Over de behandeling
We onderzoeken een slagader in uw been of arm met behulp van röntgenstraling en contrastmiddel. Hierbij dienen we de bloedverdunner alteplase toe om een verstopping (veroorzaakt door een bloedstolsel) op te lossen. Uw bloed kan daarna weer doorstromen en voldoende zuurstof afgeven in de weefsels.Voorbereiding
Bij een alteplasebehandeling mag u tot 2 uur vóór de behandeling niets eten en drinken. In spoedsituaties kan hiervan worden afgeweken. U krijgt 2 infusen voor de behandeling: voor het toedienen van vocht en/of medicatie. lees meerDe behandeling
Op de röntgenafdeling krijgt u een onderzoek van de slagader in uw been of arm (angiografie). Onder plaatselijke verdoving brengt de radioloog via de slagader in uw lies of elleboog een toegangsbuisje (sheath) in. lees meerDe behandeling
Op de afdeling interventie radiologie krijgt u een onderzoek van de slagader in uw been of arm met behulp van röntgenstraling en contrastmiddel. Onder plaatselijke verdoving met behulp van een verdovingsprik brengt de radioloog via de slagader in uw lies of elleboog een toegangsbuisje (sheath) in. De radioloog brengt via deze sheath de katheter in en spuit contrastvloeistof in de bloedvaten. Zo worden de bloedvaten zichtbaar op een beeldscherm. Het contrastmiddel geeft een warm en soms prikkelend gevoel in het onderzochte gebied. Dit gevoel trekt snel weg. Dit inspuiten herhalen we een paar keer, om te zien waar de verstopping zit. De radioloog plaatst de katheter in het stolsel dat de verstopping veroorzaakt en dient via de katheter alteplase in het stolsel toe. Enkele uren na de plaatsing van de katheter in het stolsel herhalen we het onderzoek om te kijken of het stolsel al kleiner is geworden. Het is mogelijk dat we deze procedure nog enkele keren herhalen.Zodra de sheath in de lies is geplaatst, is het belangrijk dat u rekening houdt met de volgende aandachtspunten:
- blijf plat liggen met maar één hoofdkussen zodat de sheath en katheter in de lies niet kunnen afknellen of verschuiven, dit om een een bloeding te voorkomen.
- laat uw benen gestrekt liggen om afknelling van de sheath en de katheter in de lies te voorkomen.
- Als we een sheath in de elleboog plaatsen is het belangrijk dat u de arm niet buigt. U mag draaien in bed met hulp van de verpleegkundige.
- geef bij de verpleegkundige aan als u ergens pijn heeft of als u zich niet goed voelt.
Tijdens de behandeling moet u nuchter blijven, omdat het kan gebeuren dat we acuut moeten ingrijpen. Het is wel toegestaan om tijdens de behandeling een slokje te drinken. De radioloog geeft bij de verpleegkundige aan of u een lichte maaltijd mag nuttigen. U mag uw tanden niet poetsen en mannen mogen zich niet scheren zolang alteplase wordt toegediend, omdat er makkelijk bloedingen kunnen ontstaan.
De gemiddelde duur van de alteplasebehandeling is 24 of 48 uur. Daarna bekijken we of het stolsel voldoende is opgelost. Als dat niet het geval is, kan de arts samen met u besluiten tot een dotterbehandeling (met eventueel het plaatsen van een stent) of een operatie.
Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving
Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd, bijvoorbeeld om een wond te hechten. lees meerLokale anesthesie Plaatselijke verdoving
Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.
Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.
Bijwerkingen
Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.
Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.
Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.
Na de verdoving
Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.