Behandeling Röntgenonderzoek en behandeling van aders

Tijdens de behandeling

Over het algemeen is er bij een behandeling van de venen (aders) bij de Interventieradiologie sprake van een dagopname.

Tijdens de behandeling ligt u op uw rug op de behandeltafel. We desinfecteren uw liezen, vervolgens wordt u afgedekt met een steriel doek. Hierna verdoven we met een verdovingsprik het liesgebied en wordt de ader aangeprikt (slechts in specifieke omstandigheden krijgt u algehele narcose).

Na het aanprikken van de vene (ader) in de lies, plaatsen we een toegangsbuisje (sheath). Deze sheath vormt de toegang tot de bloedvaten en via dit buisje brengen we verschillende katheters in. Met behulp van röntgenstraling en contrastmiddel beelden we de bloedvaten af. Het contrastmiddel geeft een warm en soms prikkelend gevoel in het onderzochte gebied. Dit gevoel trekt snel weg. Als de behandeling klaar is verwijderen we de sheath en dichten de punctieplaats door het gaatje af te drukken.

Behandel- en onderzoeksmogelijkheden

Vena cava-filter
Een bloedstolsel (trombus) filteren we uit het bloed door een vena cava-filter in de onderste holle ader (vena cava) te plaatsen. Dit doen we met een speciale katheter, die via de eerder geplaatste sheath naar binnen is gebracht. Het filter blijft zitten; we verwijderen deze een aantal weken later. De interventieradioloog ‘vist’ het filter inclusief de bloedstolsels dan met een speciale katheter weer naar buiten.

Embolisatie vena Ovarica / vena Spermatica
Het doel van een embolisatie is het afsluiten (emboliseren) van een bloedvat. Meestal gebeurt dit met behulp van lijm of coils (metalen spiraaltjes). De interventieradioloog zoekt de juiste ader op met een katheter (dit kan lang duren) en laat vervolgens lijm/coils achter in het vat.

Na de procedure kunt u last hebben van een zwaar gevoel of pijn in de onderbuik. Hiervoor mag u paracetamol als pijnstiller innemen. Gebruik geen andere pijnstillers omdat deze invloed hebben op de stolling van de bloedvaten.

Na de behandeling

U kunt naderhand last hebben van een zwaar gevoel of van pijn in de onderbuik. Hiervoor mag u paracetamol als pijnstiller innemen. Gebruik geen andere pijnstillers (zoals ibuprofen, diclofenac of naproxen), omdat deze invloed hebben op de stolling.

Nazorg

Meestal bespreken we het resultaat meteen na afloop van de behandeling met u. Op de verpleegafdeling heeft u nog drie uur bedrust, waarbij de verpleegkundige regelmatig controles bij u uitvoert. Vanwege het gaatje in de liesader moet u plat blijven liggen en het betreffende been gestrekt houden. De afdelingsarts bepaalt of u weer naar huis mag. Meestal is dit dezelfde avond. U mag niet zelf naar huis rijden en de eerste 24 uur na de behandeling niet zwaar tillen of sporten. Het is belangrijk dat u goed drinkt.

Verhinderd? Neem contact met ons op!

Uw behandelend arts vraagt de behandeling aan. U ontvangt een oproep. Het is belangrijk dat u op tijd aanwezig bent, omdat anders de behandeling niet kan doorgaan. Als u op de afgesproken tijd verhinderd bent, neem dan zo snel mogelijk contact op met de afdeling Radiologie. We maken dan, als dat mogelijk is, meteen een nieuwe afspraak.

Het is mogelijk dat we u niet stipt op het afgesproken tijdstip helpen, doordat er spoedgevallen tussendoor kunnen komen.