Naar huis met antibiotica

De behandeling met antibiotica hoeft niet geheel in het ziekenhuis te gebeuren. Eventueel kunt u met antibiotica naar huis. Meestal mag u naar huis als de wond gesloten is en u zich goed voelt. Als u antibiotica via het infuus heeft, wordt bekeken of dit omgezet kan worden naar tabletvorm. Wanneer dit niet mogelijk is, gaat u met een PICC-lijn naar huis. Dit is een infuus die gebruikt wordt in de thuissituatie voor langdurig antibiotica gebruik. Wanneer dit het geval is wordt thuiszorg geregeld die de antibiotica via het infuus kan toedienen.

De antibiotica moet u gemiddeld drie maanden gebruiken totdat de infectie helemaal verdwenen is. Dit wordt gecontroleerd op de polikliniek. Iedere 2 weken controleren we uw bloedwaarden, dit kan via de huisarts of een prikpost bij u in de buurt.  Daarna wordt bekeken of er een operatie kan plaatsvinden voor een eventuele nieuwe prothese. Wanneer u in de thuissituatie last krijgt van bijwerkingen van de antibiotica, dient u contact op te nemen met de verpleegafdeling orthopedie.

Patiëntenzorg Behandelingen Infectie prothese

Wat is een prothese-infectie?

Een prothese-infectie is een zeldzame complicatie, maar wel een complicatie met veel impact. Een prothese is lichaamsvreemd materiaal. Als er een bacterie bij de prothese komt heeft het lichaam moeite om hier tegen te strijden. De bacteriën kunnen zich vestigen op het lichaamsvreemde materiaal (de prothese) en een infectie veroorzaken. Als gevolg hiervan kan de prothese loslaten. lees meer

Wat is een prothese-infectie?

Een prothese-infectie is een zeldzame complicatie, maar wel een complicatie met veel impact. Een prothese is lichaamsvreemd materiaal. Als er een bacterie bij de prothese komt heeft het lichaam moeite om hier tegen te strijden. De bacteriën kunnen zich vestigen op het lichaamsvreemde materiaal (de prothese) en een infectie veroorzaken. Als gevolg hiervan kan de prothese loslaten.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen vroege en late infecties:

Vroege infecties
Een vroege infectie ontstaat kort na de operatie. Kenmerken hiervan zijn: plaatselijke roodheid, zwelling, pijn en/of koorts. De operatiewond kan wondvocht of pus lekken. De vroege infectie na een operatie is een complicatie die bij 1 tot 2% van de patiënten voorkomt. Een vroege infectie kan over het algemeen goed behandeld worden door het operatiegebied te spoelen op de operatiekamer en vervolgens 3 maanden met antibiotica te behandelen.

Late infectie
Een late infectie komt soms pas na maanden of jaren voor het eerst aan het licht. Kenmerk hiervan is voornamelijk pijn in het gebied van de prothese bij het in beweging komen en het lopen. De late infectie is nog zeldzamer dan de vroege infectie. Een late infectie is lastiger te behandelen omdat de bacteriën al langere tijd in het lichaam aanwezig zijn.

Oorzaak

Om te voorkomen dat er bij het inbrengen van een prothese een besmetting met bacteriën optreedt, worden op de operatiekamer verschillende maatregelen getroffen, zoals desinfectie en steriel werken. Al tijdens de operatie wordt preventief antibiotica toegediend. Desondanks kan er toch een infectie ontstaan.

Een infectie kan ook ontstaan door wondjes of ontstekingen elders in het lichaam (zoals een ingegroeide teennagel of een blaasontsteking). Het is dus belangrijk hier alert op te zijn rondom de operatie. Daarnaast heeft leefstijl invloed op het ontstaan van een infectie. Roken en overgewicht zorgen voor een verminderde wondgenezing, waardoor een bacterie gemakkelijker het lichaam in kan komen. 


Onderzoek

Naast de klachten die u eventueel heeft als gevolg van de infectie (pijn, roodheid, zwelling, koorts), kan een infectie met meer zekerheid worden vastgesteld door onderstaande onderzoeken. Uw arts bespreekt met u welke onderzoeken u nodig heeft.

Behandeling

De behandeling van een infectie na de operatie (spoelen of wisselen prothese) gebeurt in eerste instantie met antibiotica, maar in sommige gevallen moet de prothese uiteindelijk verwijderd worden. lees meer

Behandeling

De behandeling van een infectie na de operatie (spoelen of wisselen prothese) gebeurt in eerste instantie met antibiotica, maar in sommige gevallen moet de prothese uiteindelijk verwijderd worden.

Antibiotica

Er wordt na de operatie bekeken welke antibiotica uw infectie het beste bestrijd. Het liefst behandelen we met tabletten antibiotica, maar het kan zo zijn dat tabletten in uw geval niet voldoende werken. In dat geval wordt er gekozen voor een behandeling met antibiotica via een infuus.

Soorten antibiotica

Bij de behandeling met antibiotica start men in eerste instantie met zogeheten ‘breedspectrum’ antibiotica. De werking hiervan is heel breed; ze werken op een groot aantal verschillende bacteriën. Door het afnemen van wondvocht, eventueel door een punctie, kan de microbioloog (onderzoekt micro-organismen zoals bacteriën) vaststellen welke specifieke bacterie de infectie in uw geval veroorzaakt. Wanneer dit bekend is, wordt overgegaan op ‘smalspectrum’ antibiotica. Deze werken specifiek op de betreffende bacterie. Tijdens de behandeling kan dus worden overgegaan op andere antibiotica. Dit kan ook gebeuren wanneer de bacterie niet reageert op de voorgeschreven antibiotica.

Verwijderen prothese

Wanneer wordt besloten om de prothese te verwijderen, krijgt u soms een tijdelijke prothese. Met deze tijdelijke prothese kunt u waarschijnlijk niet alles doen wat u gewend was met uw gewone prothese. De tijdelijke prothese bevat vaak antibiotica die geleidelijk en gedurende langere tijd in het geïnfecteerde gebied wordt afgegeven.

In een knie kan meestal een tijdelijke prothese worden geplaatst, in een heup gebeurt dit minder vaak. Wanneer de heupkop wordt verwijderd maar niet wordt vervangen door een (tijdelijke) prothese, spreekt men van een ‘girdlestone’. Dit is meestal een tijdelijke situatie, waarbij een verkorting van het been optreedt. Lopen is dan moeizaam omdat het been geen goede steun uit het heupgewricht heeft. U bent dan afhankelijk van krukken, een looprek en/of een rolstoel.


Antibiotica en bijwerkingen

Antibiotica zijn over het algemeen veilige medicijnen. Bij sommige mensen zorgen ze echter voor bijwerkingen. lees meer

Antibiotica en bijwerkingen

Antibiotica en bijwerkingen

Antibiotica zijn over het algemeen veilige medicijnen. Bij sommige mensen zorgen ze echter voor bijwerkingen. Bijwerkingen kunnen zijn:

  • Diarree: dit gebeurt omdat soms ook nuttige bacteriën in de darmen door de antibiotica worden gedood.
  • Misselijkheid
  • Verminderde eetlust
  • Jeuk
  • Tandverkleuringen
  • Schimmelinfecties
  • Zonlichtovergevoeligheid
  • Allergische reacties, zoals huiduitslag en benauwdheid

Sommige soorten antibiotica maken de anticonceptiepil minder betrouwbaar. U kunt aan de arts vragen of dit ook geldt voor de antibiotica die u gebruikt.

Wanneer deze klachten bij u optreden, meldt dit dan aan de verpleegkundige of arts.

Tips bij antibioticagebruik

Diarree
Wanneer u last heeft van diarree is het belangrijk om goed te drinken, minimaal 1,5 liter per dag. Het is verstandig om deze hoeveelheid verspreid over de dag te drinken, in kleine hoeveelheden, zodat het lichaam de kans krijgt om het vocht op te nemen.

Weinig eetlust
Als u weinig eetlust heeft door bijvoorbeeld misselijkheid, is het belangrijk om toch goed te blijven eten voor het herstel van uw ziekteproces. Zo behoudt u meer energie en het bevorderd uw wondherstel. U kunt bijvoorbeeld kleinere porties per dag tot u nemen i.p.v. 3 grote maaltijden. Zo krijgt uw lichaam toch voldoende voedingsstoffen binnen.


Behandeling Anesthesie

Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.

lees meer

Controles tijdens opname

Om de werking van de antibiotica te controleren wordt tijdens de opname in het ziekenhuis minimaal tweemaal per week uw bloed gecontroleerd lees meer

Controles tijdens opname

Om de werking van de antibiotica te controleren wordt tijdens de opname in het ziekenhuis minimaal tweemaal per week uw bloed gecontroleerd. Hierbij kijkt men of de tekenen van de infectie verminderen. Daarnaast laat de arts ook de functie van de nieren en de lever in het bloed controleren, omdat deze door de antibiotica soms minder goed gaan werken.

Wekelijks vind er een multidisciplinair overleg plaats waarin we samen kijken wat de beste behandeling is voor de infectie. De specialist op het gebied van infecties (dit is de infectioloog) bekijkt samen met uw behandelend arts welke antibiotica u het beste kunt gebruiken en hoe deze toegediend moeten worden.


Naar huis met antibiotica

De behandeling met antibiotica hoeft niet geheel in het ziekenhuis te gebeuren. Eventueel kunt u met antibiotica naar huis. Meestal mag u naar huis als de wond gesloten is en u zich goed voelt. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet