Onderzoeken

Het meten van het gezichtsvermogen
Bij oogheelkundig onderzoek wordt het gezichtsvermogen en de brilsterkte gemeten. Bij keratoconus neemt vooral de cylindersterkte van de bril toe (astigmatisme).

Spleetlamp onderzoek
De oogarts onderzoekt het hoorvlies met licht en vergroting op de aanwezigheid van de karakteristieke kenmerken van de keratoconus. 

Cornea topografie
Bij cornea topografie wordt met behulp van een topograaf (zie afbeelding) een uitgebreide oogscan gemaakt van de kromming en vorm van het hoornvlies. Dit gebeurt zowel van de voorzijde als van de achterzijde van het hoornvlies. Abnormale hoornvliesvormen kunnen duiden op keratoconus. Bij keratoconus heeft het hoornvlies een uitpuilende vorm en veroorzaakt een verminderde en onstabiele gezichtsscherpte.

Wat is keratoconus?

Bij keratoconus is het hoornvlies (cornea) minder stevig dan normaal. Dit komt door veranderingen in de structuur van het hoornvliesweefsel. Deze veranderingen leiden tot een verzwakking en verdunning van het hoornvlies. lees meer

Wat is keratoconus?

Bij keratoconus is het hoornvlies (cornea) minder stevig dan normaal. Dit komt door veranderingen in de structuur van het hoornvliesweefsel die leiden tot een verzwakking en verdunning van het hoornvlies. Hierdoor verandert het hoornvlies van vorm: het wordt kegelvormig in plaats van bolvormig waardoor u minder scherp ziet.
Keratoconus komt in Nederland bij ongeveer 1 op de 2000 mensen voor. Keratoconus komt meestal aan beide ogen voor, maar kan bij het ene oog erger zijn dan bij het andere oog. Keratoconus begint meestal rond de puberteit en ontwikkelt zich langzaam verder in een periode van 10-20 jaar. Deze aandoening is lastig te diagnosticeren. Sommige mensen zien lichtstrepen (glare) en zijn gevoeliger voor licht (fotofobie). De voornaamste klacht is minder en vervormd zien. Keratoconus komt meer bij vrouwen voor dan bij mannen.

Oorzaken

Erfelijke factoren
De verzwakking van het hoornvlies is aangeboren en erfelijk, maar komt pas op latere leeftijd tevoorschijn. Familieleden van iemand met keratoconus kunnen een veranderde vorm van het hoornvlies hebben zonder dat ze hier last van hebben.

Allergie
Keratoconus komt vaker voor bij mensen met astma, allergieën of eczeem.

Associatie met syndromen
Keratoconus kan voorkomen bij bijvoorbeeld het syndroom van Down, Turner, Marfan en Ehlers/Danlos. Ook kan het voorkomen bij sommige andere oogheelkundige aandoeningen.

Wrijven
Mensen die extreem veel en hard in hun ogen wrijven kunnen ook keratoconus ontwikkelen.


Onderzoeken

Lees hier over de onderzoeken, die nodig zijn om keratoconus vast te stellen. lees meer

Behandelingen

Keratoconus kan op verschillende manieren behandeld worden. lees meer

Behandelingen

Keratoconus kan op verschillende manieren behandeld worden. De keuze voor een behandeling is afhankelijk van de gezichtsscherpte en de toestand van het hoornvlies. In de beginfase van keratoconus wordt er een bril of contactlenzen aangemeten. Correctie met een bril is meestal alleen mogelijk bij een milde vorm van keratoconus. De mogelijkheid om goed te zien met een bril neemt af naarmate de hoornvliesvervorming toeneemt.

Contactlenzen kunnen bij deze hoornvliesvervorming heel goed helpen. Bij toename van de hoornvliesvervorming en/of -verdunning kunnen contactlenzen echter ook problemen geven. Ze drukken dan op de top van de kegel en kunnen wiebelen, met beschadiging van het hoornvlies tot gevolg. Bij ongeveer 30% van keratoconus patiënten wordt er in een vergevorderd stadium een hoornvliestransplantatie uitgevoerd.

Corneale crosslinking is bedoeld voor de behandeling van keratoconus waarbij er sprake is van een toenemende hoornvliesvervorming en/of -verdunning. Door behandeling van het hoornvlies met corneale crosslinking kan een hoornvliestransplantatie mogelijk uitgesteld of voorkomen worden.


Contact

Afdeling Oogheelkunde

Voor patiënten ma t/m vr 8.00 – 16.30 uur :
(024) 361 67 00

Voor specialisten en huisartsen
(024) 361 5104

Afdeling Oogheelkunde

De afdeling Oogheelkunde onderzoekt en behandelt patiënten met aandoeningen van het oog en de omliggende organen.

lees meer

Informatie over klinische studies Oogheelkunde

Wilt u deelnemen aan een van de lopende wetenschappelijke onderzoeken of wilt u graag meer informatie over de mogelijkheden voor onderzoek bij uw oogziekte? Neem dan contact met ons op. Bekijk hier voor welk onderzoek wij momenteel nog deelnemers zoeken. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet