Over de adviezen en oefeningen
Na de operatie is het belangrijk dat u regelmatig oefeningen voor uw nek en schouder doet. Als u veel last van uw schouder of nek heeft kunt u hulp van een fysiotherapeut krijgen. lees meerOver de adviezen en oefeningen
Na de operatie is het belangrijk dat u regelmatig oefeningen voor uw nek en schouder doet. Als u veel last van uw schouder of nek heeft kan er een fysiotherapeut in het ziekenhuis bij u langs komen om advies te geven of om u met een overdracht te verwijzen naar een gespecialiseerd fysiotherapeut bij u in de buurt.Halsklierdissectie
U heeft kortgeleden een halsklierdissectie ondergaan. Bij deze operatie zijn een aantal lymfeklieren uit uw hals verwijderd. Deze klieren zitten vlakbij de elfde hersenzenuw die de monnikskapspier van prikkels voorziet. De monnikskapspier is de spier die met name de zijwaartse beweging van de arm ondersteunt.Gevolgen
Meestal kan de zenuw gespaard worden maar soms is het nodig de zenuw door te snijden om de lymfeklieren goed te kunnen verwijderen. In beide gevallen kan het voorkomen dat de zenuw na de operatie tijdelijk of blijvend niet meer goed functioneert. Wanneer de zenuw niet meer goed functioneert, krijgt de monnikskapspier geen signalen meer om aan te spannen. De schouder staat dan vaak lager en kan minder goed bewegen.Door de operatie en door de uitval van de monnikskapspier kunt u last krijgen van pijn in uw nek en/of schouder. Ook kunt u misschien uw arm aan die zijde moeilijk heffen en minder goed belasten bij bovenhandse activiteiten, zoals het reiken naar een hoog keukenkastje.
Als de zenuw niet is doorgesneden, herstelt de functie van uw zenuw meestal een half jaar tot maximaal een jaar na de operatie. Soms herstelt de zenuw niet. Vanaf een jaar na de operatie treedt er meestal geen herstel meer op. Het herstel van de zenuw is niet te beïnvloeden. Zolang er nog geen herstel is opgetreden, kan het nodig zijn dat u uw dagelijkse activiteiten aanpast en oefeningen voor uw schouder doet.
Bestraling
Een aantal patiënten wordt na de halsklierdissectie nog bestraald. In dit geval kan het zijn dat u uw nek en schouders in de eerste 2 jaar na de behandeling nog minder kunt bewegen. Het is dan belangrijk dat u de oefeningen voor uw nek en schouder langer blijft doen.Adviezen voor uw dagelijks leven
Het is belangrijk dat u uw arm niet forceert. Probeer uw arm wel gewoon te gebruiken, voor zover dat mogelijk is. Voer alleen de oefeningen uit die de fysiotherapeut met u heeft doorgenomen. lees meerAdviezen voor uw dagelijks leven
Het is belangrijk dat u uw arm niet forceert. Probeer uw arm wel gewoon te gebruiken, voor zover dat mogelijk is. Het is verstandig om rechtop te lopen met ontspannen schouders. Laat uw schouders niet hangen of trek ze niet op. U kunt overbelasting voorkomen door een aantal oefeningen te doen. Voer alleen de oefeningen uit die de fysiotherapeut met u heeft doorgenomen. Ter aanvulling op, of ter vervanging van onderstaande oefeningen kunt u in overleg met uw fysiotherapeut een oefenprogramma samenstellen dat zo goed mogelijk aansluit bij uw dagelijks leven.Voer de oefeningen rustig en gecontroleerd uit. U kunt tijdens het oefenen wat stijfheid en wat pijn voelen. Wanneer de pijn na het oefenen erger wordt en/of langer dan één dag duurt, neem dan contact op met uw fysiotherapeut.
- Draag een zware tas met boodschappen niet aan de geopereerde zijde.
- Vermijd langdurig boven het hoofd werken met de hand aan de geopereerde zijde (ramen lappen, was ophangen enzovoort).
- Ondersteun uw arm aan de geopereerde zijde als u lang moet staan, lopen of zitten. (hand in broekzak of elleboog op leuning).
- Steek bij het aankleden uw arm aan de geopereerde zijde het eerst in de mouw. Haal bij het uitkleden deze arm het laatste uit de mouw.
- Vermijd zware klussen met uw arm aan de geopereerde zijde zoals tuinieren, klussen of een plafond witten.
Oefeningen voor beweeglijkheid van nek en schouder
De volgende oefeningen hebben als doel de beweeglijkheid van uw nek en schouder(s) te behouden en te verbeteren. Het is belangrijk dat u deze oefeningen rustig uitvoert en de laatste houding even vasthoudt. U kunt deze oefeningen meerdere keren per dag doen. ga naar oefeningenSpierversterkende oefeningen voor thuis
Deze oefeningen kunnen de monnikskapspier versterken, maar alleen wanneer deze spier weer prikkels krijgt van de zenuw. ga naar oefeningenSpierversterkende oefeningen voor thuis
Deze oefeningen kunnen de monnikskapspier versterken, maar alleen wanneer deze spier weer prikkels krijgt van de zenuw. Deze oefeningen versterken ook de andere spieren rond uw schouder. Het doel van de oefeningen is het vergroten van de belastbaarheid van uw schouder. De fysiotherapeut bespreekt met u hoe vaak u de oefening moet herhalen en of u een gewicht mag gebruiken.
-
Bij deze oefening zit u rechtop met uw rug tegen de rugleuning van een stoel. Ontspan uw schouders. Trek vervolgens uw schouders tegelijkertijd op richting uw oren, laat uw armen ontspannen langs u lichaam hangen. Let op dat de beweging links en rechts zoveel mogelijk hetzelfde is. Voer de oefening bij voorkeur uit voor een spiegel. U kunt dan zelf zien of u uw schouder goed omhoog beweegt. Beweeg uw schouders niet naar voren tijdens het optrekken.
-
U ligt op uw rug, met uw armen recht omhoog gestrekt. Uw schouders leunen op de ondergrond. Til uw schouders op door richting het plafond te reiken. Houd dit 5 seconden vast en leg uw schouders daarna weer ontspannen neer.
-
U ligt op uw rug, met uw armen recht omhoog gestrekt. Uw schouders leunen op de ondergrond. Houd uw armen recht omhoog. Maak met uw armen kleine cirkels in de lucht. Begin met kleine cirkels. Als dit goed gaat kunt u ze groter maken. De oefening wordt moeilijker als u de schouder iets optilt van de ondergrond.
-
U ligt op uw zij. Laat uw arm gestrekt op uw zij rusten. U kunt deze oefening ook zittend doen. Laat uw armen dan ontspannen langs uw lichaam hangen.
Beweeg uw arm rustig opzij en omhoog. Ga door tot uw arm recht omhoog is gestrekt of tot u niet verder kunt. Houd dit enkele tellen vol en breng vervolgens uw arm terug naar de starthouding.
-
U ligt op uw zij met uw arm naar voren gestrekt. Beweeg uw arm rustig naar achter en omhoog totdat uw arm recht omhoog staat. Houd dit enkele tellen vol en breng uw arm terug in de starthouding.
-
U staat met uw arm gestrekt langs uw lichaam of ligt op uw zij met uw arm gestrekt. Beweeg als u ligt uw arm voor u langs tot boven uw hoofd. Als u staat kunt u uw arm voorwaarts omhoog bewegen.
-
U zit rechtop zonder steun aan uw rug. Uw onderarm wijst schuin naar voren. Beweeg vervolgens uw alleboog in de richting van uw “achterbroekzak”.
-
U ligt op uw zij met de arm die u moet oefenen naar boven. Uw elleboog rust in uw zij en de hand ligt op de hoogte van uw buik. Beweeg uw hand van uw buik in de richting van het plafond. Houd de hoek in de elleboog haaks.
-
U zit of staat rechtop. Beweeg uw arm recht naar achteren.
-
U zit met uw armen licht gebogen voor uw lichaam. Beweeg uw ellebogen naar uw zij en trek uw schouderbladen naar elkaar toe.
-
U staat in schredestand, uw arm langszij en licht gebogen.
Beweeg uw licht gebogen arm voorwaarts omhoog. Strek hierbij aan het einde van de beweging nog extra uit.