Wat zijn puberteitsremmers voor transjongens?
Puberteitsremmers zijn medicijnen die ervoor zorgen dat de hormonen FSH en LH niet aangemaakt worden in je hersenen (in de hypofyse). Doordat deze hormonen niet vrijkomen, maken je eierstokken geen vrouwelijk hormoon (oestrogeen) aan. Zo zorgen we ervoor dat je puberteit wordt geremd.
lees meerWat zijn puberteitsremmers voor transjongens?
Puberteitsremmers zijn medicijnen die ervoor zorgen dat de hormonen FSH en LH niet aangemaakt worden in je hersenen (in de hypofyse). De hypofyse is samen met de hypothalamus de belangrijkste regelaar van je hormoonhuishouding. Doordat deze hormonen niet vrijkomen, maken je eierstokken geen vrouwelijk hormoon (oestrogeen) aan. Zo zorgen we ervoor dat je puberteit wordt geremd.
We schrijven puberteitsremmers voor zodat je lichaam zich niet verder ontwikkelt naar het vrouwelijke geslacht. Het effect van deze behandeling is grotendeels omkeerbaar. Als je besluit te stoppen met deze hormoonbehandeling gaat je eigen puberteitsontwikkeling verder. Zo heb je de tijd om na te denken over of en zo ja welke behandeling bij jou past zonder dat je lijf zich al ontwikkelt.
Over de behandeling
Starten met puberteitsremmers
Bij de eerste tekenen van de lichamelijke puberteit kun je starten met puberteitsremmers. Je huisarts of de een medewerker van de thuiszorg geeft de medicatie via een injectie in je bil.
lees meerStarten met puberteitsremmers
Bij de eerste tekenen van de lichamelijke puberteit kun je starten met puberteitsremmers (merknaam Pamorelin). Eerder starten met de behandeling heeft geen zin. Je huisarts of een medewerker van de thuiszorg geeft de medicatie via een injectie (prik) in je bil.
Elke 3 maanden een prik
Het medicijn wordt heel langzaam afgegeven aan het bloed. Daarom heb je maar 1 keer in de 12 weken een prik nodig. Als je bijvoorbeeld op vakantie gaat of de injectie valt precies in de proefwerkweek kan de injectie maximaal 2 weken eerder gegeven worden, maar nooit later. Anders kan de puberteit weer doorzetten.
Over de behandeling
-
De puberteitsremmende medicatie verlaagt het oestrogeengehalte in je bloed. Daardoor worden de lichamelijke veranderingen van de vrouwelijke puberteit geremd.
lees meer
Effecten
De puberteitsremmende medicatie verlaagt het oestrogeengehalte in je bloed. Daardoor worden de lichamelijke veranderingen van de vrouwelijke puberteit geremd. Denk aan borstgroei, het breder worden van de heupen en de (start van de) menstruatie.
Het medicijn draait lichamelijke veranderingen die al hebben plaatsgevonden niet terug. Wel kunnen de borsten iets slapper worden. Hoe zeer dat bij jou het geval is, hangt af van hoe ver de puberteit al op gang gekomen is.
Als je besluit om toch als meisje te leven, kun je stoppen met de behandeling. Je eigen biologische puberteit en de bijbehorende (lichamelijke) ontwikkeling komen dan weer op gang.
-
Zoals bij ieder medicijn kunnen ook bij deze behandeling bijwerkingen optreden. Tijdens de controles op de polikliniek bespreken we deze.
lees meer
Bijwerkingen
Zoals bij ieder medicijn kunnen ook bij deze behandeling bijwerkingen optreden. Tijdens de controles op de polikliniek bespreken we deze.
- Hoofdpijn. Met name als je net gestart bent met de behandeling.
- Gevoeligheid of een (allergische) reactie op de plek waar de injectie wordt gegeven.
- Lichte toename van puberteitsverschijnselen na de 1e injectie. Na de 2e injectie is de puberteit meestal echt geremd.
- Opvliegers (aanvallen van warmte, rood gezicht en transpiratie). Vooral als je net gestart bent met de behandeling.
- Stemmingswisselingen.
- Minder snel groeien. Met name als je start terwijl je in de groeispurt zit, blijf je uiteindelijk wat kleiner dan gemiddeld.
- Afname botdichtheid. In de puberteit maak je normaal gesproken oestrogeen aan, wat ervoor zorgt dat je botten meer calcium aanmaken. Puberteitsremmers zorgen er echter voor dat je geen oestrogeen aanmaakt en dus minder calcium. De bestaande hoeveelheid calcium in je botten kan zelfs afnemen. Daarom is het belangrijk je botten in zo goed mogelijke conditie te houden door genoeg te bewegen. Elke dag 1 uur matig intensief bewegen en 3 keer per week 30 minuten een sport beoefenen waarbij druk op je botten wordt uitgeoefend. Bijvoorbeeld hardlopen, heel stevig wandelen of volleyballen. Gebruik ook elke dag voldoende voedingsmiddelen die calcium bevatten, zoals zuivelproducten.
- Hoge bloeddruk (in zeldzame gevallen).
- Puberteitsremming is een relatief nieuwe behandeling voor gezonde jongeren met genderdysforie. De effecten en mogelijke risico’s op lange termijn zijn nog niet uitgebreid onderzocht in deze groep. Om het risico op complicaties zoals hart- en vaatziekten en suikerziekte zo laag mogelijk te houden, adviseren we je gezond te leven: gezonde voeding, een gezond gewicht, voldoende lichaamsbeweging, niet roken en weinig alcohol.
Gevolgen voor je vruchtbaarheid
Wanneer je start met puberteitsremmers, stopt de werking van je eierstokken. Zo heeft de behandeling invloed op je vruchtbaarheid. Om op latere leeftijd toch eigen kinderen te kunnen krijgen, zijn er verschillende behandelmogelijkheden, zoals eicellen invriezen of je eierstokken behouden. lees meerGevolgen voor je vruchtbaarheid
Wanneer je start met puberteitsremmers, stopt de werking van je eierstokken. Zo heeft de behandeling invloed op je vruchtbaarheid. Om op latere leeftijd toch eigen kinderen te kunnen krijgen, zijn er verschillende behandelmogelijkheden, zoals eicellen invriezen of je eierstokken behouden. Om je eicellen in te vriezen moet je 3 tot 6 maanden stoppen met de puberteitsremmende medicijnen en/of de behandeling met testosteron.De puberteitsremmende medicijnen hebben, voor zover bekend, geen blijvende nadelige gevolgen voor je vruchtbaarheid of de conditie van je eierstokken, baarmoeder en borsten.
Meer informatie
12 vragen over puberteit en puberteitsremming
In de media is discussie over de behandeling van jongeren met genderdysforie met hormonen, bijvoorbeeld de behandeling met puberteitsremmers. Op deze pagina geven we antwoord op 12 belangrijke vragen over puberteit en puberteitsremming.
lees meer12 vragen over puberteit en puberteitsremming
-
Op deze pagina geven we antwoord op 12 belangrijke vragen over puberteit en puberteits-remming.
-
De puberteit is een periode in je ontwikkeling waarin je lichamelijk en psychisch verandert. Met de ontwikkeling van de puberteit bereidt je lichaam zich voor om in de toekomst kinderen te kunnen krijgen.
Lichamelijk
Je lichaam verandert doordat het op een bepaald moment hormonen aanmaakt: vrouwelijke hormonen (oestradiol) worden in de eierstokken aangemaakt en mannelijke hormonen (testosteron) in de zaadballen. We noemen dit de geslachtshormonen. Wanneer je lichaam begint met het aanmaken van deze hormonen noemen we dat de start van de puberteit. De hypofyse (een klein kliertje in je hersenen) geeft dan een signaal af dat ervoor zorgt dat je geslachtsklieren (eierstokken of zaadballen) gaan werken.
Het signaal dat de hypofyse geeft bestaat uit hormonen. Dit zijn stofjes die in kleine hoeveelheden worden afgegeven aan de bloedbaan. Via het bloed komen deze hormonen bij de geslachtsklieren. Aan het begin van de puberteit worden kleinere hoeveelheden hormonen aangemaakt en worden ze langzaam afgegeven aan het bloed. Maar als je al langer in de puberteit bent wordt de hoeveelheid hormonen groter en worden ze ook sneller afgegeven aan het bloed. Daardoor maakt je lichaam ook steeds meer geslachtshormonen aan. Dit is voor jongens en meisjes hetzelfde.
We kunnen niet goed voorspellen wanneer dit signaal vanuit de hypofyse begint. Wel zien we dat als iemands vader of moeder laat in de puberteit is gekomen, hun kinderen vaak ook laat met de puberteit beginnen.
De hoeveelheid hormonen die in pulsen (golven) wordt vrijgegeven.
Psychisch
Hoe je psychisch verandert is minder makkelijk te omschrijven. Vaak wordt gezegd dat je tijdens de puberteit gaat ‘puberen’, maar dat gebeurt ook bij jongeren die lichamelijk nog niet in de puberteit zijn. Tijdens het puberen hebben jongeren meer behoefte om zelf te bepalen wat ze doen, zonder dat ouders of leraren zich daarmee bemoeien. Vaak krijgen ze dan meningsverschillen met ouders/leraren. Ook zien we vaak dat jongeren meer last krijgen van stemmingswisselingen en zich onzeker voelen over hun eigen lichaam.
-
Tijdens de puberteit veranderen je uitwendige geslachtsdelen en lichaamsbouw. Bij meisjes groeien borsten en ze krijgen schaam- en okselhaar en bredere heupen. Bij jongens groeit de penis en de balzak en ze krijgen meer lichaamshaar en spieropbouw. Ook krijgen jongens een lagere stem. Dit komt omdat de adamsappel groeit. De adamsappel ligt in het strottenhoofd, in de keel, waar ook de stembanden liggen. Doordat de adamsappel groeit, verandert de stem.
Bij zowel jongens als meisjes hebben de geslachtshormonen ook invloed op de botopbouw. Je botten worden sterker en kunnen minder snel breken. Dit proces loopt door tot je 25 bent.
Snelheid van de veranderingen
De lichamelijke veranderingen van de puberteit duren 3 tot 4 jaar bij meisjes, bij jongens iets korter. Meisjes komen eerder in de puberteit dan jongens. De puberteit begint bij hen tussen de 8 – 12 jaar, terwijl dit bij jongens tussen de 10 – 14 jaar begint.
Meisjes
Bij meisjes groeien de borsten langzaam. Dit begint met een klein gevoelig knopje onder de tepel dat binnen 2 – 3 jaar uitgroeit tot een gevormde borst van een volwassen vrouw. Meestal wordt een meisje pas aan het einde van deze ontwikkeling voor het eerst ongesteld. Wel begint een meisje al snel na het starten van de borstgroei met groeien. Dit snelle groeien heet een groeispurt. Aan het einde van de puberteit groeit een meisje niet meer in de lengte.
Jongens
Bij jongens begint de puberteit met de groei van de zaadballen. Vaak merken zij dit niet meteen op. De zaadballen groeien langzaam door en zijn binnen 3 jaar uitgegroeid. De stem verandert meestal 1 tot 1,5 jaar na het starten van de puberteit. 1 jaar na de start van de puberteit beginnen jongens snel te groeien (groeispurt). Aan het einde van de puberteit groeit een jongen niet meer in de lengte.
-
Puberteitsremming is een behandeling met hormonen. Dit zijn stofjes die via het bloed naar bepaalde delen van het lichaam gaan en daar voor een bepaald effect zorgen.
We gebruiken puberteitsremmers al lange tijd voor de behandeling van kinderen die te vroeg in de puberteit komen, bijvoorbeeld als een kind van 5 al tekenen van de puberteit heeft. Zo’n kind komt dan te jong in een groeispurt waarna het stopt met groeien. Daardoor blijft dit kind uiteindelijk vaak erg klein. Kinderen die te vroeg in de puberteit komen hebben meestal een ziekte die dit veroorzaakt.
Dezelfde puberteitsremmers gebruiken we voor kinderen met genderdysforie. De hormonen die we hiervoor gebruiken, zijn dezelfde hormonen als die de hypofyse aanmaakt om in de puberteit te komen. Alleen nu worden ze in de spier gespoten en vanuit de spier aan het lichaam afgegeven. Dit proces verloopt veel langzamer en de hoeveelheid hormonen die afgegeven wordt is beter verdeeld waardoor de geslachtsklier (eierstok of zaadbal) geen signaal meer krijgt om geslachtshormonen aan te maken.
Meestal gebruiken we puberteitsremmers die zo’n 12 weken werken. Daarna is er geen stofje meer in de spier over en gaat je hypofyse weer iets grotere hoeveelheden afgeven. Je hebt dan nieuwe puberteitsremmers nodig om te zorgen dat je eigen puberteit niet verder doorzet.
De puberteitsremmers zorgen ervoor dat je hypofyse 12 weken lang geen hormonen afgeeft. Als je na 12 weken geen nieuwe prik met puberteitsremmers krijgt, gaat de hypofyse weer hormonen in pulsen (golven) afgeven.
-
Sommige lichamelijke veranderingen van de puberteit zijn niet terug te draaien. Denk aan borstgroei of de verandering van de stem. Als je biologische geslacht niet past bij hoe je je voelt, kun je je hier zorgen over maken. Door de behandeling met puberteitsremmers stoppen we de verdere lichamelijke ontwikkeling. Uit onderzoek blijkt dat het hierdoor psychisch beter met je kan gaan.
Wanneer starten
We kunnen pas met puberteitsremmers beginnen als de eigen puberteit al uit zichzelf begonnen is. Als er nog geen eigen puberteit is, kan deze ook niet geremd worden.
Wanneer niet meer starten
Als je de puberteit al helemaal of voor een groot deel hebt doorlopen, helpen puberteitsremmers niet meer. De borsten of penis/zaadballen zijn dan al uitgegroeid. Puberteitsremmers kunnen dit proces niet omkeren.
-
Je krijgt puberteitsremmers met een injectie (prik) in de spier. Je eigen huisarts of de (kinder)thuiszorg kan deze injectie elke 12 weken toedienen. De injectie kan wat gevoelig zijn. De eerste dagen na de prik kun je hoofdpijn krijgen. Meestal helpen pijnstillers zoals paracetamol hier goed tegen.
Je mag de injecties maximaal 2 weken eerder krijgen als je bijvoorbeeld op vakantie gaat, maar later mag niet. Tussen 2 injecties zit dus altijd minimaal 10 en maximaal 12 weken. Als de injecties niet op het juiste moment worden gegeven, kan de eigen puberteit (versneld) weer terugkomen.
-
Puberteitsremmers zorgen ervoor dat de ontwikkeling van je puberteit wordt afgeremd, maar ze gaan de ontwikkelingen die al geweest zijn niet tegen.
Transjongens
Heb je al uitgegroeide borsten? Dan worden deze vaak minder gevoelig en gespannen, maar ze worden niet kleiner, hoogstens wat slapper. Jongeren, die een binder dragen, blijven dit meestal ook na het starten met de puberteitsremmers doen. Als je al ongesteld bent geworden stopt dit als je puberteitsremmers krijgt.
Transmeisjes
Je penis en zaadballen stoppen met groeien. Ook stopt de extra haargroei en groei van de spieren. Puberteitsremmers voorkomen dat je stem lager wordt, maar als je stem al lager is, kunnen we dit niet omkeren. Als je penis en zaadballen al helemaal zijn uitgegroeid, verandert dit niet meer. Ook de verandering van de lichaamsbouw kunnen we niet meer omkeren.
-
De puberteitsremmers zorgen ervoor dat je lichaam niet verder in de puberteit komt. Maar voor zover bekend, is dit geen blijvend effect als je stopt met deze hormonen. Ook zijn er geen nadelige gevolgen bekend voor de conditie van zaadballen, eierstokken, baarmoeder en borsten.
Transjongens
Als je in de toekomst je eigen eicellen wilt gebruiken om kinderen te krijgen, moet je minstens 3 tot 6 maanden stoppen met puberteitsremmers (en/of testosteron) om te zorgen dat je eierstokken weer eicellen aanmaken.
Transmeisjes
Als je in de toekomst je eigen zaadcellen wilt gebruiken om kinderen te krijgen, moet je 3 tot 9 maanden stoppen met puberteitsremmers om te zorgen dat je zaadballen weer zaadcellen aanmaken. Je mag dan ook nog niet gestart zijn met vrouwelijke hormonen. Je zaadballen maken pas zaadcellen aan als ze een bepaalde grootte hebben. Hiervoor moet je dus al enige tijd in de puberteit zijn. Daarom bespreken we dit vóórdat je start met puberteitsremmers.
-
Puberteitsremmers worden nog niet heel lang gegeven aan jongeren met genderdysforie. Daarom zijn de effecten en mogelijke risico’s op lange termijn voor deze groep nog niet uitgebreid onderzocht. We kunnen de effecten ook niet vergelijken met de behandeling met puberteitsremmers op jongere leeftijd, ondanks dat de hormonen daarvoor al langer gebruikt worden. Jongere kinderen horen namelijk geen geslachtshormonen aan te maken, de puberteitsremmers zorgen hiervoor. Maar bij jongeren met genderdysforie die vanwege hun leeftijd al in de puberteit horen te zijn en bij wie we deze af willen remmen, hebben de hormonen een ander effect.
Opvliegers, stemmingswisselingen en hoge bloeddruk
Door de behandeling met puberteitsremmers kun je opvliegers krijgen. Denk bij opvliegers aan aanvallen van warmte, een rood gezicht en zweten. Dit komt vooral voor als de puberteit al een tijdje aan de gang is geweest. Ook kun je stemmingswisselingen krijgen. Heel soms krijgen jongeren hoge bloeddruk van de hormonen. Tijdens de behandeling controleren we dit.
Botontkalking en botbreuken
Door de aanmaak van de geslachtshormonen testosteron of oestrogenen bouwen je botten in de puberteit meer kalk op. Omdat je geen testosteron of oestrogenen aanmaakt als je puberteitsremmers gebruikt, bouw je dus minder kalk op in je botten en de kalk die al aanwezig is in je botten kan minder worden. Als je langere tijd puberteitsremmers gebruikt kun je botontkalking krijgen. Dat betekent dat je makkelijker een bot kunt breken.
Seksuele veranderingen
Bij transjongens kan de vagina droger worden. Ook kunnen seksuele gevoelens minder worden.
-
Bewegen en voeding
Een bijwerking van puberteitsremmers is dat de opbouw van kalk minder wordt en kalk die al in je botten aanwezig is zelfs minder kan worden. Daarom is het belangrijk om je botten in een zo goed mogelijke conditie te houden. Dit kan door voldoende te bewegen: minstens 3 keer per week 30 minuten intensief bewegen of elke dag 1 uur matig intensief. Ook raden we aan om elke dag 3 porties calcium- (kalk)houdende producten te gebruiken, zoals zuivelproducten. Kijk op de website van het Voedingscentrum om te zien in welke producten veel calcium zit.
Gezond leven
Omdat bijwerkingen van puberteitsremmers op lange termijn nog niet bekend zijn, is het belangrijk om het risico op complicaties zoals hart- en vaatziekten en suikerziekte zo laag mogelijk te houden. Daarom geldt het advies om gezond te leven. Dit houdt in dat je:
- een gezond gewicht hebt,
- gezond eet en drinkt,
- voldoende sport/beweegt
- niet rookt
- niet teveel alcohol drinkt.
-
Wanneer je puberteitsremmers gebruikt als de puberteit nog niet volledig op gang is, word je niet meer ongesteld. Als je de puberteit al volledig hebt doorlopen, hebben puberteitsremmers weinig effect meer op je lichaam. Ze kunnen dan wel zorgen dat je niet meer ongesteld wordt. Dit kunnen we ook met andere medicijnen regelen. Bijvoorbeeld met progesteron tabletten. Deze tabletten hebben het voordeel dat je minder last krijgt van botontkalking.
-
In sommige landen is een behandeling met hormonen voor jongeren met genderdysforie verboden. Bijvoorbeeld in Zweden, Groot Brittannië en Frankrijk. Dit komt omdat de effecten van de behandeling op langere termijn nog niet goed genoeg bekend zijn. In deze landen vindt men dat de voordelen van puberteitsremmers voor transjongeren (het verbeteren van hoe de jongere zich voelt) niet opwegen tegen de risico’s die de jongere loopt door de hormonen wel te gebruiken.
Ook zijn er gevallen bekend waarbij jongeren achteraf spijt hadden van de behandeling. Zij vinden dat hun arts hen niet voldoende had verteld over de gevolgen van de behandeling.
Situatie in Nederland
In Nederland is de behandeling met hormonen bij jongeren met genderdysforie niet verboden, maar er gelden wel strenge regels om ervoor te zorgen dat de behandeling veilig en zorgvuldig gebeurt. Zo krijg je als je een behandeling met puberteitsremmers wilt eerst een uitgebreide beoordeling van een gespecialiseerd genderteam. Ook is het belangrijk dat jij en je ouders informatie krijgen over de effecten van de behandeling en over de risico’s voor je gezondheid. Daarom word je onderzocht door een arts en wordt gekeken naar andere risicofactoren, zoals ziektes in je familie, roken of overgewicht. Verder krijg je een gesprek over de invloed van puberteitsremmers op de vruchtbaarheid. Pas nadat alle stappen doorlopen zijn, kun je samen met het genderteam besluiten of de behandeling met puberteitsremmers kan beginnen.
Controles in het Radboudumc
De behandeling met puberteitsremmers is een medische handeling waarvoor je regelmatig op controle moet komen. Zo kunnen we zien wat het effect is van de behandeling en zien we zo snel mogelijk of er bijwerkingen zijn. Je komt daarvoor elke 4 maanden op onze polikliniek. Soms kan een deel van de afspraken via een video-afspraak. Meestal nemen we 1 keer per jaar bloed af om de hoeveelheid hormonen in je bloed te meten en mogelijke bijwerkingen op te sporen. Daarnaast heb je regelmatig gesprekken met de psycholoog. Als je twijfelt over de behandeling kun je dit altijd bespreken. Dan kijken we samen naar de beste oplossing.
-
De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) adviseert om de behandeling van transjongeren met puberteitsremmers alleen toe te staan in een gespecialiseerd gendercentrum. Wel werken we samen met kinderartsen van andere ziekenhuizen. Vaak vragen we de (kinder)thuiszorg, je huisarts of een kinderarts bij jou in de buurt om je de injecties te geven.
Radboudumc Expertisecentrum voor Geslacht & Gender
Het Radboudumc Expertisecentrum Geslacht & Gender houdt zich bezig met stoornissen/variaties van de geslachtelijke en/of geslachtschromosomale differentiatie.
lees meer