Voeding

Algemeen

  • Was altijd eerst je handen voordat je je baby gaat voeden of verzorgen. Zo voorkom je infecties.
  • Door je baby voor de voeding te verschonen, wordt deze goed wakker.
  • Trek voldoende tijd uit voor een voeding, zodat je op je gemak kunt voeden. Zorg voor een rustige omgeving, zeker bij borstvoeding.
  • Doe je baby liever niet in bad na de voeding, hij/zij kan dan misselijk worden en gaan spugen.

Borstvoeding

Lees hier meer over Borstvoeding.

Stuwing

  • De eerste vier dagen na de geboorte komt de melkproductie op gang. De borsten worden zwaarder en gespannen. Bij flinke stuwing zijn ze pijnlijk en hebben soms een glanzende rode huid. Juist dan is het van belang dat er vaak wordt aangelegd. De productie moet worden afgestemd op de behoefte van het kind.
  • Vaak voeden in wisselende houdingen en mee masseren tijdens het voeden bevorderen het optimaal leegdrinken van de borst.
  • Warme kompressen (kruik, warme luier) en borstmassage vlak voor de voeding verbeteren de toeschietreflex en verlichten de pijn.
  • Bij een gespannen borst is het moeilijk om de tepel te pakken en bestaat het risico dat de baby geen houvast krijgt op het onderliggende borstweefsel. Dit kan leiden tot beschadiging van de tepels. De voeding verloopt beter als de tepelhof vlak voor het aanleggen voorzichtig wordt leeg gemasseerd of afgekolfd.
  • Draag een stevige BH, maar zeker geen afknellende BH.
  • Raadpleeg de kraamverzorgende bij vragen over voeding en stuwing.

Flesvoeding

  • Overleg met de verloskundige, kraamverzorgster of wijkverpleegkundige van het consultatiebureau de hoeveelheid voeding die je aan je baby moet geven. De leidraad is dat je baby zes tot acht keer per dag voedt. Tussen twee voedingen mag maximaal vier uur zitten.
  • Maak de voeding klaar zoals de fabrikant van de voeding aangeeft. Als richtlijn geldt tot de achtste dag de voeding met 10 ml per dag ophogen. Overleg met de verloskundige, kraamverzorgster of consultatiebureauarts de hoeveelheid voeding die u aan uw baby moet geven.
  • Controleer voordat je de fles geeft of de voeding niet te warm is door een druppel voeding op de binnenkant van jouw pols te laten vallen. Dit mag niet te warm aanvoelen.

Kraamzorg en nacontrole

Na de bevalling begint de kraamtijd. Meestal krijg je thuis 8 dagen kraamzorg. De dagen dat je in het ziekenhuis blijft worden hierop in mindering gebracht. We bellen je voor een telefonische nacontrole.

lees meer

Kraamzorg en nacontrole

Na de bevalling begint de kraamtijd. Deze duurt 8 dagen en begint op de dag van je bevalling. Meestal krijg je 8 dagen kraamzorg thuis. De dagen dat je in het ziekenhuis blijft worden hierop in mindering gebracht. Blijf je 3 dagen in het ziekenhuis dan krijg je thuis nog 5 dagen kraamzorg.

Telefonische nacontrole

Alle patiënten die in het Radboudumc zijn bevallen of na de geboorte van hun kind bij ons zijn opgenomen krijgen een telefonische nacontrole met een obstetrisch verpleegkundige of een van onze verloskundigen. Tijdens dit gesprek komen fysieke en mentale aspecten aan bod. Ook kijken we terug op de bevalling en het verblijf op onze afdeling. 

Als er behoefte aan is plannen we na het telefoongesprek een controle in op de polikliniek Verloskunde en Gynaecologie. 


Borstvoeding

Na de geboorte komt de borstvoeding op gang. Vaak aanleggen of kolven stimuleert de aanmaak van borstvoeding.

lees meer

Tips en adviezen


Naar huis

Je mag naar huis. In de 1e week na de bevalling heb je bloedverlies. Thuis word je gecontroleerd door de kraamverzorgende en de verloskundige. lees meer

Voeding

Was altijd eerst je handen voordat je je baby gaat voeden of verzorgen. Zo voorkom je infecties. lees meer

Verzorging

Lees hier meer over der verzorging van jouw baby in de eerste periode.

lees meer

Verzorging

Navelstomp

Het is verstandig om de eerste twaalf uur, bij iedere verschoning, de navel op nabloeden te controleren. Waarschuw bij een navelbloeding de verloskundige. Verder hoeft u het naveltje alleen goed droog te houden.

Urine

Je baby moet binnen 48 uur na de geboorte een keer geplast hebben. Hierna moet dit oplopen tot vijf à zes plasluiers per 24 uur. In een papieren luier (Pamper) is het moeilijk te zien of uw baby geplast heeft. Door een katoenen doekje (washandje) in de luier te leggen wordt het wel goed zichtbaar. Soms zit er een roestbruin vlekje in de luier dat op bloed lijkt, dit zijn urinekristallen. Meld dit, samen met hoe vaak je baby geplast heeft, aan de kraamverzorgende.

Ontlasting

De eerste ontlasting wordt meconium genoemd. Dit ziet er zwart, kleverig en taai uit. Door de billetjes bij het verschonen in te vetten met vaseline zijn ze gemakkelijker schoon te maken. Na de meconium komt een bruine ‘overgangsluier’, daarna komen de gewone poepluiers. Bij borstvoeding kan je baby bij elke voeding een poepluier hebben, deze ontlasting kan dun zijn en er groen/gelig uitzien. De darmen van je baby moeten wennen aan de voeding. Het krijgen van ontlasting kan daarom variëren van zes keer per dag tot eenmaal per zes dagen.

Hyperbilirubinemie (geelzien)

De eerste dagen na de geboorte kan je baby geelzien omdat bilirubine net na de geboorte nog niet goed kan worden afgebroken. Als de baby geel ziet dan zal de verloskundige of huisarts, indien nodig, wat bloed uit het hieltje afnemen en dat laten onderzoeken om te kijken of het bilirubinegehalte niet te hoog is. Als het bilirubinegehalte te hoog is, zal je baby opgenomen worden en onder een speciale (blauwe) lamp worden gelegd, waardoor de afbraak verbetert en het bilirubinegehalte in het bloed afneemt.

Bad

  • Trek voldoende tijd uit voor het baden van je baby. Je kan het ook ’s avonds doen als je partner thuis is. Houd er ook rekening mee bij het afspreken van bezoek.
  • Zorg er voor dat de badruimte lekker warm is. Zorg ook voor warme kleertjes, bijvoorbeeld door ze om een kruik te wikkelen.
  • Zet voor het baden alles klaar zodat je je baby niet alleen op de commode hoeft te laten liggen.

Slapen

Houding tijdens het slapen is erg belangrijk voor de baby. lees meer

Slapen

Algemeen

Het is raadzaam om het eerste half jaar je baby bij je op de slaapkamer te laten slapen. Je kan het dan goed in de gaten houden. Leg het wel in een eigen wiegje, liever niet bij jezelf in bed.

Houding

Het advies is om baby’s niet op de buik of op de zij te laten slapen, maar op de rug. De kans op wiegendood is hierdoor nog kleiner dan het anders is.

Huilen

Als je baby blijft huilen kan het zijn dat:

  • Je baby het te koud of te warm heeft.
  • Je baby voeding nodig heeft of een boertje moet laten.
  • Je baby een vieze luier heeft.
  • Je baby niet lekker ligt of even geknuffeld wil worden.
  • Er gewoon niets aan de hand is.
  • Soms kan je je baby troosten door deze op jouw vinger te laten zuigen.

Temperatuur

Het is belangrijk dat je baby het niet te koud heeft. Meet daarom thuis gedurende de eerste 24 uur elke drie uur de lichaamstemperatuur en daarna in ieder geval drie keer per dag. lees meer

Temperatuur

Het is belangrijk dat je baby het niet te koud heeft. Meet daarom thuis gedurende de eerste 24 uur elke drie uur de lichaamstemperatuur (voor de voeding) en daarna in ieder geval drie keer per dag. De normale temperatuur is tussen de 36.5 en 37.5°C. Als je baby ongeveer 36.0°C heeft, leg dan twee kruiken in het  bedje. Bij een temperatuur van ongeveer 36.5°C is één kruik voldoende, en bij 37°C is een kruik niet nodig. Bij een te lage temperatuur kan je je baby ook een mutsje opdoen.

Kruik

Controleer de kruik voor gebruik op lekken (de rubberen ring mag niet uitgedroogd zijn). Doe voor het vullen eerst een kopje koud water in de kruik (tegen verbranding). Doe vervolgens een kruikenzak om de kruik en leg hem een handbreed van jouw baby af, met de dop naar beneden. Je baby mag niet tegen de kruik aan liggen. Leg daarom tussen de kruik en je baby twee dekentjes of andere lagen. Gebruik geen zeiltje of warmwaterzak.

Hielprik

Tussen de vierde en de zevende dag na de geboorte krijgt jouw baby een neonatale screening(hielprik) lees meer

Hielprik

De verloskundige of een gespecialiseerd verpleegkundige van het kraamcentrum komt tussen de vierde en de zevende dag na de geboorte voor de hielprik. Met dit onderzoek kunnen meerdere aandoeningen worden opgespoord voordat de baby er schade van krijgt. Voor meer informatie zie: www.rivm.nl/hielprik.

  • Medewerkers
  • Intranet