Adviezen na bestraling Hoofd-hals gebied
De behandeling kan een aantal bijwerkingen veroorzaken. Deze nemen meestal de eerste 7 tot 10 dagen toe. Daarna treedt er pas een verbetering op.
Vermoeidheid
U voelt zich waarschijnlijk moe. Dit komt door de behandeling en ook omdat u nu toe kunt geven aan de moeheid. Het is belangrijk om overdag niet te lang achter elkaar te slapen. Laat u wekken door de wekker zodat de periodes tussen het eten en spoelen niet te lang zijn. Probeer iedere dag even naar buiten te gaan om een klein stukje te wandelen. Het is normaal dat u de eerstkomende weken moe blijft.
Pijn
Waarschijnlijk gebruikt u nu pijnstillers. Gebruik deze zoals u heeft afgesproken met uw behandelend radiotherapeut. Als de medicatie onvoldoende is, neem dan contact op met de afdeling Radiotherapie. Als u minder pijn heeft, is het belangrijk om de medicatie in stappen af te bouwen. Voor advies kunt u contact opnemen met de verpleegkundigen van de afdeling Radiotherapie.
Huid
Het kan zijn dat uw huid stuk is gegaan tijdens de bestraling. U heeft dan van de verpleegkundige informatie en materiaal voor de verzorging meegekregen. Het kan ook zijn dat uw huid stuk gaat na de bestraling. De verpleegkundige geeft u de laatste dag van de bestraling verbandmateriaal en instructies mee. Als uw huid toch stuk gaat, neem dan contact op met de verpleegkundige (024) 361 53 14. Als uw huid nog heel is, mag u uw huid 2 tot 3 keer per dag insmeren met de voorgeschreven crème. Het kan prettig zijn om de crème in de koelkast te leggen. Dit heeft een verkoelend effect bij het aanbrengen. Als uw huid genezen is, hoeft u geen verband meer te gebruiken.
Uw huid blijft kwetsbaar. Blijf daarom altijd voorzichtig met het blootstellen aan felle zon. Gebruik een hoge beschermingsfactor, bijvoorbeeld factor 30 of 40.
Slijmproductie
Uw slijmproductie neemt toe. Uw slijm is taaier en moeilijker op te hoesten dan voor de behandeling. Soms kunnen er streepjes bloed bij uw slijm zitten, dit is normaal in deze periode. Afhankelijk van de hoeveelheid slijm kunt u na 2 weken het spoelen met de zout- of sodaoplossing afbouwen.
Problemen met de stoelgang
Soms kan het krijgen van ontlasting een probleem zijn. Dit kan komen door te weinig drinken, pijnstillers, te weinig beweging of een ander voedingspatroon. Als u 3 dagen geen ontlasting heeft gehad, neem dan contact op met de verpleegkundigen van de afdeling Radiotherapie.
Gewichts- en voedingscontrole
Op de afdeling radiotherapie werd uw gewicht en voedingsintake regelmatig door de diëtiste of verpleegkundige gecontroleerd. Het is van belang dat u dit thuis ook regelmatig doet en notities maakt. De diëtist of verpleegkundige neemt telefonisch contact met u op om dit te bespreken. Als het slechter gaat met eten en drinken en u meer dan 2 kg bent afgevallen, neem dan contact met ons op. Dit geldt ook als u al langer klaar bent met de behandeling.
Controle afspraak
Het tijdstip van de eerste controleafspraak is afhankelijk van het type bestraling dat u heeft gehad. Deze afspraak kan plaatsvinden binnen 1 en 6 weken na de behandeling. Tijdens de controle is er ook ruimte om eventuele vragen te bespreken met de verpleegkundige.
Roken
U heeft een zware behandeling gehad. Als u nog niet gestopt bent met roken, dan is het verstandig dit alsnog te doen. Uw huisarts kan u hiermee verder helpen.