Over Q-koorts
Q-koorts wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. Q-koorts is een zoönose, wat betekent dat de bacterie van dier op mens wordt overgedragen. over de aandoeningOver Q-koorts
Q-koorts wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. Q-koorts is een zoönose, wat betekent dat de bacterie van dier op mens wordt overgedragen. In Nederland zijn geiten en schapen de belangrijkste besmettingsbron voor de mens. Ook andere dieren kunnen voor besmetting zorgen, zoals koeien, honden, katten, knaagdieren en vogels.In Nederland verspreidt de bacterie zich voornamelijk via de lucht. Mensen raken besmet door het inademen van de bacterie. Besmetting van mens tot mens is alleen mogelijk via bloedtransfusie of bij de bevalling van een vrouw met acute of chronische Q-koorts. In het algemeen wordt daarom gezegd dat Q-koorts niet van mens op mens overdraagbaar is. Sinds 2007 hebben ruim 4.000 mensen acute Q-koorts gekregen. Q-koorts komt over de hele wereld voor.
Gevolgen van Q-koorts op langere termijn
1-5% van de patiënten krijgt na een acute infectie ook chronische Q-koorts. Dit komt ook voor bij de patiënten die geen ziekteverschijnselen hebben: Asymptomatische Q-koorts. lees meerGevolgen van Q-koorts op langere termijn
Chronische Q-koorts
1-5% van de patiënten krijgt na een Q-koortsbesmetting chronische Q-koorts. Er is dan sprake van een actieve infectie. Chronische Q-koorts kan ontstaan na een acute Q-koortsinfectie, oftewel een Q-koortsbesmetting die gepaard gaat met ziekteverschijnselen, maar ook na een Q-koortsbesmetting zonder ziekteverschijnselen. Dit laatste noemen we een asymptomatische Q-koortsbesmetting.Een aantal patiënten heeft een verhoogde kans op chronische Q-koorts:
- patiënten met hartklepgebreken, klep- of vaatprothesen of een aneurysma (verwijd bloedvat);
- patiënten met een gestoorde afweer, bijvoorbeeld door gebruik van immunosuppressiva (geneesmiddel dat de werking van het afweersysteem remt);
- zwangere vrouwen.
Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS)
Na een acute Q-koortsinfectie heeft ongeveer 20% van de patiënten langdurige klachten van vermoeidheid. Deze vermoeidheid kan langer dan een jaar na de acute infectie duren en kan gepaard gaan met een scala aan andere klachten. Als deze moeheid langer dan zes maanden duurt (in aansluiting op de Q-koortsinfectie) en er geen andere verklaring voor is, noemen we dit het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS). Bij QVS hebt u geen actieve infectie. In uw bloed kunnen we dit meestal onderscheiden van chronische Q-koorts.De klachten die voorkomen bij QVS hebben vaak ernstige gevolgen voor de kwaliteit van leven, dagelijkse activiteiten en werk. Antibiotica geeft een grote kans op bijwerkingen en heeft geen effect op de klachten van patiënten. Antibiotica worden dan ook afgeraden. Gebleken is dat cognitieve gedragstherapie (CGT) direct na behandeling leidt tot een duidelijke verbetering en zelfs herstel van vermoeidheid bij een meerderheid van de patiënten. Niet alle QVS-patiënten hebben baat bij CGT. Inmiddels is bekend dat de verbetering na het afronden van CGT na een jaar niet meer aanwezig is. Het is nog onduidelijk of aanvullende behandelingen (zogenaamde boostersessies) deze terugval kunnen voorkomen. Dit is (nog) niet onderzocht. Gegeven de positieve effecten op vermoeidheid op korte termijn bij een deel van de patiënten met QVS en het ontbreken van andere wetenschappelijk onderzochte effectieve behandelingen valt CGT wel te overwegen. Het is van belang om samen met patiënten de mogelijkheden tot behandeling te bespreken, verlichting van klachten te bieden en strategieën te verkennen om met de beperkingen om te gaan. Voor meer informatie over QVS verwijzen wij u naar de landelijke LCI-richtlijn Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS).