Ontslag en revalidatie

Ontslag naar huis

Afhankelijk van hoe u zich voelt mag u de vijfde dag na de operatie naar huis.
U mag naar huis als:
  • de pijn onder controle is
  • u normaal eet en drinkt
  • de wond er goed uitziet of de desbetreffende zorg daarvoor ingeschakeld is
  • u zelfstandig de stomp kan zwachtelen of de desbetreffende zorg daarvoor ingeschakeld is
  • u voldoende mobiel bent om u te kunnen redden op de plek waar u na ontslag naar toe gaat (thuis of in een verpleeghuis)
  • eventuele hulpmiddelen zoals krukken, rolstoel, bed beneden geregeld zijn
  • als de trombosedienst is geregeld (als dit nodig is voor u)
Soms zijn hechtingen oplosbaar maar meestal moeten ze verwijderd worden. Dit gebeurt 3 weken na de operatie bij de huisarts of tijdens een poliafspraak. De huisarts wordt met een brief op de hoogte gesteld van uw opname.

Revalidatie

Als de wond goed geneest kunt u buiten het ziekenhuis verder herstellen. De meeste patiënten gaan poliklinisch revalideren. Dit betekent dat u eerst naar huis gaat om aan te sterken en na een aantal weken start met revalidatie op een polikliniek in dagbehandeling. De revalidatiearts bespreekt met u welke revalidatie- en prothesevoorziening er in uw nieuwe situatie mogelijk zijn. De mogelijkheden daarvan hangen sterk af van uw motivatie, lichamelijke conditie, bijkomende ziekten of gebreken, het amputatieniveau en de amputatiestomp.

De operatie

Bij een beenamputatie is het belangrijk dat er een stomp wordt gecreëerd die geschikt is voor het lopen met een prothese. Voor de operatie bekijkt de chirurg wat het beste amputatieniveau is. lees meer

De operatie

Bij een beenamputatie is het belangrijk dat er een stomp wordt gecreëerd die geschikt is voor het lopen met een prothese. De chirurg zorgt dat hij of zij na de amputatie de huid rond de wond kan hechten. Soms krijgt u een of meer drains (afvoerbuisjes). Deze drains zorgen ervoor dat bloed uit de wond wordt afgevoerd. Ook wordt er een drukverband rondom de stomp aangelegd. Na genezing van de wond passen we de stomp in een prothesekoker.

Amputatieniveau

Voor de operatie bekijkt de chirurg wat het beste amputatieniveau is. Dit is de exacte plaats in het been waar de amputatie plaatsvindt. Bij het bepalen van het amputatieniveau houdt de chirurg rekening met de kenmerken van uw aandoening. Hierbij kijkt hij of zij naar wat medisch verantwoord is en welk deel van het been kan worden gespaard. Meestal wordt in dit stadium al een revalidatiearts geraadpleegd. Het amputatieniveau is namelijk zeer bepalend voor uw functioneren (met prothese) in de toekomst.

Functioneren in de toekomst

Hoe goed u in de toekomst weer kunt functioneren, verschilt van persoon tot persoon. Het hangt onder meer af van het amputatieniveau, uw leeftijd, uw lichamelijke conditie en uw motivatie om bepaalde dingen weer te kunnen doen. Voor sommige mensen is het weer kunnen lopen (van langere afstanden) of het weer kunnen sporten erg belangrijk. Andere mensen zijn al tevreden als ze zich kunnen verplaatsen in en rondom het huis.

Loopmogelijkheden in relatie tot de amputatiehoogte

  Voet Enkel Onderbeen Knie Bovenbeen Heup
Belastbaarheid stompeinde 100% 75-100% 30-50% 100% 20-30% 100%
Lopen zonder prothese bij eenzijdige amputatie

Korte afstanden:

Lange afstanden:
 
 
 
 
Ja
 
 
 
 
Ja
 
 
 
 
Hinkend
 
 
 
 
Hinkend
 
 
 
 
Hinkend
 
 
 
 
Hinkend
Ja Deels Nee Nee Nee Nee
Loopscholing Geen Soms Nodig Nodig Nodig Nodig
Verhoogd energiegebruik 0-10% 0-25% 25-50% 25-50% 50-100% 50-100%
Loopprestaties met prothese verminderd met 0-20% 0-50% 0-70% 20-70% 30-90% 50-100%

Contact Verpleegafdeling C2

Luister het volledige keuzemenu af om doorverbonden te worden met de juiste afdeling.
(024) 361 40 14

Naar uw afspraak op de verpleegafdeling

Ingang: Hoofdingang
Gebouw: C
Verdieping: 2
Route: 737

bekijk route

Naar uw afspraak op de verpleegafdeling

Bezoekadres

Radboudumc hoofdingang
Geert Grooteplein Zuid 10
6525 GA Nijmegen

Routebeschrijving

Reis naar Geert Grooteplein Zuid 10
Ga naar binnen bij: Hoofdingang
Ga naar Gebouw C, Verdieping 2 en volg route 737

Redenen voor een beenamputatie

Een beenamputatie kan verschillende redenen hebben, zoals vaatproblemen, een ongeluk, infectie of tumor. Een amputatie is een ernstige, onherstelbare ingreep. Het is een ingreep die de chirurg uit medische noodzaak uitvoert als niets anders meer mogelijk is. lees meer

Redenen voor een beenamputatie

Jaarlijks vinden er in Nederland ongeveer 2000 beenamputaties plaats. Een beenamputatie kan verschillende redenen hebben. In ongeveer 90% van de gevallen is een amputatie het gevolg van vaatproblemen. Verder kan een amputatie nodig zijn door een ongeluk (trauma), een infectie of een bottumor. Een amputatie is een ernstige, onherstelbare ingreep. Ook voor een chirurg is het moeilijk om het besluit tot amputatie te nemen. Het is een ingreep die de chirurg uit medische noodzaak uitvoert als niets anders meer mogelijk is.

Verschillende amputatie­niveaus

De verschillende amputatieniveaus zijn:

  • Bekkenamputatie 
  • Amputatie door de heup 
  • Bovenbeenamputatie 
  • Amputatie door de knie
  • Onderbeenamputatie 
  • Enkelamputatie
lees meer

Verschillende amputatie­niveaus



Uw opname

  • Op het afgesproken tijdstip meldt u zich bij de receptie van de verpleegafdeling Orthopedie. De opnamedag is meestal ook de dag dat u geopereerd gaat worden.

    lees meer


    Dag van opname

    Op het afgesproken tijdstip meldt u zich bij de receptie van de verpleegafdeling Orthopedie. De opnamedag is meestal ook de dag dat u geopereerd gaat worden. Op deze dag maakt u kennis met de afdeling en start de voorbereiding op uw operatie. Op de afdeling heeft u meestal eerst een gesprek met een verpleegkundige. Hij of zij licht u in over de dagindeling, de regels op de afdeling en de voorbereiding op de operatie. Vragen over de verzorging of over de afdeling kunt u aan deze verpleegkundige stellen. Als het nodig is, komt een coassistent of arts-assistent ook bij u langs. U kunt met vragen over uw aandoening of operatie bij hem of haar terecht. In sommige gevallen wil ook de anesthesioloog u nog even spreken of onderzoeken. Wanneer u de dag voor de operatie wordt opgenomen, komt de orthopeed vaak nog even bij u langs.

  • Multidisciplinair team

    In het Radboudumc werkt een multidisciplinair team samen bij beenamputaties. Multidisciplinair betekent dat zorgverleners van verschillende disciplines samenwerken om voor een optimale behandeling te zorgen.

    Orthopedisch chirurg

    De orthopedisch chirurg is meestal voor de amputatie al betrokken bij uw behandeling. Als een amputatie onvermijdbaar is, voert de orthopedisch chirurg deze bij u uit. De orthopedisch chirurg is eindverantwoordelijk voor de gehele zorg tijdens de operatie. Als uw wond niet goed geneest, coördineert en voert de orthopedisch chirurg de zorg hiervoor uit. Wanneer de stomp is genezen, draagt de orthopedisch chirurg de zorg over aan de revalidatiearts. Als het nodig is, overlegt de revalidatiearts met de orthopedisch chirurg.

    Revalidatiearts

    De revalidatiearts is de hoofdbehandelaar bij uw revalidatietraject. De revalidatiearts voert het eerste onderzoek uit en schakelt de benodigde (mede)behandelaars in. Daarnaast zorgt hij of zij voor uw medische begeleiding, bijvoorbeeld bij stompproblemen en pijnbehandeling. In overleg met u en de revalidatieteamleden maakt de revalidatiearts een keuze voor het type prothese dat het beste bij uw situatie past.

    Fysiotherapeut

    De fysiotherapeut houdt zich bezig met het bewegingsapparaat van de mens. De fysiotherapeut richt zich onder andere op de beweeglijkheid en kracht van zowel het geamputeerde been als van het andere been. Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan transfer- en looptraining. De fysiotherapeut leert u volgens een vast revalidatieplan zo zelfstandig mogelijk functioneren, met en zonder prothese. Hierbij kunt u gebruik maken van diverse hulpmiddelen zoals een looprekje en/of elleboogkrukken.

    Ergotherapeut

    Ergotherapie richt zich op het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten in uw eigen omgeving, zowel met als zonder prothese. De ergotherapeut bekijkt samen met u of er beperkingen of problemen zijn in het dagelijkse functioneren. Samen met de ergotherapeut pakt u de activiteiten die problemen opleveren en die voor u belangrijk zijn, zo praktisch mogelijk aan en zoekt u samen naar oplossingen. Het uitgangspunt is om zo zelfstandig mogelijk te functioneren, bijvoorbeeled bij uw persoonlijke verzorging, huishoudelijke activiteiten, verplaatsen binnen- en buitenshuis, uw werk en/of ontspanningsactiviteiten. De ergotherapeut geeft advies en begeleidt u bij de aanvraag van hulpmiddelen en voorzieningen.

    Verpleegkundige

    De verpleegkundige zorgt voor de uitvoering van uw behandelplan, in goede samenwerking met uw chirurg, revalidatiearts, fysiotherapeut en eventuele andere betrokken disciplines. De verpleegkundige helpt u bijvoorbeeld met de dagelijkse verzorging en mobilisatie. Hij of zij geeft uw medicatie, verzorgt uw wond, controleert uw vitale functies en is er 24 uur per dag om u te ondersteunen bij het herstel, in samenwerking met het multidisciplinaire team. Als de verpleegkundige uw vragen niet kan beantwoorden, benadert hij of zij de juiste persoon hiervoor. Het team van verpleegkundigen wordt ondersteund door meerdere verpleegassistenten. Zij helpen bijvoorbeeld bij de dagelijkse verzorging en uw mobilisatie.

    Maatschappelijk werker

    De maatschappelijk werker kan u op praktisch en sociaal gebied ondersteunen. Onderwerpen als wonen, werk en tijdsbesteding komen aan bod, maar ook verwerking en acceptatie van het leven met beperkingen. De maatschappelijk werker kan u helpen contact te leggen met verschillende instanties, met het opstellen van brieven, het invullen van formulieren, het aanvragen van thuiszorg en het zoeken naar passende woonruimte. Ook kan hij of zij uw partner, gezinsleden of andere belangrijke mensen in uw leven ondersteunen.

    Psycholoog

    Lichamelijk- of geestelijk letsel gaat bijna altijd samen met een verwerkingsproces. De psycholoog kan u hierover informeren en begeleiden bij het verwerken van de verschillende fasen van dit proces. Verder kunt u met de psycholoog bespreken hoe u omgaat met de beperkingen en de verschillende sociale en emotionele gevolgen daarvan voor u en uw omgeving.

    Instrumentmaker

    De instrumentmaker levert alle producten die betrekking hebben op het vervangen van ledematen (prothesen) en voorzieningen die het gevolg zijn van het verliezen van lichaamsfuncties. De instrumentmaker maakt in nauw overleg met u en de andere disciplines een beenprothese op maat. De eerste stap is het nauwkeurig aanmeten van uw prothese. Vervolgens kunt u de prothese uitproberen en wordt deze zo nodig aangepast. Als u de definitieve prothese heeft, kunt u deze eventueel laten afwerken.

  • Na de operatie

    Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer), gebracht waar u goed wakker kunt worden. U heeft dan mogelijk:
    • één of twee infusen
    • een zuurstofslangetje in de neus
    • een klemmetje om een vinger om het zuurstofgehalte in uw bloed te meten
    • stickers op de borst, ter controle van uw hart
    Schrik niet van alle geluiden en piepjes om u heen. Dit komt van de machines die u en andere patiënten controleren. Als u goed wakker bent, de pijn onder controle is én de bloeddruk/pols stabiel zijn, haalt de verpleegkundige van de verpleegafdeling u op.

    Na de operatie heeft u een zogenaamde amputatiestomp. Een of meer drains (afvoerbuisjes) zorgen ervoor dat bloed uit de wond wordt afgevoerd. Er zijn verschillende methoden om de stomp te verzorgen: Op advies van de chirurg en de revalidatiearts wordt een gipskoker aangebracht, de stomp gezwachteld of er wordt gebruik
    gemaakt van een zogenaamde ‘liner’. Dit is een elastische stompkous van siliconenmateriaal.

    In de periode na de operatie is het belangrijk dat de wond goed geneest. Daarnaast werkt u in deze eerste periode aan de ontwikkeling van de functie van het overgebleven deel van het been. De spieren moeten zich aanpassen aan de nieuwe situatie. Door te oefenen voorkomt u dat u spierkracht kwijtraakt of uw spieren korter worden.

    Revalidatie en therapie onder leiding van het revalidatieteam worden belangrijke zaken voor u. De revalidatiearts bespreekt met u welke revalidatie- en prothesevoorziening er in uw nieuwe situatie mogelijk
    zijn. De mogelijkheden hangen sterk af van uw motivatie, lichamelijke conditie, bijkomende ziekten of gebreken, het amputatieniveau en de amputatiestomp.

Behandeling Anesthesie

Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.

lees meer

Uw herstel


Pijn

U kunt na de operatie last hebben van pijn aan de stomp. Een bijzonder en hinderlijk verschijnsel waar u na de amputatie last van kunt hebben, is fantoompijn of fantoomsensatie. Hierbij lijkt het alsof het geamputeerde lichaamsdeel er nog helemaal is.

lees meer

Pijn

U kunt na de operatie last hebben van pijn aan de stomp. Om duidelijk te krijgen hoe uw pijn verloopt en of de pijnverlichtende handelingen voldoende effect hebben, vraagt de verpleegkundige u regelmatig hoeveel pijn u heeft. U kunt dit aangeven met een cijfer, ook wel een pijnscore. Deze loopt van 0 tot 10. Het cijfer 0 wil zeggen dat u geen pijn heeft en 10 betekent de ergste pijn die u zich kunt voorstellen. Naar aanleiding van de score krijgt u zo nodig extra pijnstilling. De chirurg en eventueel het pijnteam behandelt pijn na een operatie.

Fantoompijn

Een bijzonder en hinderlijk verschijnsel waar u na de amputatie last van kunt hebben, is fantoompijn of fantoomsensatie. Hierbij lijkt het alsof het geamputeerde lichaamsdeel er nog helemaal is. Het kan vreemd aanvoelen of pijn doen. Gebieden in de hersenen die voorheen het geamputeerde been ‘bestuurden’ worden nog steeds geprikkeld door zenuwen in de stomp. Dit kan soms pijnlijk zijn en noemen we fantoompijn. Deze pijn kan beïnvloed worden door uw stemming en kan erger worden als u niet lekker in uw vel zit. Bij afleiding of activiteit kan de pijn minder worden.
 
Snelle mobilisatie na amputatie kan fantoompijn voorkomen of verminderen. Ook kan de pijn afnemen door in gedachte het geamputeerde ledemaat te bewegen of de stomp te masseren. Daarnaast kan spiegeltherapie helpen. Tijdens deze therapie wordt een spiegel naast het behouden been gezet. Vervolgens beweegt u het been of masseert u of de fysiotherapeut uw been. Het blijkt dat de gebieden in de hersenen van het geamputeerde been hierdoor ook geactiveerd worden, waardoor de pijn kan afnemen. 

Bekijk hier een filmpje met meer uitleg over spiegeltherapie:

 Als dit allemaal niet helpt kan de arts u medicijnen voorschrijven. Deze medicijnen hebben wel bijwerkingen zoals sufheid. Soms kunnen massages helpen. Een massage kan voor een betere doorbloeding van de stomp zorgen, waardoor de pijn vermindert. Meestal neemt de fantoomsensatie na ongeveer één jaar af en de pijn vermindert vaak bij goed gebruik van de prothese. Fantoomsensaties en of fantoompijn kunt u bespreken met de revalidatiearts. Hij of zij geeft u tips en adviezen voor de behandeling.


Ontslag en revalidatie

Afhankelijk van hoe u zich voelt mag u de vijfde dag na de operatie naar huis. Als de wond goed geneest kunt u buiten het ziekenhuis verder herstellen. lees meer

Mentale aspecten na een amputatie

Een amputatie is niet alleen voor uw lichaam een ingrijpende gebeurtenis. Ook mentaal en emotioneel gebeurt er veel met u. Zo kunt u te maken krijgen met gedachten, emoties en reacties die voor de amputatie niet gewoon voor u waren. lees meer

Mentale aspecten na een amputatie

Een amputatie is niet alleen voor uw lichaam een ingrijpende gebeurtenis. Ook mentaal en emotioneel gebeurt er veel met u. Er wordt veel van u en uw omgeving gevraagd. Zo kunt u te maken krijgen met gedachten, emoties en reacties die voor de amputatie niet gewoon voor u waren. Ziek worden en het verliezen van een lichaamsdeel houdt in dat u afscheid moet gaan nemen van een compleet lichaam, een deel van uw gezondheid en uw fysieke mogelijkheden. Het aanvaarden van de nieuwe situatie, het leven met beperkingen en het opnieuw vormgeven van uw leven, is vaak een langdurig proces. In het proces is het willen, kunnen en durven rouwen om het verlies van uw been belangrijk. Het helpt u bij het maken van een nieuwe start in uw leven.

Hoe ga ik om met het verlies van mijn been?

De oorzaak van uw amputatie, uw gezondheid en karakter, eerdere ervaringen, de mate waarin u zich wel of niet gesteund voelt door de mensen om u heen: het zijn allemaal dingen die van invloed zijn op uw rouw- en verliesverwerkingsproces. Iedereen rouwt en verwerkt een verlies op zijn eigen manier. Als u psychologische hulp wilt, kan de revalidatiearts u hiervoor doorverwijzen.

Welke reacties en emoties kunt u verwachten?

Hieronder volgen een aantal veel voorkomende emoties die kunnen spelen tijdens een verwerkingsproces. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat u al deze emoties ervaart en daarnaast kan ook de volgorde wisselen.



Verzorging

Er zijn verschillende methoden om de stomp te verzorgen. Meestal wordt de stomp strak gezwachteld of wordt er gebruik gemaakt van een zogenaamde ‘liner’. lees meer

Adviezen en oefeningen

Hier vindt u meer informatie over de adviezen en oefeningen die u kunt doen om uw herstel te bevorderen. lees meer

Behandeling Klikprothese

Een osseointegratieprothese wordt ook wel een 'klikprothese' genoemd. Deze prothese wordt tijdens een operatie in het bot van de stomp bevestigd met een metalen pen (stoma) door een opening in de huid.

lees meer

Betrokken afdelingen


Afdeling Fysiotherapie

Het doel van fysiotherapie is dat u weer zo goed mogelijk functioneert in de omgeving waarin u leeft, woont, werkt of sport. De behandeling richt zich op de gevolgen van uw aandoening voor activiteiten in uw dagelijks leven. Fysiotherapie kan plaatsvinden tijdens een opname of op de polikliniek. lees meer

Afdeling Revalidatie

Het doel van revalidatie is het leren omgaan met of het verminderen van functiebeperkingen. Het gaat om aangeboren functiebeperkingen of om beperkingen als gevolg van een ziekte of trauma.

lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet