Over het inleiden van je bevalling
Bij een inleiding brengen we jouw bevalling kunstmatig op gang. Dit doen we met medicijnen die de weeën opwekken. Inleiden kan nodig zijn als je over tijd bent, je vliezen al eerder gebroken zijn, het kindje niet goed groeit, de placenta slecht werkt of als je ernstige klachten hebt. Een inleiding gebeurt altijd in het ziekenhuis. De gynaecoloog is hiervoor verantwoordelijk.
lees meerOver het inleiden van je bevalling
Bij een inleiding brengen we jouw bevalling kunstmatig op gang. Dit doen we met medicijnen die de weeën opwekken. Een inleiding gebeurt altijd in het ziekenhuis. Een gynaecoloog is hiervoor verantwoordelijk. De bevalling wekken we op als het nog goed gaat met het kind en we verwachten dat de baby een normale bevalling kan doorstaan. Veel voorkomende redenen voor een inleiding zijn:
- over tijd zijn
- vliezen die al gebroken zijn
- groeivertraging van het kind
- een placenta die slechter werkt
- het hebben van ernstige klachten
Voorbereiding
Om te beoordelen of we je bevalling op gang kunnen brengen, doet de gynaecoloog een inwendig onderzoek. lees meerHet inleiden
Eerst controleren we de conditie van jouw kind. Na het starten van de inleiding verloopt de bevalling verder hetzelfde als bij een normale bevalling. lees meerHet inleiden
Controle van jouw kind en de weeën
De conditie van jouw kind controleren we met een CTG. Dit kan via de buitenkant van je buik gebeuren. Meestal maken we een draadje (schedel-elektrode) in de hoofdhuid van het kind vast om de harttonen te registreren. Dit doen we via een inwendig onderzoek. De weeën zijn via een band om je buik te zien op het CTG.
Hoe gaat de bevalling verder?
Na het starten van de inleiding verloopt het verder hetzelfde als bij een normale bevalling. De weeën worden langzaam heviger en pijnlijker. Meestal mag je de weeën op je eigen manier opvangen: zittend in een stoel, staand naast het bed, zittend in bed of liggend in bed.
De geboorte van het kind en de moederkoek gaan hetzelfde als bij een normale bevalling. Na het breken van de vliezen wordt je kind over het algemeen binnen 24 uur geboren. De bevalling van een tweede of volgend kind gaat meestal sneller dan van een eerste. Bij een inleiding met misoprostol heb je vaak eerst veel harde pijnlijke buiken zonder dat dit nog echte onsluitingsweeën zijn.
Wie zijn er bij de bevalling?
Je krijgt een indicatie om in het ziekenhuis te bevallen omdat er een medische reden is om de bevalling in te leiden. Soms begeleidt de gynaecoloog de bevalling. Soms doet een verloskundige dit of een arts die onder verantwoordelijkheid van de gynaecoloog werkt. Zij overleggen veel met de gynaecoloog. Er zijn ook verpleegkundigen, leerling-verpleegkundigen, leerling verloskundigen of co-assistenten aanwezig. Je kunt vooraf vragen wie er bij jouw bevalling zijn.
Na de bevalling
Na de geboorte kijkt de arts of verloskundige jouw kind na. De verpleegkundige helpt je bij de (borst)voeding en de verzorging van jou en je baby. Meestal kun je binnen 24 uur weer naar huis. Soms moet je langer blijven, zodat we jou of je kind kunnen observeren.