Over de operatie
U komt in aanmerking voor een operatie als u geen uitzaaiingen heeft en uw lichamelijke conditie goed genoeg is. Tijdens de operatie verwijderen we de slokdarm en het bovenste gedeelte van de maag. lees meerOver de operatie
We verwijderen de slokdarm samen met het begin van de maag. Van het overgebleven deel van de maag (twee derde) maken we een buis: de buismaag. Deze verbinden we als ‘nieuwe slokdarm’ weer met het resterende deel van de slokdarm. Deze verbinding kan in de borstkas of in de hals worden gemaakt en noemen we een anastomose of naad. Maximaal een derde van de maag blijft uiteindelijk echt als maag functioneren.
Als de maag niet bruikbaar blijkt voor het maken van een buismaag (bijvoorbeeld door eerdere operaties aan de maag), kunnen we soms van een stuk van uw darm een slokdarm maken. De risico’s en uitkomsten bij dit soort operaties zijn een stuk slechter dan wanneer we een buismaag maken.
Voorwaarden voor een operatie
- U heeft geen uitzaaiingen op afstand (verder weg dan de lokale lymfklieren).
- U heeft geen andere aandoeningen die het risico op complicaties verhogen.
- Uw longfunctie is voldoende.
- Uw conditie is goed.
- U een goede voedingstoestand.
- U accepteert dat uw kwaliteit van leven afneemt, voor een grotere kans om de ziekte te overleven.
Naar uw afdeling op de verpleegafdeling
Ingang: Hoofdingang
Gebouw: C
Verdieping: 5
Route: 751
Naar uw afdeling op de verpleegafdeling
Bezoekadres
Radboudumc hoofdingang
Geert Grooteplein Zuid 10
6525 GA Nijmegen
Routebeschrijving
Bestraling en chemotherapie gevolgd door operatie
De meeste mensen krijgen eerst een combinatie van chemotherapie en bestraling (chemoradiatie) en daarna een operatie. Dat is om de tumor kleiner te maken, zodat de operatie makkelijker is. Ook verkleint het de kans dat er opnieuw een tumor ontwikkelt.
lees meerBestraling en chemotherapie gevolgd door operatie
De meeste mensen krijgen eerst een combinatie van chemotherapie en bestraling (chemoradiatie) en daarna een operatie. Dat is om de tumor kleiner te maken, zodat de operatie makkelijker is. Ook verkleint het de kans dat er opnieuw een tumor ontwikkelt.
Na de chemoradiotherapie heeft u een paar weken om te herstellen en in een zo goed mogelijke conditie te komen. Dat is belangrijk om de kans op problemen na de operatie te verkleinen. De operatie is meestal 10 tot 12 weken na de laatste bestraling. Mocht uw conditie het dan nog niet toelaten, dan wachten we ook nog wel eens langer.
Voorbereiding
Om het bestralingsplan te maken, maken we eerst een CT-scan. Eerder gemaakte scans zijn daar niet geschikt voor. Tijdens deze scan zetten we tatoeagepuntjes op uw lichaam. Deze zorgen ervoor dat we u iedere dag op dezelfde manier op de bestralingstafel kunnen laten liggen en u zo de bestraling op de juiste plek krijgt. Zodra het bestralingsplan gemaakt is, start de behandeling. Op de eerste dag van de bestraling, start u ook met uw eerste chemokuur.
De behandeling
De bestralingsbehandeling bestaat uit 23 bestralingen die op achter elkaar op werkdagen gegeven worden. Deze behandeling combineren we met wekelijkse chemotherapie. De chemo krijgt u via een infuus.
Complicaties en bijwerkingen
Van de bestraling kunt u bijwerkingen krijgen. De meeste bijwerkingen beginnen in de 2e week van de behandeling. U kunt last krijgen van vermoeidheid, misselijkheid, een branderig gevoel achter het borstbeen, pijn bij het eten of drinken en soms kan uw huid op de plaats van het bestralen verkleuren. De meeste bijwerkingen kunnen we met medicijnen behandelen. De klachten verdwijnen binnen 2 weken na de laatste bestraling.
Het kan dat uw slokdarm wat dikker wordt door de bestraling, waardoor eten en drinken moeilijk voor u kan zijn. Als u voor de bestraling niet kunt eten, kan het nodig zijn om voor of tijdens de bestralingen een voedingssonde te plaatsen. Dit is een slangetje dat via uw neus naar uw maag gaat en ervoor zorgt dat vloeibare voeding in uw maag komt.
Na de chemoradiotherapie
Chemotherapie is het behandelen van kanker met medicijnen die de kankercellen doden of remmen in hun groei. Hierdoor kunnen tumoren kleiner worden. Na de chemoradiotherapie krijgt u een PET/CT-scan om opnieuw te kijken naar de tumor. Ook kijken we of u fit genoeg bent voor een operatie. Als een operatie inderdaad mogelijk is, krijgt u nog een keer informatie over uw operatie.
Uw voorbereiding op de operatie
Behandeling Anesthesie
Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.
lees meerNa de operatie
Na de operatie heeft u veel verzorging nodig. Daarom gaat u eerst naar de intensive care afdeling (IC). lees meerNa de operatie
U ligt na de operatie aan veel slangen:
- Als u tijdelijk beademd wordt, krijgt u daarvoor een buisje in uw keel. Daardoor kunt u niet praten. Zodra u zelf goed kunt ademen, kan het buisje eruit.
- Er zit een plastic slangetje in uw neus (maagsonde) dat naar de buismaag gaat. Deze maagsonde voert het maagsap af. Daardoor bent u minder snel misselijk. De maagsonde blijft minimaal 48 uur zitten.
- U heeft een slangetje naast uw ruggenwervels. Daarmee kan de anesthesioloog pijnstilling geven (zenuwblokkade).
- U heeft 1 of meer infusen waarmee u vocht krijgt. Ook heeft u een infuus in de hals waarmee u vocht en voeding binnen krijgt.
- U heeft een slangetje in de blaas (urinekatheter) naar buiten. Zo vangen we urine op in een zak.
- Uit de borstkas lopen slangetjes om lucht, wondvocht en bloed af te voeren (drains).
Intensive care
Na de operatie heeft u veel verzorging nodig. Daarom gaat u eerst naar de intensive care (IC). U blijft daar minimaal 2 nachten. Meestal kunt u daarna naar de gewone verpleegafdeling. De verpleegkundigen komen vaak bij u kijken, ook ‘s nachts. Ze controleren bijvoorbeeld uw bloeddruk, wonden en drains en ze kijken of u goed doorademt en hoeveel pijn u heeft. Ook krijgt u injecties tegen bloedstolsels (trombose).
Fysio
Het is na een slokdarmoperatie heel belangrijk dat u snel weer goed ademt. Daarvoor is het belangrijk dat u weer rechtop kunt zitten en dat u gaat bewegen, bijvoorbeeld door kleine stukjes te lopen. Een fysiotherapeut helpt u hierbij.
Voedsel
Ook is het belangrijk dat u voldoende voedsel binnenkrijgt. Omdat u na de operatie niet meteen via de mond kunt eten, krijgt u voeding via de bloedbaan of via een sonde. Na een aantal dagen mag u langzaam meer gaan drinken en eten. Na ongeveer een week krijgt u voldoende voeding met uw nieuwe dieet binnen.
Controle
U blijft meestal rond de 10 dagen in het ziekenhuis. Als er complicaties zijn kan dit langer duren.
Controles |
|
1e jaar na de operatie |
Na 1 tot 2 weken thuis, komt u naar het ziekenhuis voor uw eerste controle. De arts of verpleegkundige controleert de wonden en bespreekt hoe het met u gaat. Meestal komt u na 6 weken nog een keer op controle. Daarna om de 3 maanden. |
2 jaar na de operatie |
Elke 6 maanden controle |
3e en 4e jaar na de operatie |
Eén keer per jaar controle |
5e jaar na de operatie |
Controles zijn niet meer nodig |
Soms kunnen de controles bij een ziekenhuis dichter bij u in de buurt.
Lotgenoot
Als u wilt kunt u rondom de operatie en daarna op de polikliniek steun krijgen van een lotgenoot. Dat is iemand die ook geopereerd is en weet wat het is. Dit bespreekt uw arts met u.
Bijwerkingen en complicaties
Zoals bij de meeste behandelingen kunt u last krijgen van bijwerkingen of complicaties. Dit zijn ongewenste of onbedoelde effecten van een medische behandeling. lees meerUitslaggesprek
Na de operatie bij slokdarmkanker onderzoekt de patholoog-anatoom het weggenomen weefsel. Ongeveer tien werkdagen later is de uitslag bekend. lees meerUitslaggesprek
Na de operatie bij slokdarmkanker onderzoekt de patholoog-anatoom het weggenomen weefsel. Ongeveer tien werkdagen later is de uitslag bekend. De multidisciplinaire werkgroep bespreekt deze eerst. Multidisciplinair betekent dat alle betrokken specialisten aanwezig zijn. Daarna bespreekt uw hoofdbehandelaar de uitslag met u op de polikliniek.
Op grond van de uitslag kan een goede uitspraak worden gedaan over de kans op genezing. Deze uitslag heeft bij slokdarmkanker meestal geen invloed op nabehandelingen.
Slokdarmkanker
Slokdarmkanker is een kwaadaardig gezwel van de slokdarm. lees meerBeter uit bed
Bij het Radboudumc kiezen we voor een actief herstel. Vanuit de gedeelde visie dat het stimuleren van activiteit voor, tijdens en na de ziekenhuisopname beter is voor het herstel van de patiënt.
lees meer