De BCG-blaasspoeling
Voor deze behandeling moet u urine inleveren, die we onderzoeken. Een verpleegkundige brengt een katheter via de plasbuis in. Hiermee maken we de blaas leeg. Daarna brengen we de BCG-blaasspoeling langzaam in de blaas. lees meer over de behandelingDe BCG-blaasspoeling
Voor iedere behandeling moet u urine inleveren, die we onderzoeken met een urinedipstick. Daarna gaat u op het behandelbed liggen. Een verpleegkundige brengt een katheter via de plasbuis in. Hiermee maken we de blaas leeg. Daarna brengen we de BCG-blaasspoeling langzaam in de blaas. Als dit gebeurd is, verwijderen we de katheter weer.Duur van de blaasspoeling
U houdt de blaasspoeling minimaal één uur (tot maximaal twee uur) in de blaas. Op deze manier kan de blaaspoeling goed inwerken. Drink ongeveer vier uur voor de spoeling zo min mogelijk. Zo voorkomt u dat u tijdens de behandeling moet plassen. Eventuele plastabletten kunt u beter na de spoeling innemen. Na een uur plast u de blaasspoeling uit in de wc. Gaat dit de eerste keer goed? Dan kunt u de volgende keren meteen naar huis nadat de blaasspoeling is ingebracht. Het is belangrijk dat u de eerste 24 uur nadat u de blaasspoeling heeft gehad extra drinkt. Zo verkleint u de kans op infecties.Na de behandeling
De middag van de spoeling heeft u vaker het gevoel dat u naar de wc moet, moet u vaker plassen en kan het plassen branderig voelen. lees meer over de nazorgControle
Om te kijken of de BCG-blaasspoeling goed werkt, controleren we elke 3 maanden uw blaas. Dit doet de oncologisch uroloog met een cystoscopie. Soms moeten we tijdens dit onderzoek weer stukjes weefsel uit de blaas nemen. We controleren uw urine regelmatig op blaasontstekingen en kwaadaardige cellen.Afdeling Urologie
De specialisten van de afdeling Urologie onderzoeken en behandelen patiënten met aandoeningen aan de nieren, urinewegen of geslachtsorganen.
lees meer