Behandeling VRAM-plastiek

Na de behandeling

• Tijdens de opname

  De zaalarts van de plastische chirurgie komt iedere dag bij u langs om te bespreken hoe het met u gaat en om te kijken hoe de wonden genezen.

  Om de VRAM-plastiek goed te laten genezen en ervoor te zorgen dat er niet te veel druk op de wond staat, krijgt u de volgende instructies:

  Minimaal 3 dagen bedrust

  U komt in een speciaal bed te liggen, het zogenaamde Dolphin bed. Dit bed heeft een speciaal matras dat de druk verdeeld. U ligt vooral op uw rug, het liefst zo plat mogelijk, voor ongeveer 3 dagen. Hoe lang u moet blijven liggen is afhankelijk van hoe de wond geneest en wat de plastisch chirurg adviseert. U mag iets rechtop komen om te eten. U mag op uw zij liggen met een kussen tussen uw knieën. 

  Weer lopen

  U mag direct weer staan en lopen. De verpleegkundigen en de fysiotherapeut helpen u hierbij. Zij vertellen u hoe u uit bed kunt komen zonder de wond (de plastiek) teveel te belasten. Er mogen geen schuifkrachten op de wond komen.

  Weer zitten

  De eerste week na de operatie mag u niet zitten op de wond (de plastiek). Afhankelijk van hoe goed de wond geneest vertelt de plastisch chirurg of zaalarts of u mag zitten.

  Het is belangrijk dat u goed rechtop zit, zodat er zo min mogelijk druk op de wond staat. U zit op een speciaal kussen, een ”blokken” zitkussen. U mag eerst maar korte periodes rechtop zitten, maar dit kunt u steeds met 5 minuten verlengen. Eerst 3 x 5 minuten, vervolgens 3 x 10, 15, 20 minuten enzovoort. Heeft u te veel pijn, dan gaat u weer een stapje terug. Overleg ook met uw arts over pijnstilling. Als de wond niet goed geneest kan het zijn dat de arts u een ander advies geeft voor het zitten.  

  Als u weer mag zitten, kunt u het gevoel hebben dat u op een bal zit. Dat wordt veroorzaakt doordat de VRAM-plastiek en de omgeving van de wond nog gezwollen zijn. Dit is gebruikelijk en zal grotendeels wegtrekken. Ongeveer 6 weken na de operatie mag u ook onderuit gezakt zitten. 

• Complicaties en gevolgen

  Geen enkele ingreep is zonder risico’s. Bij elke operatie heeft u kans op trombose, een bloeding, longontsteking of een wondinfectie. Een gevolg van de operatie kan zijn dat de zenuwen die in het kleine bekken lopen, tijdelijk of blijvend beschadigd zijn. Bij mannen kunnen hierdoor seksuele problemen (erectie- en ejaculatieproblemen) ontstaan en bij vrouwen kan het zijn dat de vagina minder vochtig wordt. Ook kunnen er (tijdelijke) problemen bij de blaas ontstaan, waardoor er langer een katheter via de buik of urinebuis geplaatst wordt.

  Bij deze operatie heeft u ook kans op wondgenezingsproblemen, zeker als u bestraald bent geweest in dit gebied. Als u een stoma heeft zijn er soms ook complicaties. Wij doen er alles aan om deze complicaties te voorkomen.

  Psychosociale gevolgen 

  Een VRAM-plastiek is een ingrijpende gebeurtenis, zowel lichamelijk als psychisch. U kunt zich onzeker voelen en u heeft tijd nodig om met uw veranderde lichaam te leren omgaan en de draad van het leven weer op te pakken. Steun en begrip van de naaste omgeving spelen daarbij een belangrijke rol.

• Naar huis

  Omdat u een grote operatie heeft ondergaan met daarbij een VRAM-plastiek, bekijkt de verpleegkundige samen met u of en welke zorg u nodig heeft als u naar huis gaat. Als u nazorg nodig heeft, overlegt de verpleegkundige met het transferpunt.

  Naar huis of naar een zorghotel of revalidatiecentrum

  Afhankelijk van uw thuissituatie en de genezing van de wond, komt de wijkverpleegkundige 1 tot 2 keer per dag uw wond verzorgen. Als u niet naar huis kunt, kijken we samen of u tijdelijk naar een zorghotel of revalidatiecentrum gaat.

  Weer thuis

  Eenmaal thuis merkt u misschien dat uw lichaam erg veranderd is (veranderd lichaamsbeeld). Dit kan heftige gevoelens bij u oproepen. Hier zal ook aandacht voor zijn tijdens de opname op de verpleegafdeling en tijdens de poliklinische controles. Bespreek u gevoelens gerust met de arts of verpleegkundig. Het is normaal dat u deze gevoelens heeft. U hoeft zich hier niet voor te schamen. Vaak heeft dit tijd nodig. Als u daar behoefte aan heeft, kunnen wij ook psychosociale ondersteuning inschakelen, zoals maatschappelijk werk.
  Over het algemeen kunt u na ongeveer 3 maanden weer goed functioneren. Het is vooral belangrijk om naar uw lichaam te blijven luisteren. De manier van omgaan met gevoelens van verdriet en onzekerheid verschilt voor iedereen. Belangrijk is om te blijven praten met de mensen uit uw omgeving, of met deskundigen. Het kan zijn dat u tegen dingen aanloopt als u lichamelijk weer bent opgeknapt. Twijfel niet om hulp of advies te vragen. U kunt bij vragen of problemen altijd contact opnemen met de casemanagers.

• Nazorg en controles

  U krijgt poliklinische afspraken bij de chirurg en bij de stomaconsulent. Een afspraak bij de wondconsulent wordt alleen gemaakt als de wond nog niet dicht is en minder goed geneest.

  Controles 

  Hoe vaak u op controle komt is afhankelijk van hoe goed de wond geneest. Als de wond niet goed geneest, neemt de wondconsulent contact op met de thuiszorgorganisatie of het revalidatiecentrum. Heeft u (of uw hulpverleners) tussentijds vragen, neemt u dan contact op met de wondconsulent.
  
  Lees hier meer over de leefregels na een operatie.

  Contact opnemen

  Heeft u thuis de volgende klachten neem dan contact op: 

  • meer pijn of roodheid van de wonden
  • koorts
  • misselijkheid/braken
  • gedurende twee dagen geen ontlasting via het stoma