Wat is keratoconus?
Bij keratoconus is het hoornvlies (cornea) minder stevig dan normaal. Dit komt door veranderingen in de structuur van het hoornvliesweefsel. Deze veranderingen leiden tot een verzwakking en verdunning van het hoornvlies. lees meerWat is keratoconus?
Bij keratoconus is het hoornvlies (cornea) minder stevig dan normaal. Dit komt door veranderingen in de structuur van het hoornvliesweefsel die leiden tot een verzwakking en verdunning van het hoornvlies. Hierdoor verandert het hoornvlies van vorm: het wordt kegelvormig in plaats van bolvormig waardoor u minder scherp ziet.
Keratoconus komt in Nederland bij ongeveer 1 op de 2000 mensen voor. Keratoconus komt meestal aan beide ogen voor, maar kan bij het ene oog erger zijn dan bij het andere oog. Keratoconus begint meestal rond de puberteit en ontwikkelt zich langzaam verder in een periode van 10-20 jaar. Deze aandoening is lastig te diagnosticeren. Sommige mensen zien lichtstrepen (glare) en zijn gevoeliger voor licht (fotofobie). De voornaamste klacht is minder en vervormd zien. Keratoconus komt meer bij vrouwen voor dan bij mannen.
Oorzaken
Erfelijke factoren
De verzwakking van het hoornvlies is aangeboren en erfelijk, maar komt pas op latere leeftijd tevoorschijn. Familieleden van iemand met keratoconus kunnen een veranderde vorm van het hoornvlies hebben zonder dat ze hier last van hebben.
Allergie
Keratoconus komt vaker voor bij mensen met astma, allergieën of eczeem.
Associatie met syndromen
Keratoconus kan voorkomen bij bijvoorbeeld het syndroom van Down, Turner, Marfan en Ehlers/Danlos. Ook kan het voorkomen bij sommige andere oogheelkundige aandoeningen.
Wrijven
Mensen die extreem veel en hard in hun ogen wrijven kunnen ook keratoconus ontwikkelen.
Onderzoeken
Lees hier over de onderzoeken, die nodig zijn om keratoconus vast te stellen. lees meerBehandelingen
Keratoconus kan op verschillende manieren behandeld worden. lees meerBehandelingen
Keratoconus kan op verschillende manieren behandeld worden. De keuze voor een behandeling is afhankelijk van de gezichtsscherpte en de toestand van het hoornvlies. In de beginfase van keratoconus wordt er een bril of contactlenzen aangemeten. Correctie met een bril is meestal alleen mogelijk bij een milde vorm van keratoconus. De mogelijkheid om goed te zien met een bril neemt af naarmate de hoornvliesvervorming toeneemt.
Contactlenzen kunnen bij deze hoornvliesvervorming heel goed helpen. Bij toename van de hoornvliesvervorming en/of -verdunning kunnen contactlenzen echter ook problemen geven. Ze drukken dan op de top van de kegel en kunnen wiebelen, met beschadiging van het hoornvlies tot gevolg. Bij ongeveer 30% van keratoconus patiënten wordt er in een vergevorderd stadium een hoornvliestransplantatie uitgevoerd.
Corneale crosslinking is bedoeld voor de behandeling van keratoconus waarbij er sprake is van een toenemende hoornvliesvervorming en/of -verdunning. Door behandeling van het hoornvlies met corneale crosslinking kan een hoornvliestransplantatie mogelijk uitgesteld of voorkomen worden.
Contact
Afdeling Oogheelkunde
(024) 361 67 00
Voor specialisten en huisartsen
(024) 361 5104
Afdeling Oogheelkunde
De afdeling Oogheelkunde onderzoekt en behandelt patiënten met aandoeningen van het oog en de omliggende organen.
lees meer