig zijn omdat uw blaas niet goed functioneert of omdat u blaaskanker heeft. lees meerVoorbereiding op de operatie Fit4Surgery
Van de chirurg en casemanager krijgt u uitleg over het belang van een goede conditie voorafgaand aan de operatie. U wordt doorgestuurd voor het starten van Fit4Surgery om uw conditie te verbeteren.
meer informatieVoor de operatie
De avond voor de operatie krijgt u een klysma voor het schoonspoelen van het laatste gedeelte van uw darm. De dag voor de operatie mag u tot 24.00 uur nog eten en drinken. lees meerVoor de operatie
Voorlichtingsgesprek met stomaverpleegkundige
Voordat u wordt opgenomen heeft u een gesprek met de stomaverpleegkundige. Hij of zij geeft u meer informatie over hoe een stoma werkt en hoe u deze moet verzorgen.
Klysma
De avond voor de operatie krijgt u een klysma voor het schoonspoelen van het laatste gedeelte van uw darm.
Eten en drinken
De dag voor de operatie mag u tot 24.00 uur nog alles eten en drinken. U mag alleen geen alcohol drinken. De dag van de operatie mag u alleen nog af en toe een slokje water drinken om bijvoorbeeld medicijnen in te nemen. Dit mag tot 2 uur voor de operatie begint
Drinkvoeding (PreOp)
De middag en avond voor de operatie en de ochtend van de operatie krijgt u in totaal 6 pakjes drinkvoeding (PreOp). Deze drinkvoeding helpt u herstellen na de operatie. De laatste 2 pakjes drinkt u uiterlijk 2 uur voor de operatie. Daarna mag u niets meer drinken.
Behandeling Anesthesie
Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.
lees meerDe operatie
Tijdens de operatie maakt de arts een opening in uw onderbuik om de blaas te verwijderen. De arts maakt een omleiding voor de opslag en afvoer van de urine. Dit kan op 4 verschillende manieren. lees meerDe operatie
Tijdens de operatie maakt de arts een opening in uw onderbuik om de blaas te verwijderen. De arts maakt een omleiding voor de opslag en afvoer van de urine. Dit kan op 4 verschillende manieren:
-
Hierbij wordt een stukje dunne darm van ongeveer 15 tot 20 centimeter vrijgemaakt. De urineleiders plaatsen we in het stukje darm. Het uiteinde van deze darm leiden we via een opening in de buikhuid naar buiten en maken we vast op uw buik. Op die manier stroomt de urine via de urineleiders direct naar het stukje darm en vervolgens naar buiten.
Het voordeel van deze methode is dat het een vrij eenvoudige techniek is met weinig kans op complicaties. Het nadeel is dat u altijd een opvangzakje op de stoma moet dragen omdat de urine voortdurend loopt. Het opvangmateriaal is echter van goede kwaliteit met een goede hechting aan de huid, is onzichtbaar onder kleding en heeft geen onaangename geur.Na de operatie
Na de operatie heeft u tijdelijk 2 slangetjes. Deze zogenaamde splintjes beschermen de nieuwe verbinding tussen urineleiders en het stukje darm. Deze slangetjes lopen vanaf de nieren via het stukje darm naar buiten en voeren eveneens urine af. Deze verwijderen we na 7 of 8 dagen na de operatie.
-
We kunnen uw blaas kan ook vervangen door een stuk van uw dunne darm. Hiervoor zijn verschillende operatietechnieken. In het Radboudumc gebruiken we de techniek volgens Hautmann. Bij deze operatie gebruiken we een stuk van de dunne darm van ongeveer 40 centimeter lang. Van dit stuk dunne darm maken we een reservoir dat we op uw plasbuis aansluiten. De urineleiders hechten we in dit nieuwe reservoir. Het reservoir neemt de functie van de blaas over, namelijk het verzamelen van urine.
Een voordeel van de neoblaas is dat er geen stoma nodig is en dat de urine het lichaam via de ‘normale’ weg verlaat. Bij een gewone blaas geven zenuwen een seintje aan de hersenen zodra de blaas vol is. Dan krijgt u aandrang om te plassen. Een reservoir van darm heeft deze zenuwen niet en daarom voelt u geen aandrang. U moet ‘op de klok’ plassen (elke 2 tot 3 uur) en als u veel drinkt, moet u ook vaker plassen. Na verloop van tijd wordt het reservoir groter en is het in de meeste gevallen voldoende om elke 4 uur te plassen. Het reservoir mag niet te vol raken (maximaal ongeveer 500 ml) omdat het dan kan scheuren. ‘s Nachts moet u daarom de wekker zetten om te plassen.
Mensen met een reservoir van darm moeten opnieuw leren plassen. Een gewone blaas is een spier die zich samentrekt bij het plassen. De nieuwe blaas kunt u alleen leegmaken door te persen met de buik. In enkele gevallen is het nodig dat u de blaas zelf met een katheter leegmaakt. Een ander nadeel is ongewild urineverlies. De meeste mensen hebben hier vlak na de operatie last van. Meestal verdwijnt dit binnen 6 maanden na de operatie.Na de operatie
Vlak na de operatie zit er vaak bloed bij de urine. Dit verdwijnt na enkele dagen. Verder zit er wat slijm bij de urine. Het reservoir is immers gemaakt van darmweefsel en dat scheidt altijd wat slijm af. De nieuwe blaas wordt daarom in het begin gespoeld om slijmproppen te verwijderen. Later krijgt u hiervoor medicijnen die het slijm oplossen. De katheter in het reservoir blijft ongeveer 11 tot 12 dagen zitten, zodat de hechtingen in het reservoir goed kunnen genezen.
Daarnaast heeft u nog 2 slangetjes. Deze zogenaamde splintjes beschermen de nieuwe verbinding tussen urineleiders en reservoir. Deze slangetjes lopen vanaf de nieren via de neoblaas naar buiten en voeren eveneens urine af. Deze verwijderen we na 9 of 10 dagen na de operatie. -
Hierbij plaatsen we de urineleider (ureter) van de nier rechtstreeks op uw buik. Dit doen we als zowel de blaas als een nier verwijderd worden, of als u maar één nier heeft. Van het uiteinde van de urineleider maken we een klein stoma waar een dun slangetje in zit. Deze zogenaamde Dubbel-J katheter zorgt dat de stoma niet dichtgroeit en de urine goed kan aflopen. Met behulp van stomamateriaal wordt de urine opgevangen. Bij een stoma vanuit één nier gebruiken we tijdens de operatie geen darm. Uw herstel gaat daardoor sneller dan bij de andere operaties.
-
In het Radboudumc vindt deze operatie bijna nooit meer plaats. Op de langere termijn treden namelijk meer complicaties op dan na een Bricker- of Hautmann-operatie. Bijvoorbeeld lekkages, steenvorming in het reservoir en problemen met het legen van de stoma. Bij een continent urinestoma wordt van een groot stuk dunne darm en dikke darm een reservoir gemaakt. Een stukje darm wordt via de buik naar buiten gebracht waardoor het reservoir met een katheter leeggemaakt kan worden.
Mitrofanoff- of Monti-stoma
We voeren nog wel de operatie uit waarbij uw blaas zelf als reservoir wordt gebruikt. We plaatsen dan een klein stukje darm op de blaas, waardoor u het reservoir met een katheter kan legen (Mitrofanoff- of Monti-stoma). Als de blaas zich vult met urine wordt deze tunnel dichtgedrukt. Dit kan alleen als u nog een ‘gezonde’ blaas heeft en u geen afwijkingen aan de blaas heeft, zoals chronische ontstekingen of kwaadaardige gezwellen. Het voordeel van deze operatie is dat er geen opvangmateriaal nodig is. Het nadeel is dat u altijd 4 tot 6 keer per dag moet katheteriseren om het reservoir te legen.