Kraamzorg en nacontrole
Na de bevalling begint de kraamtijd. Meestal krijg je thuis 8 dagen kraamzorg. De dagen dat je in het ziekenhuis blijft worden hierop in mindering gebracht. We bellen je voor een telefonische nacontrole.
lees meerKraamzorg en nacontrole
Na de bevalling begint de kraamtijd. Deze duurt 8 dagen en begint op de dag van je bevalling. Meestal krijg je 8 dagen kraamzorg thuis. De dagen dat je in het ziekenhuis blijft worden hierop in mindering gebracht. Blijf je 3 dagen in het ziekenhuis dan krijg je thuis nog 5 dagen kraamzorg.
Telefonische nacontrole
Alle patiënten die in het Radboudumc zijn bevallen of na de geboorte van hun kind bij ons zijn opgenomen krijgen een telefonische nacontrole met een obstetrisch verpleegkundige of een van onze verloskundigen. Tijdens dit gesprek komen fysieke en mentale aspecten aan bod. Ook kijken we terug op de bevalling en het verblijf op onze afdeling.
Als er behoefte aan is plannen we na het telefoongesprek een controle in op de polikliniek Verloskunde en Gynaecologie.
Borstvoeding
Na de geboorte komt de borstvoeding op gang. Vaak aanleggen of kolven stimuleert de aanmaak van borstvoeding.
lees meerTips en adviezen
Voeding
Algemeen
- Was altijd eerst je handen voordat je je baby gaat voeden of verzorgen. Zo voorkom je infecties.
- Door je baby voor de voeding te verschonen, wordt deze goed wakker.
- Trek voldoende tijd uit voor een voeding, zodat je op je gemak kunt voeden. Zorg voor een rustige omgeving, zeker bij borstvoeding.
- Doe je baby liever niet in bad na de voeding, hij/zij kan dan misselijk worden en gaan spugen.
Borstvoeding
Lees hier meer over Borstvoeding.Stuwing
- De eerste vier dagen na de geboorte komt de melkproductie op gang. De borsten worden zwaarder en gespannen. Bij flinke stuwing zijn ze pijnlijk en hebben soms een glanzende rode huid. Juist dan is het van belang dat er vaak wordt aangelegd. De productie moet worden afgestemd op de behoefte van het kind.
- Vaak voeden in wisselende houdingen en mee masseren tijdens het voeden bevorderen het optimaal leegdrinken van de borst.
- Warme kompressen (kruik, warme luier) en borstmassage vlak voor de voeding verbeteren de toeschietreflex en verlichten de pijn.
- Bij een gespannen borst is het moeilijk om de tepel te pakken en bestaat het risico dat de baby geen houvast krijgt op het onderliggende borstweefsel. Dit kan leiden tot beschadiging van de tepels. De voeding verloopt beter als de tepelhof vlak voor het aanleggen voorzichtig wordt leeg gemasseerd of afgekolfd.
- Draag een stevige BH, maar zeker geen afknellende BH.
- Raadpleeg de kraamverzorgende bij vragen over voeding en stuwing.
Flesvoeding
- Overleg met de verloskundige, kraamverzorgster of wijkverpleegkundige van het consultatiebureau de hoeveelheid voeding die je aan je baby moet geven. De leidraad is dat je baby zes tot acht keer per dag voedt. Tussen twee voedingen mag maximaal vier uur zitten.
- Maak de voeding klaar zoals de fabrikant van de voeding aangeeft. Als richtlijn geldt tot de achtste dag de voeding met 10 ml per dag ophogen. Overleg met de verloskundige, kraamverzorgster of consultatiebureauarts de hoeveelheid voeding die u aan uw baby moet geven.
- Controleer voordat je de fles geeft of de voeding niet te warm is door een druppel voeding op de binnenkant van jouw pols te laten vallen. Dit mag niet te warm aanvoelen.
Slapen
Algemeen
Het is raadzaam om het eerste half jaar je baby bij je op de slaapkamer te laten slapen. Je kan het dan goed in de gaten houden. Leg het wel in een eigen wiegje, liever niet bij jezelf in bed.
Houding
Het advies is om baby’s niet op de buik of op de zij te laten slapen, maar op de rug. De kans op wiegendood is hierdoor nog kleiner dan het anders is.
Huilen
Als je baby blijft huilen kan het zijn dat:
- Je baby het te koud of te warm heeft.
- Je baby voeding nodig heeft of een boertje moet laten.
- Je baby een vieze luier heeft.
- Je baby niet lekker ligt of even geknuffeld wil worden.
- Er gewoon niets aan de hand is.
- Soms kan je je baby troosten door deze op jouw vinger te laten zuigen.
Temperatuur
Het is belangrijk dat je baby het niet te koud heeft. Meet daarom thuis gedurende de eerste 24 uur elke drie uur de lichaamstemperatuur en daarna in ieder geval drie keer per dag. lees meerTemperatuur
Het is belangrijk dat je baby het niet te koud heeft. Meet daarom thuis gedurende de eerste 24 uur elke drie uur de lichaamstemperatuur (voor de voeding) en daarna in ieder geval drie keer per dag. De normale temperatuur is tussen de 36.5 en 37.5°C. Als je baby ongeveer 36.0°C heeft, leg dan twee kruiken in het bedje. Bij een temperatuur van ongeveer 36.5°C is één kruik voldoende, en bij 37°C is een kruik niet nodig. Bij een te lage temperatuur kan je je baby ook een mutsje opdoen.
Kruik
Controleer de kruik voor gebruik op lekken (de rubberen ring mag niet uitgedroogd zijn). Doe voor het vullen eerst een kopje koud water in de kruik (tegen verbranding). Doe vervolgens een kruikenzak om de kruik en leg hem een handbreed van jouw baby af, met de dop naar beneden. Je baby mag niet tegen de kruik aan liggen. Leg daarom tussen de kruik en je baby twee dekentjes of andere lagen. Gebruik geen zeiltje of warmwaterzak.Hielprik
De verloskundige of een gespecialiseerd verpleegkundige van het kraamcentrum komt tussen de vierde en de zevende dag na de geboorte voor de hielprik. Met dit onderzoek kunnen meerdere aandoeningen worden opgespoord voordat de baby er schade van krijgt. Voor meer informatie zie: www.rivm.nl/hielprik.