Wat is een Staphylococcus aureus bloedbaaninfectie?
Een bloedbaaninfectie met Staphylococcus aureus is een infectieziekte waarbij de bacterie Staphylococcus aureus in de bloedbaan gekomen is.
lees meerWat is een Staphylococcus aureus bloedbaaninfectie?
Een bloedbaaninfectie met Staphylococcus aureus is een infectieziekte waarbij de bacterie Staphylococcus aureus in de bloedbaan gekomen is. Soms gebeurt dit via een wond of een infuus, maar vaak is de oorzaak onbekend. In Nederland veroorzaakt de Staphylococcus aureus bacterie ieder jaar ongeveer bij 3.000 patiënten een bloedbaaninfectie. In geval van een bloedbaaninfectie is langdurige behandeling met antibiotica nodig. Soms krijgt u een ingreep of operatie. Een bloedbaaninfectie uit zich op verschillende manieren, van alleen een bloedbaaninfectie tot een hartklepontsteking (‘endocarditis’) of abcessen verspreid door het lichaam.
-
Een bloedbaaninfectie veroorzaakt met name symptomen die ook bij andere infectieziekten voorkomen, zoals:
- Koorts
- Koude rillingen
- Kortademigheid
- Nachtzweten
- Vermoeidheid
- Griepachtige verschijnselen
- Gewrichtspijn
- Gewichtsverlies
Onderzoek
Om te kijken of u een bloedbaaninfectie heeft nemen we een bloedkweek bij u af. Nadat de bloedbaaninfectie bij u is vastgesteld zijn er verdere onderzoeken nodig. Een arts van de afdeling infectieziekten bezoekt u voor extra vragen en een volledig lichamelijk onderzoek. Verder worden er, naast de antibiotica, om de paar dagen bloedkweken afgenomen om te kijken of de bacterie uit de bloedbaan verdwijnt. Een arts van de afdeling cardiologie maakt een echo van het hart om te beoordelen of er sprake is van een hartklepontsteking.
Aanvullend onderzoek
Op basis van het noodzakelijke onderzoek worden in bepaalde gevallen andere onderzoeken gedaan.
Polikliniek
Een belangrijk deel van de diagnostiek en behandeling van een bloedbaaninfectie vindt plaats tijdens een ziekenhuisopname.
lees meerPolikliniek
Een belangrijk deel van de diagnostiek en behandeling van een bloedbaaninfectie vindt plaats tijdens een ziekenhuisopname. De behandeling kan na opname vaak ook poliklinisch gedaan worden. Dit gebeurt meestal onder begeleiding van een internist-infectioloog. Tijdens de poliklinische controles wordt door bloedonderzoek beoordeeld of de bacterie onder controle is tijdens de behandeling met antibiotica. Ook na de behandeling met antibiotica zijn controles nodig om te kijken of de bacterie echt wegblijft.
Als patiënten poliklinisch behandeld worden met antibiotica via het infuus, dan wordt het OPAT team gebeld. Soms zijn extra controles bij andere medisch specialisten nodig.
