Verpleeg­afdeling Interne Geneeskunde en Reumatologie

Dagindeling

Hoewel de dag voor iedere patiënt anders verloopt, zijn er toch vaste momenten:

 

Onderzoeken en behandelingen kunnen de hele dag plaatsvinden. Ook zijn er 24 uur per dag verpleegkundigen op de afdeling die u verzorging/behandeling kunnen bieden en uw vragen beantwoorden.

Continu meten van vitale waarden ViSi Mobile

Op onze verpleegafdelingen gebruiken we apparatuur om doorlopend uw belangrijke vitale waarden te meten. Voorbeelden van vitale waarden zijn uw bloeddruk, hartslag en ademhaling. 

Het meten van vitale waarden 

Normaal gesproken meet de verpleegkundige uw vitale waarden een paar keer per dag. Tussen die metingen door kan het gebeuren dat u zieker bent geworden dan verwacht. Dat zien we dan pas bij een volgende meting. Zo’n achteruitgang kunnen we eerder ontdekken als we uw vitale waarden de hele dag doorlopend meten. Dit wordt ook wel continu monitoren genoemd. Dit kan met behulp van een polsmonitor die ViSi Mobile heet. 

Hoe werkt de ViSi Mobile? 

De ViSi Mobile is een kastje om uw pols. Vanuit het polskastje gaat een sensor naar uw duim, ook wel duimsensor of saturatiemeter genoemd. Aan de andere kant van het kastje gaat een kabel omhoog naar uw schouder en borst. Daarnaast draagt u 3 of 5 plakkers en kabels op uw borst en buik. 
Samen meten deze sensoren uw ademhaling, zuurstofgehalte in het bloed, bloeddruk, huidtemperatuur, hartslag en hartritme. 

Wat gebeurt er met de gemeten waarden? 

De gemeten vitale waarden worden vanaf de ViSi Mobile via WiFi naar een computer gestuurd die bij de verpleegpost staat. Als u zieker wordt en uw vitale waarden komen onder of boven een bepaalde grens, dan stuurt de ViSi Mobile een alarm door naar de computer van de verpleging. De verpleegkundige bekijkt het alarm en als het nodig is worden extra metingen bij u uitgevoerd. 
Naast de metingen van de ViSi Mobile komt de verpleegkundige nog steeds een paar keer per dag langs om uw vitale waarden te controleren en uw temperatuur te meten.

Belangrijk om te weten over continue monitoring

Het doorlopend meten van uw vitale waarden betekent niet dat uw vitale waarden doorlopend bewaakt worden. Bewaken betekent dat de vitale waarden 24 uur per dag in de gaten worden gehouden door de verpleging. Dat gebeurt bijvoorbeeld op de Intensive Care, maar niet op de verpleegafdelingen. Doordat de vitale waarden niet 24 uur per dag in de gaten worden gehouden, kan het soms voorkomen dat een alarm niet door een verpleegkundige wordt gezien. Als het nodig is dat u doorlopend bewaakt wordt, dan wordt u overgeplaatst naar een afdeling waar dit mogelijk is.  

Wat zijn mogelijk nadelen van de ViSi Mobile?

Het gebruik van ViSi Mobile veroorzaakt geen beperkingen. U kunt alles doen wat u zonder het polskastje ook zou doen. Het is wel mogelijk dat het polskastje wat zwaarder aanvoelt dan bijvoorbeeld een horloge om uw pols.

Wat gebeurt er met de gemeten gegevens?

De vitale waarden die de ViSi Mobile meet, worden rechtstreeks doorgestuurd naar uw beveiligde patiëntendossier. De verpleegkundige of arts bepaalt uiteindelijk welke data worden opgeslagen. De overige data worden verwijderd als u wordt afgekoppeld van het polskastje.

Heeft u vragen?

Heeft u nog vragen over deze informatie of over de ViSi Mobile? Dan kunt u die stellen aan uw verpleegkundige.

Omgaan met langdurige onzekerheid over diagnose of behandeling

Tijdens een opname komt er veel op u af. Vaak is een opname gepland en bent u goed voorbereid, soms komt een opname onverwachts. Als u met gezondheidsklachten wordt opgenomen, proberen wij als zorgteam altijd de beste zorg te leveren. Ons streven is om zo snel mogelijk een diagnose te stellen om vervolgens samen met u het behandelplan te bespreken. Bij sommige ziektebeelden duurt het soms langer of lukt het niet om een diagnose te kunnen stellen.

Geen diagnose

Het wachten op een diagnose tijdens een opname kan verschillende emoties met zich mee brengen. U kunt zich hierdoor onzeker, onrustig, angstig, verdrietig of boos voelen. Of een gevoel van onmacht ervaren of dat u weinig grip heeft op de situatie. Iedereen gaat anders met deze onzekerheid om. Wij hebben als zorgteam begrip en aandacht voor hoe u zich voelt tijdens uw opname.

Uw zorgteam

Tijdens uw opnamegesprek leggen we u uit hoe we, samen met u, in een zorgteam werken aan uw zorgplan. Daarin vinden wij een open en laagdrempelige communicatie en wederzijds respect erg belangrijk. Om u de optimale zorg te kunnen bieden, verwachten wij van u dat u ons goed informeert over uw situatie. Ons zorgteam bestaat uit verpleegkundigen, zaalarts, supervisor van de zaalarts, fysiotherapeut, diëtist en logopedist. We leggen de verschillende rollen aan u uit: 

• Verpleegkundigen
  U ziet tijdens uw opname veel verschillende verpleegkundigen. We maken tijdens de opname een zorgplan. In dit plan leggen we alle afspraken vast. Hierdoor weet u waar u aan toe bent en de verpleegkundige ook. Dit zorgplan stellen we samen op zodat we van elkaar weten wat belangrijk en haalbaar is voor iedereen. We evalueren dit plan na enige tijd en passen het zo nodig aan. 
• Zaalarts en supervisor
  De verpleegkundige werkt nauw samen met de zaalarts. Uw vragen over uw ziekte of behandeling kunt u met de zaalarts bespreken. De zaalarts stelt wijzigingen in uw zorgplan vast zoals nieuwe onderzoeken of een verandering in uw medicijnen. En bespreekt dit met u tijdens de dagelijkse visite op de afdeling. De zaalarts bespreekt uw zorgplan ook met een gespecialiseerd arts (de supervisor). Deze supervisor is uw hoofdbehandelaar tijdens uw opname. Als u veel vragen heeft of er veel te bespreken is, kunnen we hiervoor een apart moment inplannen. De wijzigingen in uw zorgplan worden zo veel mogelijk overdag tijdens werkdagen vastgesteld. In spoedsituaties kan het nodig zijn ook in avonden, nachten en weekenden het zorgplan te wijzigen.
• Andere medische specialisten betrekken
  Soms is het nodig om artsen van een ander specialisme bij uw opname te betrekken. Of een medisch maatschappelijk werker, psychiatrisch verpleegkundige of medisch psycholoog. Al deze zorgverleners bespreken hun adviezen met de zaalarts, waarna zij samen met u de vervolgstappen van uw behandeling kunnen afstemmen. Ook informeren we hoofdbehandelaar die u van de polikliniek kent over uw opname en vragen wij zijn of haar hulp als dat nodig is.

Medicatie

De verpleegkundige geeft u uw medicatie zoveel mogelijk tijdens de medicatierondes. Deze rondes zijn vóór de maaltijden en vóór de nacht. Tijdens de medicatierondes draagt de verpleegkundige een geel hesje met het opschrift ‘Medicijnronde, niet storen!’. De verpleegkundige scant uw identificatiearmbandje en vraagt naar uw naam en geboortedatum. Zo weet de verpleegkundige zeker van dat hij of zij de medicatie aan de juiste patiënt geeft.
 

Ontslag

Tijdens uw opname zullen de verpleegkundige en behandelend arts met U de ontslagdatum bespreken en beoordelen wanneer u weer naar huis kunt. Om u zich hier op voor te bereiden, hebben we voor u een hulpmiddel ontwikkeld.

Weer naar huis. Wat wil ik nog weten?

Over medicijnen en verbandmiddelen

• Weet  ik welke medicijnen ik moet gebruiken?
• Heb ik vragen over mijn medicijnen, bijvoorbeeld over bijwerkingen?
• Wil ik mijn medicijnen in een medicijnrol?
• Heb ik verbandmiddelen nodig? Heb ik daar een recept voor nodig?
• Hoe verzorg ik mijn wonden? Heb ik hier hulp bij nodig?
• Waar haal ik mijn medicijnen en verbandmiddelen op?

Over mijn voeding

• Mag ik alles eten en drinken?
• moet ik rekening houden met bijvoorbeeld vochtbeperking of bijvoeding?
• Heb ik sondevoeding nodig?

Over het oppakken van mijn activiteiten

• Mag ik sporten?
• Mag ik autorijden?
• Heb ik thuis fysiotherapie nodig?
• Heb ik hulpmiddelen of aanpassingen nodig?
• Moet ik mijn leefstijl aanpassen vanwege mijn diabetes?

Over de gevolgen van mijn behandeling of operatie

• Heb ik straks nog last? Bijvoorbeeld van pijn, vermoeidheid, vermindere stoelgang, veranderende seksualiteit?
• Ben ik besmettelijk voor mijn omgeving?
• Zitten er nog stoffen van de chemotherapie in mijn bloed, zweet of urine?

Over vervolgafspraken

• Heb ik nog een afspraak op de polikliniek?
• Krijg ik vervolgonderzoeken? Hoe bereid ik me daar op voor?
• Heb ik een afspraak nodig bij de trombosedienst?
• Weet ik in welke situaties ik contact moet opnemen?
• Wie kan ik bellen bij problemen?

 
Over hulp of opvang na ontslag

• Word ik door iemand opgehaald?
• Is er iemand die mij thuis opvang?
• Heb ik straks (extra) hulp nodig? Bijvoorbeeld bij koken, aan- en uitkleden of in en uit bed gaan?
• Heb ik thuiszorg? Wanneer start die?