Onderzoek Coloscopie bij kinderen

Voor het onderzoek

Als onderstaande van toepassing is op je, wil je dit dan aan de verpleegkundige of de dokter vertellen:

• Heb je een afwijking aan je hart of bloedvaten en moet je voor behandelingen antibiotica gebruiken?
• Gebruik je bloedverdunners (zoals Sintrommitis, Marcoumar of Warfarine) of ben je onder controle van de trombosedienst?
• Heb je een stoornis van de bloedstolling?
• Gebruik je Ascal?
• Gebruik je pijnstillers zoals Naprosyne, Voltaren, of Indocid?
• Heb je suikerziekte? 

Darmreiniging

Om je dikke darm van binnen goed te kunnen bekijken, moet deze goed schoon zijn. De arts kan het slijmvlies van je dikke darm alleen onderzoeken als er geen poep meer in je darm is. Daarom heb je een darmreiniging nodig. Deze vindt plaats in het ziekenhuis op de kinderafdeling. 

Voorbereiding

Een dag voor het onderzoek nemen we je op om je darmen schoon te maken. Om je darm heel goed schoon te krijgen mag je de dag voor de endoscopie geen vast voedsel meer eten. Je mag alleen drinken wat helder is. Heldere dranken zijn: water, aanmaaklimonade, frisdrank zonder koolzuur zoals Crystal Clear, DubbelFriss, heldere ontvette bouillon (zonder groenten, vlees, vermicelli), heldere vruchtensappen zonder vruchtvlees zoals appelsap en wit druivensap, koffie en thee zonder melk (koffie beperken tot maximaal 2 kopjes) en heldere isotone sportdranken.

De darmreiniging start met het innemen van laxeermiddelen. Vervolgens start je met lavagevloeistof. Van deze lavagevloeistof krijg je aandrang en uiteindelijk heel dunne poep (ontlasting). Hierbij kan je ook wat darmkrampen krijgen. Na het poepen verdwijnt dit weer. Als je de lavagevloeistof niet goed kan drinken, omdat je het niet lekker vindt of als het teveel is, kunnen we een neus-maagsonde inbrengen. Een neus-maagsonde is een dun slangetje dat we via je neus in je maag inbrengen. Dat is niet prettig. Door de sonde kunnen we je de vloeistof geven en hoef je dit zelf niet meer te drinken. 

Tijdens het onderzoek

De arts gebruikt voor het onderzoek een coloscoop. Dit is een buigzame slang met een doorsnede van ongeveer 1 centimeter. Via de anus brengt de arts de slang in de dikke darm. Aan het eind van de slang zit een videocamera en een lichtbron. Zo kan de arts de binnenkant van je darm zien op een monitor. Om beter overzicht te krijgen van de slijmvliezen blaast de arts soms wat lucht in je darm via de scoop. De arts kan ook kleine hapjes van je slijmvliezen wegnemen (biopten). Deze hapjes (weefselonderzoek) sturen we naar het laboratorium om na te kijken.

Na het onderzoek

Na het onderzoek ga je naar de uitslaapafdeling. Als je na het onderzoek windjes moet laten is dit niet erg. Dit kan gebeuren omdat er wat lucht in je darm is geblazen. Soms kun je ook last hebben van lichte darmkrampen. 

Mogelijke problemen

Problemen na een operatie, noemen we complicaties. Bij een coloscopie zijn er bijna nooit complicaties. Het is een heel veilig onderzoek. Bij minder dan 1 op de 1000 onderzoeken is er een kans op een gaatje in de darm. Het kan dan nodig zijn om met een operatie zo’n gaatje dicht te maken. Soms kan een bloeding of nabloeding ontstaan, ook de kans op zo’n complicatie is erg klein. 

Uitslag

Later die dag komt de dokter langs om de uitslag van de beelden te bespreken. De uitslag van het weefsel-onderzoek van de biopten duurt een paar dagen. We maken daarvoor vervolgafspraken.