Wat is een voor- of achterwandplastiek?
-
Bij een voorwandplastiek brengen we de uitgezakte voorwand van de schede met daarachter de blaas weer op de goede plek.
lees meer -
Met de achterwandplastiek brengen we de uitgerekte achterwand van de schede met daarachter de endeldarm weer op de goede plek.
lees meer
Achterwandplastiek
Met de achterwandplastiek brengen we de uitgerekte achterwand van de schede met daarachter de endeldarm, die u als een bol in de schede voelt of ziet uitpuilen, weer op de goede plek.
In het midden van de achterwand van de schede maakt de operateur de schedewand los van de uitbollende darm die daaronder aanwezig is. Vervolgens wordt het ruime bindweefsel rond de darm ingekort en in het midden aan elkaar gehecht. De darm kan hier nu op rusten en de darmverzakking verdwijnt. Daarna neemt de operateur de bekleding van de schedewand, die ook te wijd geworden is, gedeeltelijk weg. De wand wordt daarna over het bindweefsel en de darm heen gehecht. De achterwand van de schede komt zo weer op de normale plaats en de uitstulping is verdwenen.
Bekkenbodemplastiek
Daarna volgt soms een bekkenbodemplastiek. Hierbij worden de bekkenbodemspieren die zich aan de achterkant van de schede bevinden naar elkaar toegetrokken. Hierdoor wordt de bekkenbodem verstevigd en wordt de ingang van de schede nauwer.
Voor de operatie
De ingreep vindt plaats onder verdoving (lokale verdoving of narcose). Daarom heeft u van tevoren u een gesprek met de anesthesioloog. De anesthesioloog beoordeelt uw algehele gezondheidstoestand. Hij of zij bespreekt ook met u welke medicijnen u wel en niet mag blijven gebruiken.
Behandeling Anesthesie
Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.
lees meerNa de operatie
Als alles goed gaat mag u meestal de dag na de operatie naar huis. Het is belangrijk dat u de eerste 6 weken rustig aan doet.
lees meerNa de operatie
Als u wakker wordt heeft u meestal een katheter (slangetje in de blaas) en een vaginale tampon. De volgende dag worden deze verwijderd. Nadat u zelf geplast heeft, controleert de verpleegkundige met een bladderscan (via de buik) of u goed uitgeplast heeft en uw blaas leeg is.
Naar huis
Meestal mag u de dag na de operatie naar huis.
Het is normaal als u 4 tot 6 weken na de operatie wat meer witte afscheiding heeft. U kunt ook wat bloederige afscheiding hebben. Dit bloed is vaak bruin van kleur.
De eerste 6 weken is het belangrijk om niet (zwaar) te tillen en niet te sporten. Plan ook de eerste 4 tot 6 weken vrij van werk buitenshuis en regel hulp bij zware huishoudelijke bezigheden of zorg voor kleine kinderen. U kunt wel licht huishoudelijk werk doen.
U mag direct na de operatie weer douchen. Wacht met het nemen van een bad tot de bloederige afscheiding uit de vagina gestopt is. Gebruik geen tampons de eerste 6 weken na de operatie, en wacht 6 weken met vrijen.
Om obstipatieproblemen te voorkomen, adviseren wij het volgende; eet vezelrijke voeding, zoals volkoren producten en fruit en drink minimaal anderhalf tot twee liter per dag.
Opnieuw een verzakking
Na de operatie is eer een kan (30%) dat er opnieuw een verzakking optreedt van de voor- en/of achterwand. Er zijn helaas geen behandelingen die garanderen dat verzakkingen niet meer terugkomen.
Verzakking van de schede
Symptomen van een verzakking zijn het gevoel van een bal in uw schede of een bal die uit de schede komt. Het kan een trekkend of zwaar gevoel in uw schede of onderrug veroorzaken. Ook kunt u moeite hebben met plassen en het hebben van ontlasting.
lees meerComplexe gynaecologie
We onderzoeken en behandelen patiënten met goedaardige (benigne) gynaecologische problemen, zoals bekkenbodemproblemen, endometriose, verzakking, bekkenbodempijn en kinderen met aangeboren gynaecologische afwijkingen.
lees meer