Wanneer komt u op controle?

Na de behandeling van schaamlipkanker blijft u levenslang onder controle.

Nazorggesprek

Ongeveer 4 tot 6 weken na de behandeling heeft u een nazorggesprek met de verpleegkundige. Tijdens dit gesprek bespreekt de verpleegkundige met uw welke behandeling heeft plaatsgevonden en hoe de controles (nazorgfase) er uit komen te zien. Ook wordt besproken welke gevolgen u kunt merken van de behandeling. Dit kunnen korte termijn effecten zijn, maar ook lange termijn effecten. Alles wat in dit nazorggesprek wordt besproken, krijgt u mee in een persoonlijk nazorgplan. 

Controle

De eerste 2 jaar na de behandeling komt u in meestal iedere 3-4 maanden op controle bij de arts of verpleegkundig specialist. Tijdens deze controles bespreken we hoe het met u gaat en volgt er een lichamelijk onderzoek. Eventueel vindt er aansluitend een gesprek met de verpleegkundige plaats. Dit is het lastmetergesprek. Als voorbereiding op het lastmetergesprek, vult u een vragenlijst in.

Tijdens het lastmetergesprek wordt er besproken of u ergens last van heeft. In het 3e en 4e jaar na de behandeling wordt de tijd tussen de controles in principe iets langer.Mminimaal iedere 6 maanden komt u op controle bij de arts of verpleegkundig specialist. Vanaf het vijfde jaar na behandeling, komt u minimaal ieder jaar op controle. Uiteraard wordt dit afgestemd op uw persoonlijke situatie. Aanvullende onderzoeken zoals scans of bloedonderzoek vinden niet standaard plaats. 

Diagnosefase
Tijdens de diagnosefase krijgt u verschillende onderzoeken
Eerste afspraak
Casemanager
Extra onderzoek
Behandelfase
In de behandelfase krijgt u één of meerdere van onderstaande behandelingen. Welke behandeling u krijgt, is afhankelijk van de ernst en het stadium van uw ziekte.
Behandeling van schaamlipkanker
Gevolgen van de behandeling
Controlefase
Na de behandeling van schaamlipkanker blijft u levenslang onder controle.
De controles

Diagnosefase

Tijdens de diagnosefase krijgt u verschillende onderzoeken

Eerste afspraak


Afspraak met de gynaecoloog

Bij uw eerste bezoek op de polikliniek heeft uw een gesprek met de gynaecoloog. De gynaecoloog stelt u een aantal vragen, doet een lichamelijk onderzoek en neemt meestal een stukje huid weg (biopt).

lees meer

Afspraak met de gynaecoloog

Afspraak met de gynaecoloog

Bij uw eerste bezoek op de polikliniek heeft uw een gesprek met de gynaecoloog. U krijgt vragen over uw gezondheid, de klachten, bijzonderheden in uw familie, medicijnen, en over eventuele eerdere zwangerschappen en bevallingen.

Lichamelijk onderzoek

Er volgt een lichamelijk onderzoek. Uw bovenkleding en eventueel uw sokken kunt u aanhouden. Het onderzoek gaat makkelijker als uw blaas leeg is. Zorg ervoor dat u voor de afspraak geplast heeft.

De gynaecoloog voelt naar uw hals en liezen. Daarna bekijkt de gynaecoloog uw uitwendige geslachtsorganen. Er wordt vaak een foto van de afwijking gemaakt voor in uw dossier.

Ook onderzoekt de gynaecoloog de vagina en de baarmoedermond. Hiervoor brengt de gynaecoloog 1 of 2 vingers in uw vagina. Ook gebruikt de gynaecoloog een speculum (eendenbek) om de vagina en baarmoedermond goed te kunnen bekijken.

Huidbiopt

Om te ontdekken of u schaamlipkanker heeft, is het nodig dat er een huidbiopt wordt afgenomen van de afwijking. Bij een huidbiopt worden één of meerdere stukjes huid weggehaald. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Meestal nemen we het biopt af tijdens uw eerste afspraak op de polikliniek. Een enkele keer wordt een biopt afgenomen met een roesje of een ruggenprik (tijdens een andere afspraak). Als er al een biopt is afgenomen in een ander ziekenhuis, is dit bij ons meestal niet meer nodig. Toch kan de gynaecoloog tijdens uw eerste afspraak aangeven dat een nieuw biopt nodig is. Er wordt dan alsnog een biopt afgenomen tijdens deze afspraak.

Het biopt onderzoeken we onder de microscoop. U krijgt de uitslag meestal binnen 2 weken.

Extra onderzoek

Als blijkt dat u schaamlipkanker heeft, zal de gynaecoloog één of meerdere aanvullende onderzoeken voorstellen. Welke onderzoeken dat zijn, is afhankelijk van uw situatie. 

Casemanager


Eén aanspreekpunt Casemanagers Gynaecologische oncologie

De casemanagers zijn uw vaste aanspreekpunt en houden samen met u overzicht over het hele traject van uw ziekte en behandeling. Zij informeren en begeleiden u vóór, tijdens en na de behandeling.

lees meer

Eén aanspreekpunt Casemanagers Gynaecologische oncologie

Na de diagnose kanker komt er veel op u en uw naasten af. Ook krijgt u te maken met (veel) verschillende zorgverleners. Soms is het onduidelijk bij wie u terecht kunt met vragen. Daarom werken we met casemanagers. Casemanagers zijn (oncologie-)verpleegkundigen of verpleegkundig specialisten aan wie patiënten met kanker én hun naasten vragen kunnen stellen of hun zorgen kunnen uiten op elk moment in het behandel- en zorgproces.

De casemanagers zijn uw vaste aanspreekpunt en houden samen met u overzicht over het hele traject van uw ziekte en behandeling. Zij informeren en begeleiden u vóór, tijdens en na de behandeling, die kan bestaan uit operatie en/of chemotherapie en/of radiotherapie (bestraling). Op verschillende momenten in uw traject neemt uw casemanager contact met u op of heeft u een afspraak met haar.

Casemanager Gynaecologische oncologie

Bij de start van uw zorgtraject en rondom een eventuele operatie krijgt u een casemanager van de afdeling Gynaecologische Oncologie. U kunt contact opnemen met uw casemanager op de volgende manieren:

  • Telefonisch: 024 - 818 63 34 (rechtstreeks) van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00-12.00 en 14.00-16.30 uur.
  • Voor niet acute vragen, zoals het maken of verzetten van afspraken, kunt u ook een bericht sturen via mijnRadboud.
  • ’s Avonds en in het weekend zijn de casemanagers niet bereikbaar. Voor dringende vragen blijft uw huisarts bereikbaar voor medisch advies. Ook kunt u telefonische contact opnemen met verpleegafdeling C5 van het Radboudumc op 024 - 361 34 24.

Medische Oncologie

Tijdens de eventuele behandelingen met chemotherapie krijgt u een casemanager van de afdeling Medische Oncologie. U kunt contact opnemen met uw casemanager op de volgende manieren: 

  • Telefonisch: 024 - 361 88 00 (call center). Voor spoedzaken is dit nummer 24 uur per dag bereikbaar. Voor overige vragen kunt u naar dit nummer bellen tijdens kantoortijden.
  • Voor niet acute vragen, waaronder het maken of verzetten van afspraken, kunt u ook een bericht sturen via mijnRadboud.

Radiotherapie

Tijdens uw eventuele behandeling met bestraling krijgt u een casemanager van de afdeling Radiotherapie. U kunt contact opnemen met uw casemanager op de volgende manieren:

  • Telefonisch: 024-361 53 14 (rechstreeks) van maandag tot en met vrijdag tussen 9.30-11.00 uur en 13.30-15.00 uur.
  • Voor niet acute vragen, waaronder het maken of verzetten van afspraken, kunt u ook een bericht sturen via mijnRadboud.
  • 's Avonds en in het weekend zijn de casemanagers niet bereikbaar. Voor acute vragen kunt u contact opnemen met het Radboudumc op nummer 024 - 361 11 11 en vragen naar de dienstdoende bestralingsarts.

Extra onderzoek


Welke onderzoeken krijgt u?

Als blijkt dat u schaamlipkanker heeft, zal de arts één of meerdere aanvullende onderzoeken voorstellen. Welke onderzoeken dat zijn, is afhankelijk van uw situatie. 


Echografie liezen

Als u schaamlipkanker heeft, maken we meestal een echografie van uw liezen. Tijdens de echografie maakt de radioloog beelden met behulp van ultrageluidsgolven. 

lees meer

Echografie liezen

Als u schaamlipkanker heeft, maken we meestal een echografie van uw liezen. Tijdens de echografie maakt de radioloog beelden met behulp van ultrageluidsgolven. 

Punctie bij uitzaaiingen 

Op de beelden kunnen we zien of er een kans is op uitzaaiingen naar de lymfeklieren in uw lies. Als we een afwijkende lymfeklier zien, dan zuigt de radioloog met een naald een aantal cellen op uit de lymfeklier (punctie). De patholoog onderzoekt de cellen. Als de patholoog kankercellen ziet, dan heeft u een uitzaaiing uw de lies. 

Als er bij de echo geen punctie wordt gedaan, dan zijn er op dat moment geen aanwijzingen voor uitzaaiingen. 

CT-scan 

We maken geen echografie als de tumor groter is dan 4 centimeter, op meerdere plekken zit of wanneer we denken aan uitzaaiing naar de liezen. We maken dan een CT-scan.


CT-scan

Uw arts kan ook een CT-scan adviseren. Bijvoorbeeld wanneer de tumor groter is dan 4 centimeter, op meerdere plekken zit of wanneer gedacht wordt dat er uitzaaiingen zijn naar de lymfeklier in de lies. Tijdens een CT-scan worden met behulp van röntgenstralen beelden (scans) gemaakt van uw lichaam. 

meer informatie over de CT-scan

Extra onderzoek

Een enkele keer adviseert uw arts een MRI-scan of een PET-scan. Dit doen we om eventuele doorgroei van de kanker in omliggende organen of andere delen van uw lichaam te onderzoeken. 

Behandelfase

In de behandelfase krijgt u één of meerdere van onderstaande behandelingen. Welke behandeling u krijgt, is afhankelijk van de ernst en het stadium van uw ziekte.

Behandeling van schaamlipkanker


Behandeling

Er zijn 3 behandeling mogelijk als u schaamlipkanker heeft. 

  • operatie (zonder nabehandeling)
  • operatie en radiotherapie
  • Chemoradiatie

Welke behandeling is geschikt?

Welke behandeling voor u het meest geschikt is, is afhankelijk van de plaats van de tumor, de grootte van de tumor en of er uitzaaiingen zijn. Samen met de arts kiest u voor een behandeling.

lees meer

Welke behandeling is geschikt?

Als blijkt dat u schaamlipkanker heeft, dan bespreken we de uitslagen in een tumorwerkgroep. De tumorwerkgroep is een overleg tussen verschillende afdelingen. U bent hier zelf niet bij. Tijdens dit overleg bespreken de artsen wat uw behandelopties zijn en welke behandeling zij adviseren. Welke behandeling voor u het meest geschikt is, is afhankelijk van de plaats van de tumor, de grootte van de tumor en of er uitzaaiingen zijn. Na dit overleg bespreekt de gynaecoloog met u de mogelijkheden.

Samen met de arts kiest u voor een behandeling. Meestal is de behandeling gericht op het genezen van de kanker. Soms is het doel om de ziekte te remmen en de klachten te verminderen.


Operatie

Meestal bestaat de behandeling van schaamlipkanker uit een operatie. Er zijn 3 verschillende operaties.

meer over de operatie

Radiotherapie (bestraling)

Radiotherapie is behandeling van de tumor met bestraling. De behandeling is gericht op genezing, maar als dat niet mogelijk is, proberen we met de bestraling klachten te verminderen.

meer over de bestraling

Chemoradiatie

Chemoradiatie wordt soms gedaan als de tumor niet goed weggehaald kan worden tijdens een operatie. De behandeling bestaat uit chemotherapie en bestraling. De chemoradiatie duurt ongeveer 6 weken.

lees meer

Chemoradiatie

Soms adviseert de tumorwerkgroep een combinatie van chemotherapie en radiotherapie (bestraling). Dit noemen we chemoradiatie. Chemoradiatie wordt geadviseerd als een operatie niet mogelijk is. Bijvoorbeeld als de tumor te dicht tegen de sluitspier van de anus zit, of te dicht tegen de plasbuis groeit. 

Van de radiotherapeut en de medisch oncoloog krijgt u uitleg. Er wordt een bestralingsplan gemaakt. Hiervoor zijn scans nodig. Vaak is een plannings-PET-CT nodig en soms ook een MRI-scan in bestralingshouding. De plannings-PET-CT is iets anders dan een gewone PET-CT. We zetten tattoopuntjes in het te bestralen gebied en dienen contrastvloeistof toe. Vaak worden er twee scans gemaakt. Het kan zijn dat u een aangepast broekje aan krijgt tijdens de PET-CT. 

Met hulp van deze informatie wordt het bestralingsplan berekend. 

Tijdens het intakegesprek bij de medisch oncoloog krijgt u informatie over de chemotherapie. Chemotherapie is een behandeling met cytostatica. Dit zijn medicijnen die kwaadaardige kankercellen doden of zorgen dat deze kankercellen minder snel groeien. De behandelingen met chemotherapie vinden plaats op de afdeling Medisch oncologie, onder begeleiding van de internist- medisch oncoloog. 

Chemoradiatie beschadigt niet alleen de kankercellen, maar ook uw gezonde cellen. Hierdoor kunt u last krijgen van bijwerkingen

Verloop chemoradiatie

De behandeling bestaat uit chemotherapie en bestraling. De chemoradiatie duurt ongeveer 6 weken. U krijgt meestal 1 keer per week chemotherapie via een infuus in uw bloedbaan. Gemiddeld wordt u 5 keer per week bestraald. 

Gevolgen van de behandeling


Gevolgen

Van de behandeling kunt u klachten of bijwerkingen ervaren. De gevolgen verschillen per behandeling. 


Gevolgen


Na de operatie

Na de operatie blijft u één of enkele nachten op de verpleegafdeling. Van de verpleegkundige krijgt u leefregels en adviezen mee voor thuis. 

lees meer

Na de operatie

Na de operatie blijft u één of enkele nachten op de verpleegafdeling. Hoe lang dit is, hangt af van het soort operatie en uw herstel. Als u tijdens de operatie liesdrains heeft gekregen, is de kans groot dat u deze nog heeft als u naar huis gaat. 




Gevolgen na chemoradiatie

De klachten na chemoradiatie zijn bijna hetzelfde als bij radiotherapie. Wel zijn de bijwerkingen bij chemoradiatie heftiger, omdat chemotherapie het effect van radiotherapie versterkt. Hierdoor kunnen ook de bijwerkingen heviger zijn. Extra bijwerkingen van chemotherapie zijn misselijkheid, darmklachten, vermoeidheid en een verhoogd risico op infecties.

De medicijnen in de chemotherapie beschadigen namelijk ook de gezonde cellen. Welke bijwerkingen u van de chemotherapie krijgt, verschilt per medicijn en per persoon. Ieder lichaam is anders.

Resten van de chemotherapie kunnen nog 8 dagen na de behandeling aanwezig zijn in uw lichaamsvocht. Bijvoorbeeld in uw urine. Het is daarom belangrijk om maatregelen te nemen om mensen in uw omgeving niet bloot te stellen aan de resten chemotherapie. Dit houdt bijvoorbeeld in dat u zittend plast en met de deksel naar beneden doorspoelt. Ook kunt u het beste het toilet één keer per dag schoonmaken. Braaksel kunt u door het toilet spoelen. Indien u geslachtsgemeenschap hebt in de periode dat u chemotherapie krijgt, moet u een condoom gebruiken.

Controlefase

Na de behandeling van schaamlipkanker blijft u levenslang onder controle.

De controles


Wanneer komt u op controle?

De eerste 2 jaar na de behandeling komt u in meestal iedere 3-4 maanden op controle bij de arts of verpleegkundig specialist.

lees meer

Waar vinden de controles plaats?

Waar de nacontroles plaatsvinden, ligt aan de behandeling die u gehad heeft.

lees meer

Waar vinden de controles plaats?

Waar de nacontroles plaatsvinden, ligt aan de behandeling die u gehad heeft:

  • Als u alleen een operatie heeft gehad, dan komt u op controle bij gynaecologie.
  • Heeft u na de operatie ook bestraling gehad, dan vinden de nacontroles afwisselend bij gynaecologie en radiotherapie plaats.
  • Als u chemoradiatie heeft gehad met eventueel een aanvullende operatie, dan komt u afwisselend op controle bij gynaecologie, radiotherapie en in het eerst jaar na behandeling ook bij medische oncologie.
  • Medewerkers
  • Intranet