Behandeling Buikwand­correctie

Voorbereiding op de operatie

Voorbereiding

Als u eerder een buikoperatie heeft gehad, is het belangrijk dat u dit meldt aan de arts. Bestaande littekens kunnen de techniek van de operatie beïnvloeden. Voor de ingreep moet u drukkleding bestellen, die u bij de opname meeneemt. Deze kleding ondersteunt de wond en vermindert vochtophopingen. De plastisch chirurg adviseert u over de drukkleding. U wordt 3 à 4 dagen opgenomen.

Risicofactoren

Om de operatie en genezing zo goed mogelijk te laten verlopen, moet u voor de operatie op een paar dingen letten:

• Overgewicht: de kans op complicaties is groter als u overgewicht heeft. Het resultaat van de buikwandcorrectie is beter als uw gewicht binnen proporties is. Als u voor de operatie gaat afvallen, adviseren wij u begeleiding hiervoor te zoeken.
• Niet roken: 4 weken voor en 4 weken na de operatie mag u niet roken. Roken vergroot de kans op complicaties.
• Niet scheren: u mag 5 dagen voor de ingreep de omgeving rond uw buik niet scheren. Zo loopt u minder kans op een infectie.

De operatie

Bij de operatie maakt de chirurg de buikwand net boven het schaamhaar open en vervolgens los van de onderliggende spierlaag. We maken de navel los zodat we deze in het midden van de buik kunnen plaatsen. De chirurg trekt de de huid en het onderhuidse vet strak naar beneden en verwijdert we het overtollige deel. Vaak is dit alle huid onder de navel. Als uw buikspieren zijn uitgerekt, verstevigen we die met hechtingen. De chirurg brengt twee drains (afvoerslangetjes) in. Deze voeren het wondvocht af. Meestal verwijderen we die na 2 dagen, dit is afhankelijk van de hoeveelheid vocht die de draintjes per 24 uur nog afvoeren. De littekens zitten boven de liesplooi en rondom de navel en vallen grotendeels binnen de bikinilijn.

 

Risico's en complicaties

• Door een infectie of nabloeding kan een tweede ingreep noodzakelijk zijn.
• Bij 5% van de patiënten ontstaat een ophoping van wondvocht. Dit zuigen we met een naaldje makkelijk weg.
• Soms geneest de wond niet goed, of is het huidgebied onder de navel soms tijdelijk of blijvend gevoelloos. Dit geeft weinig klachten.
• U kunt last krijgen van een trombosebeen, longembolie of longontsteking. Om dit te voorkomen krijgt u gedurende de gehele opname injecties met een bloedverdunnend medicijn.

Na de ingreep

Na de operatie ligt u iets gebogen met het bed in een ‘knik-stand’. Soms krijgt u tijdelijk een blaaskatheter. De eerste dagen moet u gebogen lopen. U krijgt pijnstilling naar behoefte. De eerste 4 tot 6 weken na de operatie mag u niet zwaar tillen of persen. U moet uw drukkleding continu dragen tot 6 weken na de operatie. Uw arts vertelt u wanneer u weer kunt autorijden. De hechtingen zijn vrijwel altijd oplosbaar.