Over het inleiden van je bevalling

Bij een inleiding brengen we jouw bevalling kunstmatig op gang. Dit doen we met medicijnen die de weeën opwekken. Een inleiding gebeurt altijd in het ziekenhuis. Een gynaecoloog is hiervoor verantwoordelijk. De bevalling wekken we op als het nog goed gaat met het kind en we verwachten dat de baby een normale bevalling kan doorstaan. Veel voorkomende redenen voor een inleiding zijn:

  • over tijd zijn
  • vliezen die al gebroken zijn
  • groeivertraging van het kind
  • een placenta die slechter werkt
  • het hebben van ernstige klachten
Patiëntenzorg Behandelingen Inleiden van je bevalling

Over het inleiden van je bevalling

Bij een inleiding brengen we jouw bevalling kunstmatig op gang. Dit doen we met medicijnen die de weeën opwekken. Inleiden kan nodig zijn als je over tijd bent, je vliezen al eerder gebroken zijn, het kindje niet goed groeit, de placenta slecht werkt of als je ernstige klachten hebt. Een inleiding gebeurt altijd in het ziekenhuis. De gynaecoloog is hiervoor verantwoordelijk.

lees meer

Contact

Afdeling Verloskunde en Gynaecologie

(024) 361 47 88

Voorbereiding

Om te beoordelen of we je bevalling op gang kunnen brengen, doet de gynaecoloog een inwendig onderzoek. lees meer

Voorbereiding

Om te beoordelen of we je bevalling op gang kunnen brengen, doet de gynaecoloog een inwendig onderzoek. Meestal kun je dezelfde spullen meenemen als bij een gewone bevalling: kleding voor tijdens en na de bevalling, toiletartikelen en babykleertjes. Het is verstandig om iets mee te nemen om de tijd mee door te komen. De eerste uren zijn er soms weinig weeën. Afleiding kan dan plezierig zijn.

Als de baarmoedermond onrijp is

Is de baarmoedermond onrijp en is er een goede reden om de bevalling op gang te brengen? Dan kan de gynaecoloog adviseren de baarmoedermond rijp te maken. Dit noemen we primen. Het rijp maken van de baarmoedermond doen we met medicijnen (misoprostol) of met een ballonkatheter.

Misoprostol

De eerste dag word je 's morgens onderzocht. Daarna slik je de misoprostol tabletten. Elke vier uur kijkt de arts of verloskundige of je meer misoprostol moet slikken. Dit hangt ervan af of je harde buiken hebt. Dit zijn meestal geen weeën. Soms gaan de harde buiken over in weeën en komt de bevalling spontaan op gang. Je krijgt maximaal drie keer misoprostol op een dag. Heb je geen gebroken vliezen? Dan brengen we de tweede dag de misoprostol in tabletvorm vaginaal in. Dit doen we maximaal drie keer op een dag. Dit inwendig onderzoek kan niet fijn zijn.

We controleren elke keer minimaal dertig minuten de conditie van het kind. Dit doen we met het CTG.Bij een erg onrijpe baarmoedermond herhalen we de behandeling soms een paar dagen. Deze medicijnen maken de baarmoedermond rijp en kunnen weeën veroorzaken.

Ballonkatheter

Heb je een litteken in de baarmoeder door een eerdere keizersnede? Dan leidt de arts meestal liever niet in met medicijnen. Dit kan de kans verhogen dat het litteken scheurt. We leiden je dan in met een ballonkatheter. De katheter plaatsen we met een spreider (speculum) in je baarmoederhals. De ballon aan het uiteinde van de katheter vullen we met water. De ballon geeft druk in de baarmoederhals waardoor er hormonen vrijkomen. Die zorgen ervoor dat de baarmoeder geprikkeld wordt en de baarmoedermond rijpt. Door het rijpen krijg je ontsluiting waarna de ballon eruit valt.

Opwekken weeën bij een rijpe baarmoedermond

Als de baarmoedermond rijp is, breken we de vliezen en krijg je weeënopwekkers via een infuus. Je krijgt een infuusnaald in een bloedvat van je arm of onderarm. Daarop sluiten wij een dun slangetje aan. Een pomp dient medicijnen (oxytocine) toe die de weeën op gang brengen. De dosering wordt steeds een beetje hoger waarna de weeën beginnen.
 

Het inleiden

Eerst controleren we de conditie van jouw kind. Na het starten van de inleiding verloopt de bevalling verder hetzelfde als bij een normale bevalling. lees meer

Het inleiden

Controle van jouw kind en de weeën

De conditie van jouw kind controleren we met een CTG. Dit kan via de buitenkant van je buik gebeuren. Meestal maken we een draadje (schedel-elektrode) in de hoofdhuid van het kind vast om de harttonen te registreren. Dit doen we via een inwendig onderzoek. De weeën zijn via een band om je buik te zien op het CTG.

Hoe gaat de bevalling verder?

Na het starten van de inleiding verloopt het verder hetzelfde als bij een normale bevalling. De weeën worden langzaam heviger en pijnlijker. Meestal mag je de weeën op je eigen manier opvangen: zittend in een stoel, staand naast het bed, zittend in bed of liggend in bed.

De geboorte van het kind en de moederkoek gaan hetzelfde als bij een normale bevalling. Na het breken van de vliezen wordt je kind over het algemeen binnen 24 uur geboren. De bevalling van een tweede of volgend kind gaat meestal sneller dan van een eerste. Bij een inleiding met misoprostol heb je vaak eerst veel harde pijnlijke buiken zonder dat dit nog echte onsluitingsweeën zijn.

Wie zijn er bij de bevalling?

Je krijgt een indicatie om in het ziekenhuis te bevallen omdat er een medische reden is om de bevalling in te leiden. Soms begeleidt de gynaecoloog de bevalling. Soms doet een verloskundige dit of een arts die onder verantwoordelijkheid van de gynaecoloog werkt. Zij overleggen veel met de gynaecoloog. Er zijn ook verpleegkundigen, leerling-verpleegkundigen, leerling verloskundigen of co-assistenten aanwezig. Je kunt vooraf vragen wie er bij jouw bevalling zijn.

Na de bevalling

Na de geboorte kijkt de arts of verloskundige jouw kind na. De verpleegkundige helpt je bij de (borst)voeding en de verzorging van jou en je baby. Meestal kun je binnen 24 uur weer naar huis. Soms moet je langer blijven, zodat we jou of je kind kunnen observeren.


Risico's

De risico's van een ingeleide bevalling zijn meestal niet groter dan die van een normale bevalling. Bij elke bevalling kunnen complicaties zijn, ook bij een inleiding. lees meer

Risico's

De risico's van een ingeleide bevalling zijn meestal niet groter dan die van een normale bevalling. Bij elke bevalling kunnen complicaties zijn, ook bij een inleiding.

Langdurige bevalling

Beginnen we met de inleiding terwijl de baarmoedermond nog niet goed rijp is? Dan is de kans op een langdurige bevalling groter. Soms krijg je geen volledige ontsluiting en is een keizersnede nodig. Bij een langdurige bevalling is het risico op bloedverlies bij de bevalling groter.

Pijnstilling

Er wordt gezegd dat een ingeleide bevalling pijnlijker is dan een normale bevalling. Dit is moeilijk te bewijzen. Geen enkele bevalling is hetzelfde. Wel krijg je bij een inleiding van de bevalling vaker pijnstilling, omdat deze langer kan duren.

Uitgezakte navelstreng

Bij het breken van de vliezen kan de navelstreng uitzakken langs het hoofd of de stuit van het kind als dit niet goed is ingedaald. Een keizersnede is dan nodig.

Hyperstimulatie

Dit betekent dat er te veel weeën te snel achter elkaar komen. Als dit lang duurt, kan de baby te weinig zuurstof krijgen. Meestal kunnen we hyperstimulatie verhelpen door minder medicijnen via het infuus te geven. Soms krijg je een weeënremmend medicijn.

Infectie van de baarmoeder

Als je vliezen al lange tijd gebroken zijn, is er een iets groter risico op een infectie van de baarmoeder. Dit kan tijdens of na de bevalling gebeuren.

 

Onze mensen


Verloskunde

De afdeling Verloskunde wil graag een betrouwbare partner zijn en je zo veilig, vriendelijk en persoonlijk mogelijk begeleiden tijdens zwangerschap, bevalling en kraamtijd. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet