Over de behandeling

Als het kraakbeen van uw kniegewricht ernstig beschadigd of versleten is, is vervanging vaak de enige oplossing lees meer

Over de behandeling

Het kniegewricht bestaat uit het scheenbeen en het dijbeen. De uiteinden daarvan zijn bedekt met een laagje kraakbeen zodat de knie soepel kan bewegen. Deze laag is elastisch en kan de schokken en stoten die tijdens normaal gebruik van de knie optreden goed opvangen. Als het kraakbeen ernstig beschadigd of versleten is, is vervanging vaak de enige oplossing. Slijtage van het kniegewricht kan ontstaan door:

  • kraakbeenziekten
  • stofwisselingsziekten
  • reumatische artritis
  • een botbreuk
  • verwijdering van de meniscus

Klachten

Bij een beschadigde of versleten knie heeft u meestal pijn bij (trap)lopen en lang staan.
Na perioden van rust, zoals slapen en langdurig zitten, heeft u startpijn. Het gewricht lijkt dan vast te zitten en bewegen wordt pas na enige tijd minder pijnlijk. Fietsen geeft doorgaans minder klachten omdat u het gewricht bij deze beweging niet belast.

Door de stijfheid en de pijn gaat u bepaalde bewegingen vermijden. Dit kan in de loop van de tijd tot ernstige bewegingsbeperking in het gewricht leiden. Ook kan uw looppatroon hierdoor veranderen. De pijn kan ook oorzaak zijn van gestoorde nachten omdat de stijfheid in rust toeneemt. De arts stelt de ernst van de aandoening vast aan de hand van uw klachten, in combinatie met een lichamelijk onderzoek en röntgenonderzoek.

Oorzaken

Er zijn verschillende afwijkingen die slijtage van het kniegewricht kunnen veroorzaken, zoals kraakbeen- en stofwisselingsziekten en kraakbeenbeschadiging na een botbreuk. Ook wanneer de meniscus is verwijderd, is de kans op slijtage groter. Reumapatiënten hebben ook vaak knieproblemen doordat hun ziekte het kraakbeen aantast. De oorzaak van een versleten knie is in veel gevallen echter onduidelijk.


Contact Verpleegafdeling C2

Luister het volledige keuzemenu af om doorverbonden te worden met de juiste afdeling.
(024) 361 40 14

Voorbereiding

Voorafgaand aan de operatie zijn er een aantal dingen die u ter voorbereiding moet doen. Denk hierbij aan nuchter blijven of medicatiegebruik.

lees meer

Voorbereiding

Voordat u een operatie of ingreep bij ons krijgt, is het belangrijk om met de volgende zaken rekening te houden:

  • Koorts of griep
    Heeft u een aantal dagen voor de ingreep koorts of griep, neem dan contact op met de opnameplanning.
  • Scheren / crème
    U mag 5 dagen voor de ingreep de plek waar u wordt geopereerd niet scheren. Ook vragen wij u om geen vette crème te smeren op de dag van de operatie.
  • Sieraden, make-up, brillen en lenzen
    U mag tijdens de operatie geen make-up, sieraden, contactlenzen, bril of gebitsprothese dragen. Als dit erg vervelend is voor u, overleg dit dan met de anesthesioloog. Het is tegenwoordig niet meer nodig om nagellak of kunstnagels voor een operatie of onderzoek te verwijderen.
  • Piercings
    Piercings op de plek waar u geopereerd wordt of die in de mond, lippen, tong of neus zitten, moeten vooraf verwijderd worden. Ook scherpe piercings, of piercings waar u op ligt moeten verwijderd worden. Andere piercings mogen blijven zitten. Overleg dit met uw anesthesioloog.
  • Medicijnen
    Uw behandelend arts bespreekt met u welke medicijnen u mag blijven gebruiken en welke u tijdelijk moet stoppen.
  • Roken
    U kunt zelf een grote bijdrage leveren aan uw herstel en de kans op complicaties verkleinen door uw lichamelijke conditie te verbeteren, gezonde voeding te eten en te stoppen met roken. Om infecties te voorkomen, de genezing van de operatiewond te verbeteren en voor uw algehele gezondheid raden wij u zéér dringend aan ruim vóór de geplande ingreep te stoppen met roken. Voor hulp hierbij kunt u terecht bij uw huisarts. Rook in ieder geval niet op de dag van de ingreep.

Nuchter zijn

Het is belangrijk dat u nuchter bent tijdens uw operatie of onderzoek. Dit betekent dat u van tevoren niets meer mag eten en drinken, zodat uw maag zo leeg mogelijk is. Zo kan er geen eten of drinken in uw luchtpijp of longen terecht komen tijdens uw operatie of onderzoek. Hieronder leest u welke regels hiervoor gelden.

Eten

  • Tot 8 uur voor uw operatie of onderzoek mag u normaal eten zoals u gewend bent. 
  • Vanaf 8 uur voor uw operatie of onderzoek mag u niets meer eten. 

Drinken

  • Tot 8 uur voor uw operatie of onderzoek mag u normaal drinken zoals u gewend bent. 
  • Vanaf 8 uur voor uw operatie of onderzoek mag u alleen nog waterige vloeistoffen drinken, zoals water, thee en koffie (zonder melk, suiker mag wel), limonade, frisdrank of sap zonder vruchtvlees. 
  • Vanaf 2 uur voor uw operatie of onderzoek mag u niets meer drinken. 
  • Tot 1 uur vóór uw operatie of onderzoek mag u wel een paar slokjes water drinken als u medicijnen moet innemen.

Keuzehulp anesthesie

Om de operatie goed te kunnen doorstaan, krijgt u ‘anesthesie’ (verdoving) en pijnstilling. In deze keuzehulp krijgt u uitleg over de verschillende vormen van anesthesie en pijnstilling, plus de voor- en nadelen hiervan.
Bekijk hier de keuzehulp anesthesie.

Voorbereiding op de afdeling

  • Kleding
    In verband met de hygiëne krijgt u een speciaal blauw operatiehemd aan. Op het operatiecomplex krijgt u een operatiemuts.
  • Premedicatie
    Ter voorbereiding op de anesthesie krijgt u vóór de ingreep vaak al enkele tabletten. Meestal zijn dit pijnstillers waardoor u na de ingreep minder pijn hebt. Soms gaat het om een middel dat angst of spanning vermindert.

Veiligheid

Rondom uw behandeling zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd. Regelmatig wordt bijvoorbeeld naar uw naam, geboortedatum gevraagd. Vlak voordat de ingreep start vindt de zogenaamde ’Time out’ plaats. Hiermee verzekeren we dat u de juiste patiënt bent en dat u de juiste behandeling krijgt.

De behandeling (operatie, onderzoek of ingreep)

De verpleegkundige brengt u in uw bed naar de operatie- of behandelafdeling. Daar ziet u de anesthesioloog en de anesthesiemedewerker. Één van beide is voortdurend bij u. Voordat u de verdoving krijgt toegediend, krijgt u:

  • elektrodes op de borst om uw hartslag te meten
  • een dopje op uw vinger om het zuurstofgehalte in uw bloed te controleren
  • een bloeddrukband om uw arm om uw bloeddruk te meten
  • een infuus in uw hand of arm waarmee we vocht en medicijnen kunnen toedienen

Voor de operatie

Een operatie is een ingrijpende gebeurtenis. Een goede voorbereiding is daarom belangrijk. Zorg dat u elleboogkrukken heeft geregeld en makkelijke schoenen meeneemt naar het ziekenhuis. lees meer

Voor de operatie

Een operatie is een ingrijpende gebeurtenis. Het herstel vraagt veel wilskracht en inspanning van u, maar ook van uw familie. Een goede voorbereiding is daarom belangrijk. Aangezien u na de operatie enige tijd met krukken moet lopen, bent u afhankelijk van hulp van familie of vrienden bij het doen van boodschappen en het huishouden. Wanneer u geen beroep kunt doen op hun hulp, bespreek dan met uw huisarts de mogelijkheid van hulp thuis of tijdelijke opvang elders.

Om deze operatie goed te laten verlopen moet uw gezondheid zo optimaal mogelijk zijn. Heeft u hart- of longklachten dan moet uw huisarts of een specialist vooraf goedkeuring geven voor de operatie.

Zorg dat u bij de opname een paar stevige, niet al te strakke en makkelijk aan te trekken schoenen (bijvoorbeeld uw wandelschoenen) en pantoffels bij u heeft. Na de operatie treedt er wat zwelling op in het been waardoor strakke schoenen gaan knellen.

Na de operatie kunt u niet zo makkelijk buigen. Een lange schoenlepel of een ‘helping hand’ kunnen dan handige hulpmiddelen zijn. Verder moet u zelf voor de elleboogskrukken in het ziekenhuis en thuis zorgen. De fysiotherapeut in het ziekenhuis kan deze voor u op de juiste hoogte instellen.

 

Verschillende soorten knieprothese


Totale knievervanging

Tijdens de operatie verwijdert de orthopeed de aangetaste gewrichtsvlakken. Vervolgens wordt het bot aangepast aan de vorm van de prothese, waardoor een goede verankering mogelijk is. lees meer

Totale knievervanging

Bij de operatie wordt de knie opengemaakt door een verticale snee van ongeveer 20 centimeter over de voorkant van uw knie. Tijdens de operatie verwijdert de orthopeed de aangetaste gewrichtsvlakken. Vervolgens wordt het bot aangepast aan de vorm van de prothese, waardoor een goede verankering mogelijk is.
Een plastic schijf wordt bevestigd aan een van de metalen delen van de prothese die op het onderbeen is vastgezet en zorgt daardoor voor het soepel bewegen. Tijdens de operatie en soms ook enige dagen na de ingreep, krijgt u antibiotica om de kans op infectie te verkleinen. De ingreep duurt ongeveer 2 uur.


 


Halve knieprothese

Wanneer er alleen artrose bestaat aan de binnenzijde van de knie, kan voor een halve knieprothese worden gekozen. Op deze manier wordt alleen het aangedane deel vervangen en niet de gehele knie. lees meer

Halve knieprothese

Wanneer er alleen artrose bestaat aan de binnenzijde van de knie, kan voor een halve knieprothese worden gekozen. Op deze manier wordt alleen het aangedane deel vervangen en niet de gehele knie. Voordelen hiervan zijn dat er minder bot en kraakbeen wordt verwijderd, u sneller herstelt van de operatie en dat de kniebanden in de knie intact blijven waardoor u uw knie natuurlijker kan bewegen.

Tijdens de operatie verwijdert de orthopeed het versleten kraakbeen van het boven- en onderbeen. Dit wordt vervangen door twee metalen prothesedelen. Een plastic schijf wordt bevestigd aan een van de metalen delen van de prothese die op het onderbeen is vastgezet en zorgt daardoor voor het soepel bewegen.



Tijdens de operatie en soms ook enige dagen na de ingreep krijgt u antibiotica om de kans op infectie te verkleinen. De ingreep duurt ongeveer 2 uur.
 

Knieschijf­prothese

Bij een knieschijfprothese, oftewel een patellaprothese, wordt uitsluitend het patellofemorale gewricht vervangen. Het gewricht tussen boven- en onderbeen blijft ongemoeid. lees meer

Knieschijf­prothese

Bij een knieschijfprothese, oftewel een patellaprothese, wordt uitsluitend het patellofemorale gewricht vervangen. Het gewricht tussen boven- en onderbeen blijft ongemoeid. Daarmee wordt de normale beweeglijkheid van het kniegewricht zo mogelijk behouden. Bij de operatie wordt de knie opengemaakt door een verticale snee van ongeveer 20 centimeter aan de voorkant van de knie. Tijdens de operatie verwijdert de orthopeed het aangetaste gewrichtsvlak. Vervolgens wordt het bot aangepast zodat de prothese er op past.
Achter de knieschijf wordt een plastic component geplaatst. De prothese wordt vastgezet met speciaal botcement. Tijdens de operatie en soms ook enige dagen na de ingreep, krijgt u antibiotica om de kans op infectie te verkleinen. De ingreep duurt ongeveer 1 uur. De wond wordt met nietjes dichtgemaakt. 
 

Knieartrose

Artrose is slijtage aan de gewrichten, die daardoor stijf en pijnlijk zijn. Kraakbeen, dat werkt als een soort schokdemper, is bij artrose dunner en minder soepel of zelfs helemaal verdwenen. lees meer

Naar uw afspraak op de verpleegafdeling

Ingang: Hoofdingang
Gebouw: C
Verdieping: 2
Route: 737

bekijk route

Naar uw afspraak op de verpleegafdeling

Bezoekadres

Radboudumc hoofdingang
Geert Grooteplein Zuid 10
6525 GA Nijmegen

Routebeschrijving

Reis naar Geert Grooteplein Zuid 10
Ga naar binnen bij: Hoofdingang
Ga naar Gebouw C, Verdieping 2 en volg route 737

Complicaties

  • Infectie
  • Trombose
  • Stijfheid
  • Zenuwschade
  • Nabloeding
Lees meer

Complicaties

Complicaties zijn zeldzaam bij een knieprothese. Het is echter belangrijk dat u op de hoogte  bent van de mogelijke complicaties.

  • Infectie: een zeldzame maar ernstige complicatie (kans van 1%). Signalen van een infectie kunnen zijn: koorts, koude rillingen, toenemende pijn, toenemende roodheid of zwelling rond het litteken.
  • Trombose: er bestaat een risico op een afsluiting van een bloedvat met een bloedprop. U krijgt in het ziekenhuis medicijnen om trombose te voorkomen (kans van 2%).
  • Stijfheid (artrofibrose) van het gewricht. De knie kan stijf worden door de vorming van littekenweefsel.
  • Zenuwschade: doofheid, tintellingen of uitval van de voetheffers. Deze complicatie is zeer zeldzaam. Wel komt het vaker voor dat de huid aan de buitenzijde van het litteken doof aanvoelt.
  • Nabloeding: dit uit zich in langdurige en forse zwelling.

Revalidatie tijdens uw opname

Al op onze polikliniek bereiden we u voor op de revalidatie. Deze voorbereiding vindt plaats tijdens een zorgdag. U wordt hierover apart geïnformeerd. lees meer

Revalidatie tijdens uw opname

Wij vinden het belangrijk dat de revalidatie plaatsvindt volgens de principes van het ‘huiskamerproject’. U bent immers niet ziek, want als alles goed verloopt bent u snel beter dan voorheen. Wij zien u dus niet als een zieke patiënt, maar als een patiënt met een blessure. Daarom streven wij ernaar al van af de eerste dag na de operatie de thuissituatie zo echt mogelijk na te bootsen. Dit betekent dat u overdag uw normale kleren draagt, niet in bed ligt, maar zo nodig rust in een relaxstoel en aan tafel eet. De bezoektijden voor de partner zijn ruimer. Hij of zij kan dan hulp bieden en inzicht krijgen in het revalidatieproces. We merken dat onze patiënten deze benadering erg prettig vinden en het blijkt dat ook andere patiënten om deze wijze van revalideren vragen. Alles moet wel passen bij de patient.

Mobiliseren

De dag van de operatie helpt de verpleegkundige u aan het einde van de middag in de stoel. Door op de operatiedag al naar de stoel te mobiliseren, gaat het mobiliseren op de dag na de operatie soepeler. U mag dan even in de stoel. In bed is het verstandig om af en toe uw tenen/enkel te bewegen, de knie goed te strekken (in het bed duwen) en uw bilspieren aan te spannen.

Fysiotherapie

De fysiotherapeut neemt een aantal oefeningen op bed en basisvaardigheden zoals lopen, zitten en traplopen met u door. De fysiotherapeut bespreekt ook problemen die thuis kunnen ontstaan met u.Naast de fysiotherapie zijn er enkele momenten per dag waarop u zelfstandig of onder begeleiding vaardigheden kunt oefenen / trainen. Het trainen is erg belangrijk om de revalidatie soepel te laten verlopen.
 Bij ontslag krijgt u van de arts een aanvraag mee voor fysiotherapie thuis. De fysiotherapeut in het ziekenhuis zoekt, als u dit wilt, samen met u een collega voor verdere nabehandeling en regelt ook de overdracht van de gegevens. Thuis moet u zelf een afspraak maken voor de behandeling.

Ergotherapie

De ergotherapeut probeert samen met u mogelijke problemen bij activiteiten uit het dagelijks leven op te lossen (zoals bij het wassen en het aan‑ en uitkleden). De ergotherapeut is niet dagelijks op de afdelingen Orthopedie of Reumatische Ziekten aanwezig. De arts schakelt hem of haar in als dat nodig is.
Als u nog vragen heeft of problemen ondervindt bij het uitvoeren van bepaalde activiteiten, kunt u contact opnemen met uw arts. Hij of zij kan u naar de afdeling Ergotherapie verwijzen. De ergotherapeut oefent de betreffende activiteiten dan met u, zodat u leert zo zelfstandig mogelijk te functioneren. Breng bij een bezoek aan de afdeling Ergotherapie voorwerpen als sokken, schoenen en andere kledingstukken mee, zodat u de activiteiten zo echt mogelijk kunt oefenen. Tijdens de ergotherapie kan blijken dat u hulpmiddelen nodig heeft. Hulpmiddelen die niet vrij verkrijgbaar zijn kunt u aanschaffen op de afdeling Ergotherapie. Verder kunt u voor hulpmiddelen terecht bij thuiszorgwinkels of leveranciers van revalidatieproducten.

Dagprogramma

Al op onze polikliniek bereiden we u voor op de revalidatie. Tijdens uw tweede poli afspraak, voor de operatie, vertellen we u meer over het revalideren tijdens uw opname. Hieronder ziet u hoe een dagprogramma tijdens uw revalidatie eruit kan zien:

8.00 – 9.30 Ontbijten aan de tafel en wassen/aankleden
9.30 – 10.30 Fysiotherapie
10.30 – 11.30 Ontspannen in de relaxstoel
11.30 – 12.00 Oefenen/trainen, eventueel onder begeleiding
12.00 – 13.00 Lunch aan tafel
13.00 – 14.00 Ontspannen in de relaxstoel
14.00 – 14.30 Oefenen/trainen, eventueel onder begeleiding
14.30 – 15.00 Ontspannen in de rexstoel
15.00 – 16.00 Fysiotherapie
16.00 – 17.00 Ontspannen in de relaxstoel/bezoek
17.00 – 18.00 Avondeten aan tafel
18.00 – 18.30 Oefenen/trainen, eventueel onder begeleiding
18.30 – 20.00 Ontspannen in de relaxstoel/bezoek

Medicijnen

U krijgt na de operatie enkele medicijnen. lees meer

Medicijnen

Omdat u na de operatie minder mobiel bent krijgt u gedurende uw opname een bloedverdunner toegediend. Dit voorkomt thrombose in bijvoorbeeld het been. Dit medicijn heet Nadopradine en zal doormiddel van een kleine injectie 1 keer per dag worden toegediend. Tijdens de opname leert u, of iemand uit uw directe omgeving, hoe u zelf deze spuitjes kunt toedienen. Wij adviseren onze patiënten dit middel tot 6 weken na de operatie te gebruiken.

Revalidatie­schema totale knieprothese

Voor uw revalidatie is het belangrijk dat u een aantal oefeningen om de 3 uur herhaalt. lees meer

Revalidatie­schema totale knieprothese

Dag 0: Operatiedag

U mag onder begeleiding van de verpleegkundige van uw bed naar de stoel.
U mag onderstaande oefeningen doen die u van de fysiotherapeut geleerd heeft tijdens de zorgdag. Deze oefeningen herhaalt u ieder uur 3 keer.
  • Houd uw benen recht en plat op het bed. Beweeg uw voet in een vloeiende beweging met de tenen naar uw neus. Houd deze positie in de eindstand 10 tellen vast.
  • Druk de onderkant van uw knieën naar beneden door de bovenbeenspieren aan te spannen. Leg hierbij eventueel een rolletje onder uw enkel. Houd deze positie 10 tellen vast.
  • Druk uw billen tegen elkaar. U mag hierbij ook met uw romp plat blijven liggen. Houd deze positie 10 tellen vast.
  • Leg een handdoekje of papiertje onder de betreffende voet. Probeer uw voet zoveel mogelijk naar u toe te trekken. Houd deze positie in de eindstand 10 tellen vast.

Dag 1

Fysiotherapie
  • u maakt de transfer van bed naar stoel
  • kniefunctie oefenen op de stoel
  • u loopt met looprek

Oefenen / trainen (zo nodig onder begeleiding)

  • oefeningen op bed 3 keer per dag
  • kniefunctie oefenen op de stoel 3 keer per dag
  • u loopt met looprek 3 keer per dag

Dag 2

Fysiotherapie
  • u maakt de transfer van bed naar stoel
  • kniefunctie oefenen op de stoel
  • u loopt met looprek
  • start lopen met krukken
Oefenen / trainen (zo nodig onder begeleiding)
  • oefeningen op bed 3 keer per dag
  • kniefunctie oefenen op de stoel 3 keer per dag
  • u loopt met krukken 3 keer per dag

Dag 3

Fysiotherapie
  • kniefunctie oefenen op de stoel
  • u loopt met krukken
  • omgaan met hindernissen
  • traplopen (als het nodig is)
  • afsluiten fysiotherapie
Oefenen / trainen (zo nodig onder begeleiding)
  • oefeningen zelfstandig continueren
  • maak een afspraak met uw eigen fysiotherapeut om de fysiotherapie thuis te continueren

Houd er rekening mee dat bovenstaand schema kan verschillen van de werkelijke opnameduur, omdat het mobiliseren soms sneller gaat en soms juist langer duurt.

Ontslag uit ons ziekenhuis

Samen met u wordt een inschatting gemaakt of u bij ontslag naar huis gaat, eventueel met extra zorg, of dat het beter is om naar een verpleeghuis/verzorgingshuis te gaan. lees meer

Ontslag uit ons ziekenhuis

Al tijdens onze zorgdag op de poli wordt de nazorg thuis besproken. Samen met u wordt een inschatting gemaakt of u bij ontslag naar huis gaat, eventueel met extra zorg, of dat het beter is om naar een verpleeghuis/verzorgingshuis te gaan. Bijna iedereen is 4 dagen na de operatie met ontslag. 

Na de operatie krijgt u een pleister op de wond die in principe 7 dagen kan blijven zitten, tenzij het verband eerder verzadigd is. De verpleegkundige beoordeelt of vervanging nodig is. Als u met deze pleister naar huis gaat, vertelt zij wanneer u de pleister mag verwijderen. De nietjes verwijderen we in principe 10 tot 14 dagen na de operatie. Dit kan uw huisarts doen. Eventuele zwelling en warmte van de wond kunt u behandelen met ’cold packs’.

De nieuwe knie mag volledig belast worden. Toch loopt u de eerste 6 weken na de operatie met krukken. Dit om de stabiliteit van de knie te ondersteunen en de wond de gelegenheid te geven goed te genezen. Dit betekent dat u, wanneer de pijn onder controle is en u op een veilige en juiste manier kunt (trap)lopen, naar huis mag.

Voor u naar huis gaat krijgt u van de fysiotherapeut, de arts en de verpleegkundige informatie over het verloop van de operatie en adviezen wat u met uw nieuwe knie wel en niet kunt of mag doen. De fysiotherapeut zorgt ook voor het aanvragen van fysiotherapie in de thuissituatie. Het kan dus allemaal snel zolang vooraf alles goed is geregeld.

Belangrijk om te weten

De vervanging van een kniegewricht is een veel uitgevoerde operatie. Veel mensen met een ‘versleten’ knie hebben baat bij de ingreep. Toch zijn er een aantal zaken waarmee u rekening moet houden:
  • Bij tandheelkundige ingrepen waarbij uw tandvlees of kaak geopereerd wordt, of wanneer een tand getrokken wordt, moet u maatregelen nemen. Dit is ook het geval bij huidinfecties, zoals ontstoken wondjes, puistjes of een ingegroeide teennagel. Vóór en soms na een dergelijke ingreep moet u antibiotica slikken. Neem via de verpleegafdeling Orthopedie contact op met de orthopeed.
  • Het nieuwe gewricht is een kunstgewricht. Het gewricht is kwetsbaar. Zware lichamelijke inspanningen en sport kunnen de levensduur van het nieuwe gewricht verkorten. Bespreek daarom met uw specialist welke sporten u kunt beoefenen en welke bewegingen u zeker moet vermijden.

Adviezen en activiteiten

Hier vindt u richtlijnen voor het bewegen na de operatie. De richtlijnen gelden in ieder geval voor de eerste 3 maanden na de operatie. De arts bespreekt met u of u ze langer moet opvolgen. lees meer

Adviezen en activiteiten



Eenmaal thuis

Voorkom stijve en pijnlijke spieren door thuis uw oude activiteiten niet te snel op te pakken. Spierklachten zullen uiteindelijk overgaan met rust en eventuele pijnstillers. Als knieprothesedrager blijft de kans op een infectie bestaan. lees meer

Eenmaal thuis

Voorkom stijve en pijnlijke spieren door thuis uw oude activiteiten niet te snel op te pakken. Spierklachten zullen uiteindelijk overgaan met rust en eventuele pijnstillers. Worden deze klachten niet minder dan is er sprake van overbelasting en dient u het wat rustiger aan te doen.

De eerste 6 weken is het niet verstandig zelf auto te rijden. Gebruikt u na deze periode nog krukken, overleg dan met uw behandelend arts of auto rijden kan. Met betrekking tot autorijden en verzekerings aansprakelijkheid moet u in dit geval zelf overleggen met uw verzekeraar.

De eerste 3 maanden doet u er verstandig aan niet te fietsen in het verkeer. Fietsen op een hometrainer is wel toegestaan. Wandelen is een uitstekende oefening. Zorg voor goede schoenen en zorg dat u niet valt.

Ontstekingen

Als knieprothesedrager blijft de kans op een infectie bestaan. Licht uw huisarts, tandarts of specialist dan ook in als u tanden of kiezen moet trekken of als er tandwortelbehandelingen of andere operaties en ingrepen gaan plaatsvinden. Tijdens deze ingrepen kunt u antibiotica krijgen om een infectie te vermijden.
Neem ook in de volgende gevallen contact op met uw huisarts of de afdeling Orthopedie: bij plotseling optredende pijn, zwelling of warmte en huidinfecties (zoals ontstoken wondjes, puistjes of een ingegroeide teennagel).

Het behandeltraject als app

We hebben een applicatie beschikbaar waarin het behandeltraject van een totale knieprothese wordt geschetst. lees meer

Het behandeltraject als app

We hebben een applicatie beschikbaar waarin het behandeltraject van een totale knieprothese wordt geschetst. Deze handige app geeft stap voor stap informatie over uw operatie, zoals: wat moet u zelf doen in de weken voor de operatie, hoe gaat dat op de verpleegafdeling, kijk wat er in de operatiekamer gebeurt, wat moet u doen als u weer thuis bent. Als u op de wachtlijst wordt geplaatst voor een operatie, dan krijgt u de link naar deze app aangeboden tijdens uw bezoek aan de polikliniek.

Betrokken afdelingen


Verpleeg­afdeling Orthopedie

De verpleegafdeling Brein, Bewegen en Reconstructie van het Radboudumc is een samenwerking van de verpleegafdelingen van Neurochirurgie, Plastische Chirurgie, Orthopedie en Traumachirurgie.

lees meer

Afdeling Fysiotherapie

Het doel van fysiotherapie is dat u weer zo goed mogelijk functioneert in de omgeving waarin u leeft, woont, werkt of sport. De behandeling richt zich op de gevolgen van uw aandoening voor activiteiten in uw dagelijks leven. Fysiotherapie kan plaatsvinden tijdens een opname of op de polikliniek. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet