Poliklinische controles
De poliklinische controles zijn bedoeld om eventuele bijwerkingen van de behandeling vast te stellen en te behandelen. lees meerPoliklinische controles
De poliklinische controles zijn bedoeld om eventuele bijwerkingen van de behandeling vast te stellen en te behandelen. Ook zijn de controles bedoeld om in een vroeg stadium eventuele terugkeer van de ziekte op te sporen. Er is ook aandacht voor eventuele lichamelijke klachten en/of psychosociale problemen als gevolg van de ziekte. Na vijf jaar kijken we of we de lange termijn controle kunnen overdragen aan uw huisarts.Poliklinische controles bij papillair en folliculair schildklierkanker
-
Na de behandeling blijft u onder controle bij de internist-endocrinoloog. Binnen ongeveer drie maanden na de behandeling komt u voor de eerste controle op de polikliniek Endocriene Ziekten.
lees meer -
Ongeveer 6 tot 9 maanden na de behandeling vindt een uitgebreidere controle plaats, waarbij wordt vastgesteld of de eerste behandeling succesvol is geweest.
lees meer
Controle van het resultaat van de behandeling
Ongeveer 12 maanden na de behandeling vindt een uitgebreidere controle plaats, waarbij wordt vastgesteld of de eerste behandeling succesvol is geweest:
- Echografie van de hals. Als de radioloog afwijkingen ziet, vindt soms een punctie plaats.
- Bepaling van het thyreoglobulinegehalte in uw bloed. Dit onderzoek vindt plaats alleen maar wanneer bij u de hele schildklier is verwijderd en u een behandeling met radioactief jodium heeft gehad. Thyreoglobuline is een eiwit dat alleen door de schildklier (of schildklier-kankercellen) wordt gemaakt.
Als het thyreoglobulinegehalte in uw bloed boven een bepaald niveau is, volgt soms een tweede behandeling met radioactief jodium. In dat geval moet u 4 weken van tevoren stoppen met schildklierhormoontabletten. Als u een tweede behandeling met radioactief jodium heeft ondergaan vinden een paar maanden later de bovengenoemde onderzoeken opnieuw plaats.
Als het thyreoglobulinegehalte niet verhoogd is, wordt soms een zogenaamd gestimuleerd thyreoglobulinegehalte bepaald. Het thyreoglobulinegehalte kan stijgen (wordt dus gestimuleerd) als het TSH-gehalte in het bloed stijgt. Een stijging kan betekenen dat er schildklierkankercellen in uw lichaam zitten. Een hoog TSH-gehalte is noodzakelijk om het thyreoglobulinegehalte in het bloed te stimuleren.Dit kan op twee manieren plaats vinden:- U stopt 4 weken met schildklierhormoontabletten (met name wanneer de kans groot is dat u een tweede behandeling met radioactief jodium moet ondergaan).
- Er wordt gekozen voor injecties met kunstmatig TSH.
Aan de hand van de meting van het gestimuleerde thyreoglobulinegehalte kunnen de volgende situaties ontstaan:
- Het thyreoglobulinegehalte in het bloed is nu wel verhoogd. In dat geval bepaalt het multidisciplinair team of u een behandeling met radioactief jodium krijgt.
- Het thyreoglobulinegehalte in het bloed is niet verhoogd. In dat geval is een behandeling niet nodig.
Als u een tweede behandeling met radioactief jodium heeft ondergaan vinden een paar maanden later de bovengenoemde onderzoeken opnieuw plaats.
-
Bij de vervolgcontroles meten we het thyreoglobulinegehalte in het bloed en soms maken we een echografie van de hals. Deze controles vinden eens per 6 tot 12 maanden plaats.
lees meer
Vervolgcontroles
Bij de vervolgcontroles maken we soms een echografie van de hals en zonodig meten we het thyreoglobulinegehalte in het bloed. Deze controles vinden plaats op de polikliniek Endocriene Ziekten, hoe vaak deze controles nodig zijn is afhankelijk van uw situatie. In overleg en indien mogelijk, kan dit ook in het ziekenhuis in uw eigen regio. Wanneer het thyreoglobulinegehalte in het bloed stijgt of afwijkingen worden gevonden bij de echografie doen we verder onderzoek.