Over botontkalking (osteoporose) door hormoontherapie
Bij anti-hormonale therapie wordt het risico op het ontstaan van botontkalking (osteoporose) groter, waardoor eerder botbreuken kunnen ontstaan.
lees meerOnderzoek naar botdichtheid
Met een DEXA-scan wordt de botdichtheid gemeten van uw heup en de onderste 4 ruggenwervels.
lees meerOnderzoek naar botdichtheid
Als de anti-hormonale behandeling langer duurt dan 24 maanden, of als er risicofactoren zijn en de behandeling langer dan 6 maanden duurt, dan is het verstandig om van te voren een DEXA-scan (botdichtheidsmeting) te laten doen. Uw arts of verpleegkundige bespreekt dit met u. Of u mag het ook zelf voorstellen.
Met een DEXA-scan wordt de botdichtheid gemeten van uw heup en de onderste 4 ruggenwervels. Het is een soort röntgenfoto, maar er is zeer weinig röntgenstraling voor nodig. De scan doet meestal geen pijn en duurt ongeveer 10 minuten. Ook wordt uw wervelkolom gescand om eventuele ingezakte ruggenwervels op te sporen. De uitslag van het onderzoek wordt meegenomen in het behandelplan.
Uitslag
De uitslag van de DEXA-scan geeft de botdichtheid aan met een de T-socre. Hoe lager de T-score, hoe lager de botdichtheid. Er zijn 3 uitkomsten mogelijk:
- Normale botdichtheid (T groter dan –1.0): behandeling voor osteoporose is niet nodig. Zorg dat u genoeg beweegt en voldoende calcium en vitamine D binnenkrijgt. Het is soms nodig om het onderzoek te herhalen tijdens de behandeling met anti-hormonale therapie.
- Osteopenie (T tussen –1.0 en –2.5): Soms is het nodig dat u start met medicijnen die de botafbraak remmen. Zorg dat u genoeg beweegt en voldoende calcium en vitamine D binnenkrijgt.
- Osteoporose (T kleiner dan –2.5) Als u osteoporose heeft, adviseren we u om te starten met medicijnen die de afbraak van bot remmen. Zorg dat u genoeg beweegt en voldoende calcium en vitamine D binnenkrijgt. Zo kunnen de medicijnen zo goed mogelijk werken en verkleint u de kans op botbreuken in de toekomst.
Medicijnen tegen botontkalking
Als u osteoporose heeft, adviseren we u om te starten met medicijnen die de afbraak van bot remmen. Dit zijn bisfosfonaten of denosumab.
lees meerMedicijnen tegen botontkalking
Bisfosfonaten
De medicijnen die gegeven worden tegen de afbraak van bot, zijn bisfosfonaten. Tijdens de behandeling krijgt u iedere week tabletten alendroninezuur, risedroninezuur of een jaarlijks een infuus met zoledroninezuur. Bisfosfonaten zorgen ervoor dat er minder bot wordt afgebroken. De tabletten moeten op een specifieke manier worden ingenomen. Het is heel belangrijk dat u zich precies aan de instructie houdt. Alleen dan werken de medicijn. Ook verkleint het de kans op bijwerkingen. Neem altijd contact op met uw arts of verpleegkundige als u denkt dat u last heeft van bijwerkingen.
Denosumab
Behandeling met densomumab is ook mogelijk bij mannen die anti-hormonale therapie krijgen. Denosumab moet 1 keer per half jaar (eventueel door uzelf) onder de huid worden ingespoten. Het zorgt ervoor dat minder botafbraakcellen uitgroeien tot volwassen afbraakcellen en er dus minder bot wordt afgeborken (alleen volwassen cellen kunnen bot afbreken). Denosumab injecties werken 6 maanden.
Bijwerkingen
Botversterkende middelen kunnen een vervelende bijwerking hebben zoals kaaknecrose. Kaaknecrose houdt in dat het kaakbot afbreekt door een ontsteking, pijnklachten of loszittende tanden. Daarom is het belangrijk dat u voor de behandeling uw tandarts uw gebit laat controleren.
Als u tijdens de behandeling met botversterkende middelen problemen heeft met uw gebit, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Het kan zijn dat u even moet stoppen met deze medicijnen.
Wat kunt u zelf doen om uw botten sterk te houden?
Met gezonde voeding, voldoende bewegen, niet roken en heel matig alcoholgebruik, houdt u uw botten sterk.
lees meerWat kunt u zelf doen om uw botten sterk te houden?
Met gezonde voeding, voldoende bewegen, niet roken en heel matig alcoholgebruik, houdt uw botten sterk.
-
Voor de gezondheid van uw botten is het belangrijk dat er genoeg kalk (calcium) in uw voeding zit. Aanbevolen wordt dagelijks onderstaande hoeveelheden calcium te gebruiken:
- volwassenen tot 50 jaar: 1.000 mg per dag
- 50 plussers: 1.100 mg per dag
- 70 plussers: 1.200 mg per dag
- mensen met osteoporose: 1.200 mg per dag
In zuivelproducten, zoals kaas, melk, yoghurt en kwark zit veel calcium. 4 porties zuivel per dag is gelijk aan ongeveer 1.000 mg calcium. Een portie is bijvoorbeeld een beker melk, een schaaltje yoghurt of een boterham met kaas.
In producten als groene groenten, bonen, noten en zelfs in water zit ook calcium, maar minder dan in zuivel.
-
Vitamine D3 is nodig om kalk (calcium) op te nemen in uw lichaam. Het wordt gevormd in de huid als het genoeg zon krijgt. Hoeveel vitamine D3 uw huid aanmaakt is afhankelijk van de zon, uw huidskleur, of u (bedekkende) kleding draagt of zonnebrandcrème gebruikt. De Gezondheidsraad adviseert om tussen april en oktober tussen 12.00 uur en 14.00 uur minimaal 15 minuten per dag in de zon te zijn. Bedek uw hoofd niet met een hoed of pet en zorg dat u uw mouwen opstroopt of korte mouwen draagt, zodat het zonlicht op uw onderarmen kan schijnen.
In de winter schijnt de zonder minder en wordt er geen vitamine D aangemaakt. Vitamine D3 zit ook in onze voeding. Vooral in vette vis zoals zalm, haring en makreel. Aan boter wordt vitamine D3 vaak extra toegevoegd.
Wij adviseren tijdens de behandeling iedere dag calcium 500 mg/vitamine D 400IE (ofwel 10 microgram) te gebruiken. Als u medicijnen krijgt tegen de afbraak van bot, dan moet u ook altijd een hogere dosering calcium (1000 mg/vitamine D 800IE (ofwel 20 microgram)) gebruiken. Als u te weinig calcium in u lichaam heeft kunt u last krijgen van tintelingen rond de mond of in de vingers en tenen, spierkrampen en hartproblemen. Bespreek met uw arts of verpleegkundige of u extra calcium/vitamine D moet gebruiken en hoeveel.
-
Bewegen is goed voor uw de conditie en spierkracht. Het helpt u om in balans te blijven. Door activiteiten waarbij het lichaam zijn eigen gewicht moet dragen (zoals lopen, rennen, traplopen of springen), wordt het bot gestimuleerd om nieuw bot aan te maken. Beweging verkleint ook de kans op ernstige vermoeidheid (waar veel mensen tijdens of na de behandeling van kanker last van hebben).
Probeer 4 tot 5 keer per week een half uur flink te bewegen. (3 keer 10 minuten mag ook!) Denk aan huishoudelijk werk, tuinieren en spelen met (klein)kinderen. Is het voor u moeilijk om voldoende te bewegen? Bespreek met uw arts of verpleegkundige welke mogelijkheden er zijn om eventueel extra begeleiding te krijgen bij lichamelijke activiteiten.
Botgezondheid bij uitgebreide botuitzaaiingen of bij castratie resistent prostaatkanker (niet hormoongevoelige meer) met botuitzaaiingen vraagt naast de algemenen leefregels om hogere doseringen van medicijnen die afname van de botdichtheid tegen gaan. Uw arts of verpleegkundige kan u hierover meer vertellen.