Ambulante zorg na stamceltransplantatie
Door de stamceltransplantatie maakt uw beenmerg tijdelijk minder nieuwe bloedcellen aan. U bent dan gevoelig voor infecties. Twee keer per week komt u naar het ziekenhuis voor medische en verpleegkundige zorg. lees meerAmbulante zorg na stamceltransplantatie
Door de stamceltransplantatie maakt uw beenmerg tijdelijk minder nieuwe bloedcellen aan. U bent dan gevoelig voor infecties. Ook kunt u last hebben van vermoeidheid en u heeft een verhoogde kans op bloedingen. We noemen deze periode de dipfase. Ongeveer 14 tot 21 dagen na de behandeling komt de bloedaanmaak weer op gang en komt er een einde aan de dipfase.Ambulante zorg na stamceltransplantatie
Twee keer per week komt u naar het ziekenhuis voor controle van uw bloedbeeld en lichamelijke conditie. Zonodig krijgt u een bloedtransfusie. De controledagen zijn in principe op maandag en donderdag.
Thuis houdt u, samen met uw mantelzorger, uw gezondheidssituatie in de gaten. Mocht deze verslechteren, neem dan contact op met de afdeling Hematologie. Als u koorts heeft of uw medicijnen niet kunt innemen, is een nieuwe opname in het ziekenhuis soms noodzakelijk.
Voor wie is ambulante zorg bestemd?
Uw arts en verpleegkundige beslissen of ambulante zorg voor u mogelijk is. U moet voldoen aan de volgende voorwaarden:- U kunt binnen 60 minuten aanwezig zijn in het Radboudumc met eigen vervoer of een taxi.
- Er is 24 uur per dag een mantelzorger beschikbaar.
- U en uw mantelzorger spreken goed Nederlands
- U bent mobiel en heeft een goede conditie.
- U begrijpt de risico's van de dipfase.
- U kunt uw temperatuur opnemen en noteren.
- U kunt uw gewicht meten en noteren.
- U kunt voldoende drinken (minimaal 2 liter per dag).
- U kunt uw voedings- en vochtinname bijhouden en noteren.
- U neemt uw medicatie volgens voorschrift in.
Hoe verloopt de ambulante zorg?
Na de stamceltransplantatie heeft u een ontslaggesprek met uw verpleegkundige. Zij heeft u een afsprakenkaart met de controle-afspraken voor vier weken. Het is belangrijk dat u uw medicijnen volgens voorschrift inneemt. lees meerWanneer neemt u contact op?
De afdeling Hemotologie is 24 uur per dag bereikbaar. Neem contact op als u de volgende klachten heeft:- Onverwachte veranderingen in lichamelijke conditie
- Koorts of koude rillingen
- Benauwdheid en hoestbuien
- Blauwe plekken, puntbloedinkjes, neusbloedingen
- Bloedverlies bij ontlasting, urine of een heftige menstruatie
- Aanhoudend bloedend tandvlees, bloedblaren, pijn en/of ontstekingen in de mond
- Niet kunnen innemen van medicatie
- Minder dan 2 liter per 24 uur kunnen drinken
- Ernstig en aanhoudend braken en/of waterdunne diarree
- Huiduitslag
Adviezen en richtlijnen na ontslag
Naast de algemene adviezen na een stamceltransplantie, gelden er voor de dipfase (14 tot 21 dagen na de behandeling) enkele specifieke adviezen. lees meerAdviezen en richtlijnen na ontslag
-
Probeer stoten en vallen te voorkomen, zodat de kans op bloedingen zo klein mogelijk is. Als u een bloedneus heeft, drukt u uw neus dicht net onder het botje in uw neus. Het is handig iets kouds uit de vriezer te pakken, er een theedoek omheen te wikkelen en de koude pakking in uw nek te leggen. Dit kan helpen om de bloedneus te stoppen. Als de bloeding na 30 minuten nog niet gestopt is neem dan contact op met de afdeling Hematologie.
-
Door uw behandeling kunt u droge ogen krijgen. Hierdoor hebt u een verhoogde kans op infecties en bloedingen in de ogen. In overleg met uw arts kunt u eventueel starten met oogdruppels.
-
Als u misselijk bent, kunt u gebruik maken van primperan (metoclopramide) (zet)pillen. Probeer kleine hoeveelheden te eten en goed te drinken. Een te kort aan vocht, zout en suiker kan de misselijkheid verergeren.
-
Diarree kan ontstaan doordat de slijmvliezen in uw darmen zijn aangetast door de chemotherapie. Ook antibiotica kan diarree veroorzaken. Ook omgekeerde afstotingsziekte (graft-versus-host-ziekte) kan diarree veroorzaken. Meld bij de controle-afspraak altijd aan uw arts dat u diarree heeft.
-
Het is verstandig om bezoekers die last hebben van huid-, luchtweg- en/of darminfecties niet te laten komen. Denk bijvoorbeeld aan verkoudheid, griep of diarree.
Wanneer uw huisgenoten last hebben van huid-, luchtweg- en/of darminfecties is hygiëne extra belangrijk. Bij kinderen is het verstandig alert te zijn op kinderziektes. Meld het aan uw arts als een huisgenoot ziek is. -
Houd er rekening mee dat huisdieren ziekteverwekkers bij zich kunnen dragen. Was daarom uw handen nadat u in contact bent geweest met uw huisdier. Maak niet zelf de kattenbak of de verblijfplaats van uw huisdier schoon.
-
U mag niet met het openbaar vervoer reizen. Naar het ziekenhuis kunt u met eigen vervoer of een taxi komen. We raden af om zelf te rijden. Uw arts kan een aanvraag ondertekenen om een taxivergoeding aan te vragen bij de zorgverzekering.
-
Er is geen reden om seksueel contact te vermijden. Tot zeven dagen na chemotherapie is condoomgebruik noodzakelijk in verband met de uitscheiding van cytostatica. Er kunnen bloedingen ontsaan als u weinig bloedplaatjes heeft. Wees daarom voorzichtig tijdens alle vormen van seksueel contact.