Waarom bestraling bij schaamlipkanker?
Wanneer u schaamlipkanker heeft kan bestraling onderdeel zijn van uw behandeling. De behandeling is gericht op genezing, maar als dat niet mogelijk is, proberen we met de bestraling klachten te verminderen.
lees meerWaarom bestraling bij schaamlipkanker?
Wanneer u schaamlipkanker heeft kan bestraling onderdeel zijn van uw behandeling. De behandeling is gericht op genezing, maar als dat niet mogelijk is, proberen we met de bestraling klachten te verminderen en zo uw kwaliteit van leven te verbeteren. Afhankelijk van het stadium van de tumor bestaat er een kans dat de kanker terugkomt in de liezen of bij de schaamlippen/schaamstreek.
Over bestraling
Behandeling met bestraling noemen we ook wel radiotherapie. Bij radiotherapie proberen we zo veel mogelijk kankercellen te vernietigen en daarbij zo min mogelijk gezond weefsel aan te tasten.
Bestraling kan zowel in- als uitwendig. Bij schaamlipkanker krijgt u uitwendige bestraling.
Voor de behandeling
Vóór de behandeling bepalen we met een scan de juiste plaats van de bestraling.
lees meerVoor de behandeling
Vóór de behandeling bepalen we met een scan de juiste plaats van de bestraling. Hiervoor zijn nieuwe scans nodig. Dit kan een CT-scan zijn, PET-CT en/of of MRI-scan. Voor de scan zetten we kleine tattoopuntjes op uw huid. Deze gebruiken we bij de bestralingen om u weer in dezelfde houding neer te leggen.
Soms zijn hulpmiddelen nodig tijdens bestraling, zoals een aangepast broekje. Dit noemen we opbouwmateriaal of een bolus.
Wanneer u met een volle blaas de CT-scan laat maken, heeft u minder last van bijwerkingen. De bestraling zelf gebeurt ook met een volle blaas. Voor de scan krijgt u een infuus met contrastvloeistof. Deze vloeistof zorgt ervoor dat bepaalde delen oplichten tijdens de scan. We markeren de littekens met een looddraadje. Bij de scan zetten we lijnen op uw huid. Die helpen ons om u telkens in dezelfde houding te leggen. Deze lijnen moeten tijdens de gehele behandelingsduur blijven staan.
Bestralingsplan
Na het maken van de scans maken we een bestralingsplan waarin we vastleggen hoe vaak we bestralen en vanuit welke richting. Meestal kunnen we 1 tot 2 weken na het maken van de CT-scan beginnen met de bestralingen.
Tijdens de behandeling
U krijgt 25 tot 36 uitwendige bestralingen op achtereenvolgende werkdagen. Eén bestraling duurt ongeveer 15 tot 20 minuten.
lees meerTijdens de behandeling
U krijgt 25 tot 36 uitwendige bestralingen op achtereenvolgende werkdagen. Eén bestraling duurt ongeveer 15 tot 20 minuten. Voor de bestraling maken we altijd een foto om te conroleren of u goed op de bestralingstafel ligt. Het is belangrijk dat u tijdens de bestralingen zo stil mogelijk blijft liggen.
Bijwerkingen
Omdat de straling niet alleen in de kwaadaardige cellen komt, maar ook in het gezonde weefsel, kunt u last hebben van bijwerkingen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn:
- Huidirritatie: de huid wordt rood en kan na een paar weken kapot gaan.
- U kunt het gevoel hebben vaker naar de wc te moeten.
- Branderig gevoel bij het plassen.
- Veranderingen in de ontslasting en het kan pijn doen.
- Vermoeidheid.
De verpleegkundigspecialist Radiotherapie en de arts begeleiden u hierbij. Bespreek eventuele bijwerkingen met de verpleegkundige of uw arts.
Na de behandeling
De reactie van de kankercellen en het gezonde weefsel op de bestraling is bij iedere patiënt anders.
lees meerNa de behandeling
De reactie van de kankercellen en het gezonde weefsel op de bestraling is bij iedere patiënt anders. Tijdens en kort na de bestraling zijn er verschillende controles bij de verpleegkundig specialist en/of de radiotherapeut.
Radiotherapie is een plaatselijke behandeling. De bijwerkingen en gevolgen zitten daarom vooral voor rond de plek die bestraald wordt.
-
Meestal enkele weken na de eerste bestraling ziet u roodheid en irritatie rond het bestraalde gebied. Bij sommige vrouwen is het nodig om de plasbuis of de anus mee te bestralen. U kunt dan veel last hebben tijdens plassen of ontlasting. Wat het plassen minder pijnlijk kan maken, is plassen terwijl u lauw water langs uw schaamlippen laat lopen. Ook raden we aan om veel te drinken. De urine prikt daardoor minder tijdens het plassen. Wanneer u al meerdere bestralingen heeft gehad, kunnen de huid en slijmvliezen kapot gaan. Dat doet meestal pijn. Ook kan zitten gevoelig of pijnlijk zijn.
De radiotherapeut of verpleegkundige kan een zalf en/of pijnstiller voorschrijven. De zalf mag u in een dikke laag en zo vaak als nodig opsmeren omdat dat maximale verlichting geeft. De verpleegkundige kan u helpen met tips en verbandmatariaal om te zorgen dat de zalf zo goed mogelijk blijft zitten. Soms kan een kussen in de vorm van een ring helpen bij het zitten. Meestal valt het schaamhaar geheel of gedeeltelijk uit. Dit groeit soms enkele maanden na de laatste bestraling weer terug, maar het schaamhaar kan ook wegblijven als de bestralingsdosis erg hoog is geweest.
In de eerste 1-2 weken na de bestraling kunnen deze klachten verergeren. Een aantal weken na afronding van de bestraling verdwijnen de klachten vanzelf. De verpleegkundige neemt in de eerste weken na de bestraling vaker contact met u op. Als u veel klachten heeft kan een extra bezoek ingepland worden.
-
Een aantal weken na afronding van de bestraling zullen de ‘korte termijn’ klachten afnemen. De bestraalde huid en slijmvliezen blijven anders aanvoelen. Het voelt droger en stugger (lettekenweefsel, fibrose). Ook kan het gevoeliger zijn. Dit kan invloed hebben op de seksuele ervaring. Als uw huid en slijmvliezen genezen zijn, kunt u (indien u hier behoefte aan heeft) voorzichtig proberen geslachtsgemeenschap (penetratie) te hebben.
Doordat er in de schaamlipregio is bestraald, kan het gevoel tijdens het vrijen veranderd zijn. Er kan sprake zijn van een verminderd gevoel, maar er kan ook pijn of ongemak ontstaan. Luister daarom naar uw lichaam en neem rustig de tijd. Het gebruik van een glijmiddel raden we aan. Op emotioneel vlak kan het langer duren voor u weer plezier heeft in het vrijen.
Als de plasbuis een hoge dosis bestraling heeft gekregen, kan de plasbuis smaller worden. Hierdoor kunt u meer moeite hebben met plassen. Heel soms komt het voor dat iemand plotseling niet meer kan plassen.
Ook bij een hoge dosis bestraling op de anus of op het onderste deel van de endeldarm kan het ontlastingspatroon veranderen. U kunt wat vaker kleine beetjes ontlasting krijgen, of wat makkelijker kleine beetjes ontlasting verliezen. Als de liezen bestraald zijn na een eerdere operatie, heeft u een verhoogde kans op lymfoedeem.
-
Als u bent bestraald na een eerdere operatie, wordt u bestraald voor een ‘microscopische ziekte’- achtergebleven tumorcellen die niet te zien zijn bij lichamelijk onderzoek of op een scan. Het is dus ook niet mogelijk om na de bestraling te beoordelen of alle kwaadaardige cellen inderdaad zijn opgeruimd. We kijken hoe het verder gaat door regelmatige controle afspraken te maken.
Als u bestraald bent voor zichtbare ziekte (meestal zonder voorafgaande operatie en met chemoradiotherapie) hangt het van de uitbreiding van de ziekte af of het effect kan worden beoordeeld door alleen lichamelijk onderzoek of dat extra scans nodig zijn. Omdat schaamlipkanker aan de buitenkant zit, is vaak alleen lichamelijk onderzoek voldoende. Bij een grote tumor kan het soms meer dan 3 maanden duren voordat duidelijk wordt of de tumor klein genoeg is geworden.
Contact
Afdeling Radiotherapie
(024) 361 45 05
Buiten deze tijden alleen:
spoedeisende klachten WEL gerelateerd aan de bestraling
(024) 3611111
contactformulier
Afdeling Radiotherapie
De afdeling Radiotherapie behandelt kanker door middel van bestraling (radiotherapie). Radiotherapie vernietigt kankercellen of remt deze in hun groei.
lees meerSchaamlipkanker (vulvakanker)
Schaamlipkanker is een kwaadaardig gezwel in het gebied van de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen. Het is een zeldzame vorm van kanker. De ziekte komt vooral voor bij vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 65 jaar.
lees meerAdviezen
Huidverzorging tijdens de bestralingsperiode
Door de bestraling kan uw huid geïrriteerd raken. Om irritatie van uw huid zoveel mogelijk te beperken is het belangrijk dat u een aantal adviezen opvolgt. lees meerHuidverzorging tijdens de bestralingsperiode
Door de bestraling kan uw huid geïrriteerd raken. Of u wel of geen huidreactie krijgt is van veel verschillende factoren afhankelijk. Huidreactie is een vaak voorkomende bijwerking op de behandeling. Huidreacties kunt u niet voorkomen met voorzorgsmaatregelen.
Hieronder vindt u de belangrijkste adviezen. Indien u vragen heeft kunt u altijd terecht bij uw verpleegkundig consulent op de radiotherapie.
- Draag makkelijk zittende kleding. Voorkom schurende randen/naden.
- Het gebruik van milde zeep is toegestaan.
- U mag normaal douchen en baden.
- Zwemmen (buiten, chloor) en sauna mag indien de huid geen reactie vertoont.
- Eigen huidverzorgingsproducten mag u blijven gebruiken, tenzij u irritatie bemerkt.
- Deodorant (liefst zonder alcohol) is toegestaan.
- Scheer bij voorkeur elektrisch in het gezicht. Indien nooit wondjes, dan mag het ook met het mes.
- Lichaamsbeharing in bestraald gebied bij voorkeur niet ontharen.
- Bij het ontharen niet harsen en geen ontharingscrème gebruiken.
- Gebruik alleen aftershave voor een gevoelige huid in bestraald gebied.
- Zorg dat uw huid zo min mogelijk in de zon komt in verband met het risico op hypo- of hyperpigmentatie (huidverkleuringen). Zorg dat u niet verbrandt.
- Voor advies over zonnebrandcremes zie de adviezen op KWF.nl.
- Plak geen pleisters in het gebied dat bestraald wordt.
- Gebruk bij voorkeur geen sterk geparfumeerde producten/haarverf.
Indien een reactie ontstaat van de bestraalde huid, hoeft dit niet altijd pijnlijk te zijn. De huid droog houden is in dat geval een goede optie.
In geval van pijn, jeuk of andere klachten kunt u in overleg met uw verpleegkundig consulent of arts een recept krijgen voor verzachtende crème. Ook kunnen zij u mogelijk andere praktische adviezen geven.
De acute huidreactie ontstaan door bestraling, kan na de behandeling nog toenemen. Zeg het de verpleegkundige als uw huid open gaat na de bestraling.
Gemiddeld duurt het 2-4 weken voordat de huidreactie weer genezen is.
Wondverzorging bekkengebied
Uw huid kan door de bestraling stuk gaan. Verzorg uw huid goed en plak geen pleister op uw bestraalde huid. lees meerWondverzorging bekkengebied
Als uw huid is stuk gegaan bij de bestraling, kunt u uw huid verzorgen door:- Uw huid dagelijks af te spoelen met lauw water.
- Verzorg uw huid 2 tot 3 keer per dag met crème. Dit doet u door de voorgeschreven crème met een mes op het verband te smeren. Leg dit verband vervolgens op uw kapotte huid. De keuze van het verband is afhankelijk van wat de verpleegkundige met u afspreekt.
- U mag geen pleister op uw bestraalde huid plakken. Daarom houdt u zoals besproken het verband op zijn plaats met een onderbroek met pijpjes. Spoel het mes na gebruik af onder heet water en droog het af met een tissue. Het is normaal dat in het verband groengelig vocht komt. Dit zijn huidresten vermengd met crème.
- Bij vragen kunt u bellen met de verpleegkundige van de afdeling Radiotherapie.
Onze locaties
Radboudumc adres en route
Ingang: Ingang Radiotherapie
Gebouw: G
Verdieping: 0
Route: 875
Radboudumc adres en route
Bezoekadres
Ingang Radiotherapie
Geert Grooteplein 32
6525GA Nijmegen