Behandeling TIPS-procedure

De behandeling

Een TIPS-procedure wordt uitgevoerd om de verhoogde druk in de aders van de lever te doen afnemen. Wanneer uw lever beschadigd is, ondervindt het bloed weerstand om door de lever te stromen. Dit wordt portale hypertensie genoemd. Portale hypertensie kan leiden tot verschillende problemen, waarvoor een TIPS geplaatst wordt:

• Toename van vocht in de buikholte (ascites) wanneer dit niet meer reageert op andere behandelingen (dieetvoorschriften, medicatie);
• Bloedingen van de ‘spataderen’ (varices) van de maag, slokdarm of darmen, die niet onder controle te krijgen zijn met medicijnen of endoscopische behandelingen;
• Een blokkade in een of meer van de bloedvaten van de lever naar het hart. Dit is het Budd-Chiari syndroom.

Voorbereiding op de procedure

Medicijnen

Het is erg belangrijk dat uw behandelend arts op de hoogte is van de medicijnen die u gebruikt. Dit geldt voornamelijk voor bloedverdunners en tabletten voor de behandeling van suikerziekte (metformine). Bespreek dit met uw arts, zodat het duidelijk is of u de medicijnen kunt blijven gebruiken voor het onderzoek. Als blijkt dat u moet stoppen met bepaalde medicatie, spreek dan duidelijk af wanneer u deze weer mag innemen.

De dag voor de procedure wordt u opgenomen

Als u veel vocht in de buikholte heeft, gaat u naar de afdeling Radiologie, waar het buikvocht via een dunne drain wordt afgevoerd. Deze drain blijft tot na de procedure zitten. Ook de zaalarts komt bij u langs. Het is voor de arts belangrijk te weten welke medicatie u gebruikt en of u ergens allergisch voor bent, bijvoorbeeld voor contrastmiddel of sommige antibiotica. Ook moet u melden als u zwanger bent. Verder wordt eventueel uw bloed onderzocht en zal er een infuusnaald worden ingebracht in uw arm.

Nuchter

Op de dag van de procedure moet u vanaf middernacht nuchter blijven. Vraag vooraf aan uw arts welke medicijnen u wel of niet mag innemen op de dag van de procedure. Voordat u naar de interventieradiologie wordt gebracht, krijgt u van de verpleegkundige antibiotica toegediend via het infuus. Dit is ter voorkoming van eventuele infecties na de procedure.

Uitvoering van de procedure

De procedure vindt plaats in de angiokamer van de interventieradiologie, door een interventieradioloog. Daar zult u door de anesthesist onder narcose worden gebracht, deze houdt u ook tijdens de procedure goed in de gaten. Vervolgens brengt de interventieradioloog via een ader in uw hals (vena jugularis) en via de rechter flank een flexibel slangetje in naar de bloedvaten van de lever. Door middel van contrastmiddel en een röntgenapparaat wordt de juiste locatie bepaald. Hierna wordt met een buisje (stent) de verbinding tussen de twee bloedvaten in de lever gemaakt (zie afbeelding).
De procedure zal, afhankelijk van de complexiteit, gemiddeld een uur tot enkele uren duren.

Na de behandeling

Na de procedure wordt u wakker op de uitslaapkamer. U kunt wat last hebben van de plek in uw hals en de flank waar u bent geprikt. Wanneer u weer goed wakker bent, wordt u opgehaald door de verpleegkundige van de afdeling waar u bent opgenomen.  Eenmaal op de afdeling zal de verpleegkundige regelmatig verschillende controles bij u uitvoeren, zoals bloeddruk, pols, temperatuur en inspectie van de wond in uw hals. De eerste paar uur blijft u nog in bed. Als u zich goed voelt en niet misselijk bent, mag u ook weer wat eten en drinken. Wanneer u plotselinge pijn voelt in de buik of rechter schouderstreek, waarschuwt u dan de verpleegkundige.
 
Als er geen complicaties zijn kunt u gemiddeld na 4 dagen het ziekenhuis verlaten. Uw gewone dagelijkse activiteiten kunt u meestal na 7 tot 10 dagen weer hervatten.

Weer thuis en u krijgt klachten

Neemt u contact op met de dienstdoende MDL arts (via het hoofdnummer (024) 361 11 11) bij de volgende klachten in de eerste 2 dagen na ontslag:

• Toenemende pijn;
• Verwardheid;
• Toenemend vocht in de buikholte ( houdt u er rekening mee dat het vocht in de buikholte nog niet geheel verdwenen is, maar geleidelijk gedurende een paar maanden verdwijnt);
• Koorts

Afspraak maken of verhinderd

Uw behandelend arts vraagt uw onderzoek of behandeling bij ons aan. U ontvangt van ons een oproep.
Moet uw onderzoek of behandeling binnen 15 weken plaatsvinden, dan ontvangt u de oproep zo snel mogelijk.
Heeft u met uw arts afgesproken dat het (controle-)onderzoek pas over een paar maanden gaat plaatsvinden, dan ontvangt u de oproep ongeveer 15 weken voor het onderzoek, niet eerder.

Het is belangrijk dat u op tijd aanwezig bent, omdat anders het onderzoek niet kan doorgaan. Als u op de afgesproken tijd verhinderd bent, neem dan zo snel mogelijk contact met ons op. Belt u dan tijdens kantooruren van 8.30-17.00 uur met de afdeling Radiologie telefoonnummer (024) 361 45 29  We maken dan, als dat mogelijk is, meteen een nieuwe afspraak.