Wat is een herseninfarct/TIA?
Een herseninfarct of TIA ontstaat als een bloedstolsel een slagader naar de hersenen afsluit. Een deel van de hersenen krijgt dan geen bloed meer en dus geen zuurstof en voedingsstoffen. lees meerWat is een herseninfarct/TIA?
Herseninfarct
Een herseninfarct ontstaat als een bloedstolsel een slagader naar de hersenen afsluit. Een deel van de hersenen krijgt dan geen bloed meer en dus geen zuurstof en voedingsstoffen. Hierdoor kan dit deel van de hersenen niet goed meer functioneren. Het kan geen informatie meer ontvangen en het kan geen informatie meer sturen. U merkt dit doordat u uitvalsverschijnselen krijgt, zoals het niet meer goed kunnen spreken, een verlamming of gevoelsverlies aan één zijde van het lichaam of gezichtsvelduitval. Wanneer deze situatie langer duurt, sterft het hersenweefsel af en ontstaat er een grote kans op blijvende uitvalsverschijnselen.TIA
Een TIA (Transient Ischemic Attack) is een tijdelijke kortdurende verstopping van een slagader, die dezelfde klachten geeft als een herseninfarct. TIA’s kunnen een voorteken zijn van een herseninfarct. Mensen die een TIA hebben gehad, lopen dus een verhoogd risico op een herseninfarct.
Bel altijd de huisarts als u denkt dat u een TIA heeft (gehad). Als er na 5-10 minuten nog symptomen aanwezig zijn, bel dan direct de spoedlijn van de huisarts en in avond/nacht de spoedlijn van de huisartsenpost of 112. Als u geen klachten meer heeft, bel dan direct de huisarts op de normale lijn.
Bij een TIA zijn de verschijnselen meestal binnen een paar minuten, maar altijd binnen 24 uur verdwenen. Het is belangrijk snel onderzoek te doen naar de oorzaak en de behandeling te starten. Dit vanwege het risico op een nieuwe TIA of een herseninfarct. Het risico is het grootst in de eerste dagen na een TIA.
Symptomen acute fase
Een herseninfarct begint (meestal) met plotseling optredende uitvalsverschijnselen. De meest voorkomende symptomen zijn:- een scheve mond door (halfzijdige) gezichtsverlamming
- onduidelijk spreken of niet meer uit je woorden kunnen komen
- verlamming aan één arm en/of been
Minder vaak voorkomende symptomen
Andere (minder vaak voorkomende) symptomen kunnen zijn:- coördinatie en evenwichtsproblemen
- duizeligheid (acuut ontstaan), misselijkheid en braken
- tintelingen of gevoelloosheid aan 1 zijde van het lichaam
Oorzaken TIA of herseninfarct
Slagaderverkalking of een onregelmatig hartritme kunnen een TIA of herseninfarct veroorzaken. Daarnaast zijn er een aantal risicofactoren die de kans op een TIA of infarct vergroten.
lees meerOorzaken TIA of herseninfarct
Slagaderverkalking
De (binnen)wand van bloedvaten is normaal gesproken glad zodat bloed ongestoord door de vaten kan stromen. Door bekende risicofactoren voor hart- en vaatziekte zoals een hoge bloeddruk, hoog cholesterol, suikerziekte en roken kan de wand beschadigen. Dit proces wordt atherosclerose of slagaderverkalking genoemd. De slagader kan hierdoor geleidelijk dichtslippen en gedeeltelijk afsluiten. Dit gebeurt vaak in de halsslagaders. Door zo’n gedeeltelijke afsluiting kan de halsslagader aan de binnenzijde kapot gaan of een abnormale bloeddoorstroming veroorzaken. Er ontstaat op die plek een bloedstolsel die met de bloedstroom mee gevoerd wordt en vervolgens in de hersenbloedvaten een totale afsluiting kan veroorzaken (arteriële embolie).
Onregelmatig hartritme
Een TIA of infarct kan ook ontstaan door een onregelmatig hartritme ook wel atriumfibrilleren of boezemfibrilleren genoemd. Dit onregelmatig hartritme kan een bloedstolsel veroorzaken in de boezem van het hart. Dit stolsel kan met de bloedstroom meegevoerd worden naar het hoofd (cardiale embolie). In een hersenslagader veroorzaakt de bloedstolsel vervolgens een totale afsluiting.
Patent (open) foramen ovale
Bij alle ongeboren baby’s bestaat er een opening met een klepje tussen de linker en rechter boezem van het hart. Bij ongeveer 1 op de 4 volwassenen sluit dit klepje niet (volledig) na de geboorte.
Soms ontstaan klachten doordat er bloed van de rechter naar de linker boezem stroomt. Door deze “shunt” kan er zuurstofarm bloed uit de rechter boezem naar de linker harthelft stromen. Op die manier kunnen bloedpropjes ontstaan, wat een herseninfarct of een TIA kan veroorzaken. Als uw arts denkt dat het foramen ovale de oorzaak is voor uw TIA of herseninfarct, dan adviseren we op het PFO te sluiten. Dit verkleint de kans op een nieuwe TIA of herseninfarct.
Lees meer over patent foramen ovale
Belangrijke risicofactoren
Belangrijkste risicofactoren voor het ontstaan van een TIA of infarct zijn met name
- Hoge bloeddruk
- Verhoogd cholesterol
- Roken
- Weinig bewegen (minder dan 30 minuten per dag)
- Overmatig alcoholgebruik (meer dan twee glazen per dag)
- Familieleden met hart- en vaatziekten (met name ouders en broers/zussen)
- Drugsgebruik (in het verleden), onder andere cocaïne en XTC
Herseninfarct of -bloeding op jonge leeftijd
Hart- en vaatziekten komen vooral voor bij mensen boven de 50 jaar. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer vijfduizend mensen tussen de 18 en 50 jaar een beroerte. Young Strokes is er speciaal voor deze groep jonge mensen die een herseninfarct of hersenbloeding hebben gehad. lees meerAfdeling Neurologie
De afdeling Neurologie houdt zich bezig met diagnose en behandeling van aandoeningen in de hersenen. lees meerOpname in het ziekenhuis
Als u recent een TIA, herseninfarct of –bloeding heeft gehad, kan het zijn dat u in de eerste periode wat extra in de gaten gehouden moet worden. Hiervoor wordt u dan opgenomen op de zogenaamde stroke-unit op de verpleegafdeling Neurologie. lees meerOpname in het ziekenhuis
Als u recent een TIA, herseninfarct of –bloeding heeft gehad, kan het zijn dat u in de eerste periode wat extra in de gaten gehouden moet worden. Hiervoor wordt u dan opgenomen op de zogenaamde stroke-unit op de verpleegafdeling Neurologie. Gedurende ongeveer 24 uur wordt op deze afdeling gekeken naar uw vitale functies (zoals bloeddruk en hartritme) door middel van een monitor. Als u stabiel bent, wordt in samenwerking met andere zorgverleners gekeken op welke plaats de juiste zorg is om te revalideren. Dit kan in je thuissituatie zijn, met of zonder hulp, in een revalidatiecentrum of op de speciale revalidatieafdeling in een verpleeghuis naar keuze.Onderzoeken
Onderzoek TIA Service
Als u een TIA heeft gehad, onderzoeken we op verschillende manieren hoe dat kwam. Onze TIA Service regelt deze onderzoeken voor u. lees meerOnderzoeken
-
Er zijn 4 verschillende soorten hersenonderzoeken die we kunnen uitvoeren: CT-scan, MRI-scan, functionele MRI van het hoofd en onderzoek van de bloedvaten in de hals.
lees meer
Hersenonderzoek
Er zijn 4 verschillende soorten hersenonderzoeken die we kunnen uitvoeren:- CT-scan
- MRI-scan
- Functionele MRI van het hoofd
- Onderzoek van de bloedvaten in de hals (alleen op indicatie)
-
Om uw hartfunctie te onderzoeken kunnen we een echografie van uw hart (via de slokdarm) doen en eventueel een holteronderzoek. Dit gebeurt alleen op indicatie.
lees meer
Hartonderzoek
Er zijn verschillende onderzoeken om uw hartfunctie in kaart te brengen:
Behandelingen
Behandeling Acuut herseninfarct
Een deel van de patiënten met een herseninfarct komt in aanmerking voor een acute behandeling om het bloedstolsel dat het herseninfarct heeft veroorzaakt op te lossen (intraveneuze trombolyse) en/of te verwijderen (intra-arteriële behandeling). lees meerBehandeling medicatie, operatie en leefstijl
Er zijn verschillende manieren om een TIA of herseninfarct te behandelen. lees meerBehandeling licht herseninfarct
Als op de Spoedeisende Hulp (SEH) wordt vastgesteld dat u een licht herseninfarct heeft gehad met beperkte klachten, dan hoeft u niet opgenomen te worden. U kunt dan naar huis om daar te herstellen. lees meerBehandeling licht herseninfarct
Als op de Spoedeisende Hulp (SEH) wordt vastgesteld dat u een licht herseninfarct heeft gehad met beperkte klachten, dan hoeft u niet opgenomen te worden. U kunt dan naar huis om daar te herstellen. Eventueel kunt u hierbij begeleiding krijgen van een fysiotherapeut of logopedist bij u in de buurt.Om een nieuw herseninfarct te voorkomen, krijgt u medicijnen die u uw leven lang moet blijven gebruiken. Op de SEH zijn we gestart met een onderzoek naar de oorzaak van uw herseninfarct. Verder onderzoek zal plaatsvinden op onze polikliniek.
Vervolgafspraak
Als u een holteronderzoek mee naar huis krijgt, dan kunt u zich de eerstvolgende werkdag tussen 9.00 - 9.15 uur melden op de polikliniek Neurologie, route 943 (ingang Oost, Reinier Postlaan 4). U kunt voor de deur parkeren.Een holteronderzoek continu hartfilmpje met een recorder die 24 uur uw hartritme controleert. Boezemfibrilleren, een relatief veel voorkomende hartritmestoornis, is een belangrijke oorzaak van een herseninfarct. Hiervoor kunt u behandeld worden.
Tijdens de afspraak op de polikliniek krijgt u van de gespecialiseerd verpleegkundige extra uitleg over de oorzaak en gevolgen van een herseninfarct. Hij of zij kan u ook helpen bij het zoeken naar een therapeut bij u in de omgeving als dit nodig is.
Tijdens de afspraak plannen we een vervolgafspraak met u in om verder in te gaan op de risicofactoren voor het krijgen van een herseninfarct.
Als u geen holter (hartritmekastje) hoeft te dragen, hoeft u niet naar de polikliniek te komen. U wordt dan gebeld door de gespecialiseerd verpleegkundige. Als het nodig is, kan hij of zij op korte termijn een nieuwe afspraak met u maken.
Contact
De eerste 24 uur (tot aan uw polibezoek) kunt u bij vragen contact opnemen met de afdeling Neurologie (024) 361 50 20. Na deze 24 uur kunt u bij problemen contact opnemen met de gespecialiseerd verpleegkundige op de polikliniek of met uw huisarts of de huisartsenpost. De contactgegevens van de gespecialiseerd verpleegkundige ontvangt u op de polikliniek.Als u nieuwe neurologische klachten heeft, bel dan direct 112.
Behandeling Nazorg na een beroerte
4 tot 6 weken na ontslag van de verpleegafdeling Neurologie of dagopname op de TIA-poli, komt u voor controle terug op de nazorgpoli. Deze is gevestigd op de polikliniek Neurologie. lees meerGevolgen
Fysieke (zichtbare) gevolgen
Een beroerte kan ernstige en minder ernstige gevolgen hebben. Welke beperkingen dit zijn is afhankelijk van het deel en de hoeveelheid van de hersenen dat beschadigd is. lees meerFysieke (zichtbare) gevolgen
Een beroerte kan ernstige en minder ernstige gevolgen hebben. Welke beperkingen dit zijn is afhankelijk van het deel en de hoeveelheid van de hersenen dat beschadigd is. Hierdoor kan iemand lichamelijke (zichtbare) problemen ervaren bij:
-
Bij een zeer ernstige beroerte kan iemand het bewustzijn verliezen en in coma raken. Vlak na het ontstaan van het de beroerte kunnen er ook schommelingen in het bewustzijn voor komen. Dit is bijvoorbeeld afhankelijk van het moment van de dag, de vermoeidheid, de activiteiten die er net daarvoor hebben plaatsgevonden en van de druk in de hersenen.
-
Bij veel patiënten treedt als gevolg van een beroerte een halfzijdige verlamming op. Naast het niet of moeilijker kunnen bewegen van een arm en/of been zijn ook de spieren van de romp aangetast. Dit kan tot gevolg hebben dat iemand moeilijk kan blijven zitten of staan zonder om te vallen. Ook lopen en bewegen wordt door de verlamming moeilijker. Vlak na een beroerte is de verlamming slap, enkele weken na de beroerte ontstaat juist een hoge spierspanning (spasme).
-
Er kunnen problemen ontstaan bij het begrijpen en het uiten, doordat het hersengebied dat de taal verzorgt is aangedaan. Het communiceren kan daardoor zeer moeilijk of onmogelijk zijn. Dit wordt ook wel een afasie genoemd. De ernst en de omvang van het taalprobleem zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen en uw persoonlijkheid. Sommige mensen met een afasie kunnen nog goed taal begrijpen, maar zij hebben moeite met het vinden van de juiste woorden of met het opbouwen van de zinnen. Anderen praten juist veel, maar wat zij zeggen, is voor de gesprekspartner niet of moeilijk te begrijpen.
-
Door problemen met de kracht en coördinatie van de spieren die de stem, ademhaling en spraak, kunnen mensen soms moeite hebben met spreken. Dit wordt dysartie genoemd. Er bestaan verschillende vormen van dysartrie:
- Spraakproblemen, waarbij het spreektempo te hoog, te laag of wisselend is.
- Klanken worden weggelaten of vervangen en de spraak kan nasaal of monotoon klinken. Het lijkt alsof iemand binnensmond spreekt.
- Problemen met de stem, waardoor iemand hees of schor klinkt, te hoog, te laag of te hard of te zacht spreekt. De stem kan zelfs even wegvallen.
- Problemen met de ademhaling: iemand kan weinig woorden in één adem uitspreken, oppervlakkig of snel ademen of hoorbaar en/of geperst ademhalen.
-
Slikken is een ingewikkeld samenspel van verschillende spieren in de mond en in de keel. Bij het slikken spelen timing, coördinatie, gevoel in de mond/keel en spierkracht een belangrijke rol. Bij al deze aspecten kunnen problemen ontstaan waardoor u niet meer kunt kauwen of slikken, moeilijker kunt slikken of waardoor u zich makkelijk kunt verslikken. Verslikken betekent dat er vloeistof of voedsel in de luchtpijp terechtkomt, in plaats van in de slokdarm. Dit kan een longontsteking veroorzaken. Normaal gesproken wordt dit voorkomen door het ophoesten, maar door een herseninfarct kan het zijn dat u niet of niet goed ophoest.
-
Dit wil zeggen dat een gedeelte van uw gezichtsveld aan één kant van uw ogen is uitgevallen. Vaak betreft het beide ogen. Er kan ook een stukje van het gezichtsveld voor een kwart uitgevallen zijn, dan is er sprake van een kwadranthemianopsie.
Deze aandoening wordt veroorzaakt door een hersenbeschadiging, dus niet door een beschadiging van de ogen. -
Hierdoor kunnen bewegingen langzamer en ongecoördineerd gaan, waardoor er problemen ontstaan bij het lopen. Deze bewegingen lijken op die van een dronken persoon.
-
Als er problemen zijn in het gevoel, dan ervaart u dat als een “doof” gevoel of tintelingen in een lichaamsdeel. Of het aanraken van lichaamsdelen voelt anders dan normaal. Ook kan het zijn dat de temperatuur van bijvoorbeeld water of pijn van de huid niet meer (goed) wordt gevoeld. Daarnaast komt het voor dat iemand niet meer goed voelt of zijn been krom of recht staat of niet voelt waar zijn of haar arm of been ligt, wanneer hij of zij er niet naar kijkt.
-
Als gevolg van een beroerte kan urine-incontinentie optreden. Dit betekent dat u geen controle heeft over uw blaas. Problemen met het langer ophouden van urine en het optreden van ongewild urineverlies zijn dan het gevolg.
Ook kan het zijn dat u niet meer kunt plassen of niet goed uitplast. Om de blaas leeg te maken, moet u dan regelmatig gecatheriseerd worden. Dit is het inbrengen van een slangetje in de blaas zodat de blaas kunstmatig geleegd kan worden. Het slangetje wordt weer verwijderd wanneer de blaas leeg is.
Cognitie (niet zichtbare gevolgen)
De lichamelijke beperkingen vallen de meeste mensen in de omgeving vaak direct op. Maar de ‘onzichtbare’ gevolgen zijn vaak minder opvallend en komen vaak ook pas later tot uiting. lees meerCognitie (niet zichtbare gevolgen)
De lichamelijke beperkingen vallen de meeste mensen in de omgeving vaak direct op. Maar de ‘onzichtbare’ gevolgen zijn vaak minder opvallend en komen vaak ook pas later tot uiting.
-
Veel mensen hebben na een beroerte last van (ernstige) vermoeidheid. Dit komt meestal vaak en langdurig voor. Het is niet altijd duidelijk waar deze vermoeidheid vandaan komt. Onderzoekers denken dat de vermoeidheid een direct gevolg is van de beschadiging in de hersenen zelf, maar dat het ook te maken kan hebben met lichamelijke en mentale inspanning. Dingen die vroeger vanzelf gingen, kosten nu enorm veel inspanning en energie. Vermoeidheid heeft invloed op uw lichamelijk, emotioneel en mentaal functioneren.
-
Over het algemeen kunnen mensen na beroerte de dingen van vroeger goed herinneren, maar kunnen zij nieuwe informatie niet of moeilijk onthouden. Hierbij kan vermoeidheid en een verminderde aandacht en concentratie een belangrijk rol spelen. Als u hier last van heeft, heeft dit ook een negatieve invloed op uw geheugen.
-
Problemen met aandacht en concentratie komen vaak voor na een beroerte en kunnen na verloop van tijd weer minder worden of zelfs verdwijnen. Aandacht- en concentratieproblemen uiten zich op verschillende manieren. Het kan zijn dat iemand zich moeilijk kan concentreren op bijvoorbeeld het volgen van een gesprek, het lezen van een boek of het kijken van een film. Of iemand kan sneller afgeleid zijn door allerlei prikkels in de omgeving, zoals een radio of gesprekken van andere mensen. Vaak is het daardoor lastig om meerdere dingen tegelijk te doen, zoals autorijden en tegelijkertijd een gesprek voeren met de bijrijder of koken en praten.
Veel mensen ervaren dat het denken trager gaat en dat de informatie in de omgeving veel te snel gaat. Het kost na een beroerte veel meer moeite om bijvoorbeeld een gesprek of tv-programma te volgen. Ook activiteiten waarbij veel mensen aanwezig zijn, zoals een verjaardag, wordt daardoor door veel mensen als lastig ervaren. Ze hebben het gevoel dat de informatie te snel gaat om nog te kunnen volgen en te verwerken. Dit wordt vertraagde informatieverwerking of een vertraagd denktempo genoemd. Dit kan zich ook uiten in activiteiten waarin snel gehandeld moet worden, zoals in het verkeer, het sporten of bij bepaalde snelle werkzaamheden tijdens het werk.
-
Een aantal mensen zijn na een beroerte niet meer zo flexibel als voorheen. Dit uit zich bijvoorbeeld in het moeilijk kunnen bedenken van een andere oplossing voor een probleem, wanneer ze vastlopen. Of ze hebben moeite met het uitvoeren van een ander plan, als iets niet loopt zoals zij gepland of uitgedacht hadden.
-
Iedereen herkent wel fouten die we soms hebben met het ruimtelijk waarnemen: we schatten bijvoorbeeld de afstand verkeerd in, waardoor we het kopje net naast de tafel plaatsen in plaats van erop. Of we denken dat er nog een trede van de trap komt, terwijl we al beneden staan. Dit soort situaties overkomt een beroerte-patiënt met een beschadiging van de rechter hersenhelft regelmatig. Hij of zij verwart links en rechts of kan de afstand tot een bepaald voorwerp niet goed inschatten. Dit kan gevolgen hebben voor handelingen die een goede ruimtelijke inschatting nodig hebben, zoals het aankleden.
-
Als gevolg van een beroerte zijn sommige mensen niet meer in staat om het leven goed te plannen en organiseren. Dit kan gevolgen hebben voor het organiseren van de dag, huishouden en werk. Het gevolg kan zijn dat iemand bijvoorbeeld het overzicht kwijtraakt bij uitvoering van complexe handelingen, zoals het bereiden van een maaltijd. Ook lukt het niet altijd meer om van tevoren te plannen welke spullen nodig zijn voor de activiteit. Dit uit zich bijvoorbeeld door naar de badkamer te gaan zonder de spullen mee te nemen die nodig zijn om te douchen.
Veranderingen in emotie en gedrag
Een deel van de beroerte-patiënten reageert net na de beroerte anders dan voorheen op (emotionele) gebeurtenissen. lees meerVeranderingen in emotie en gedrag
Een deel van de beroerte-patiënten reageert net na de beroerte anders dan voorheen op (emotionele) gebeurtenissen. Ze reageren heftiger omdat ze hun gevoelens minder in de hand hebben en kunnen soms minder prikkels om zich hun heen verdragen, waardoor ze sneller geïrriteerd zijn.Sommige mensen reageren impulsiever, agressiever of vloeken, terwijl ze dit vroeger nooit gedaan zouden hebben. Anderen zijn juist passiever, initiatieflozer en negatiever dan voorheen. En weer anderen zijn sneller geëmotioneerd en huilen of lachen veel sneller dan normaal. Ook worden sommige mensen na een beroerte als egoïstischer en meer op zichzelf gericht ervaren door hun omgeving. Ze hebben minder aandacht voor hun omgeving of partner. Maar ook het verlies van zelfstandigheid, zelfredzaamheid en het niet voor vol aangezien worden, kunnen frustraties, woede-uitbarstingen en gevoelens van machteloosheid en depressiviteit teweeg brengen. Er wordt ook wel gezegd: ‘het lijkt alsof mijn partner/mijn vader een ander karakter heeft gekregen ten opzichte van vroeger’.
Al deze reacties zijn een gevolg van de beschadiging die in de hersenen is ontstaan en/of doordat het leven ineens op de kop kan staan.
Meer informatie
Young Stroke Toolbox
Deze website is er speciaal voor mensen die op jonge leeftijd (onder de 50 jaar) te maken krijgen met een hersenbloeding, herseninfarct of een afwijking van de hersenvaten.Cardiovasculair Risicomanagement De kans op hart- en vaatziekten verlagen
In dit format worden alle factoren uitgelicht die behoren tot het cardiovasculair risicoprofiel en die de kans op hart- en vaatziekten kunnen verlagen. lees meerCardiovasculair Risicomanagement De kans op hart- en vaatziekten verlagen
In dit format worden alle factoren uitgelicht die behoren tot het cardiovasculair risicoprofiel en die de kans op hart- en vaatziekten kunnen verlagen.
-
- Beweegadvies conform de adviezen van de Gezondheidsraad raadplegen. Bewegen is goed, meer bewegen is beter.
- 75 minuten per week aan matig intensieve inspanning in levert bij volwassen als gezondheidswinst op, zoals wandelen of fietsen.150 minuten per week aan matig intensieve inspanning levert meer gezondheidswinst op. Deze inspanning verspreiden over de dagen in een week.
- Minimaal 2x per week spier- en botversterkende activiteiten uitvoeren, voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen.
- Bewegen naar kunnen.
- Voorkom veel zitten (meer dan acht uur) op een dag.
-
- Een toename van het lichaamsvet kan leiden tot verhoging van de bloeddruk, verstoring van het vetmetabolisme, mindere gevoeligheid voor het hormoon insuline, eiwitten in de urine en de ontwikkeling van diabetes mellitus. Dit kan vervolgens leiden tot hart- en vaatziekten.
- Bij overgewicht is het zinvol om af te vallen. Dit verlaagt het risico op hart- een vaatziekten.
- Het verlagen van het gewicht kan worden bereikt door voldoende te bewegen te eten volgens de Richtlijnen Goede Voeding.
- Gezond gewicht: < 70 jaar: BMI 20 tot 25 kg/m², ≥ 70 jaar: BMI 22 tot 28 kg/m²
- Overgewicht of obesitas: < 70 jaar: BMI ≥ 25 kg/m², ≥ 70 jaar: BMI ≥ 28 kg/m²
-
- Het voedingspatroon beïnvloedt risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals de bloeddruk, het cholesterolgehalte, het lichaamsgewicht en diabetes mellitus.
- Goede voeding verlaagt het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten. Denk hierbij aan vezels, verzadigde vetzuren, mineralen, vitaminen, groenten, fruit, vis en ongezouten noten.
- Raadpleeg de richtlijnen van de Schijf van Vijf en of voedingscentrum.nl.
-
- Drie of meer alcoholische consumpties per dag is geassocieerd met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
- Er is een lager risico op hart- en vaatziekten bij één tot twee alcoholische consumpties per dag in vergelijking tot nul alcoholische consumpties.
- Alcoholgebruik kan leiden tot een verhoogde bloeddruk.
- Om gewenning te voorkomen is het advies om twee onthoudingsdagen na elkaar te hanteren. Dus niet dagelijks te drinken.
-
- Roken is de belangrijkste risicofactor voor hart- en vaatziekten en het overlijden aan hart- en vaatziekten. Een roker heeft 2 tot 6x een hogere kans op coronaire aandoeningen of een beroerte en 2 tot 4x een hogere kans op hartfalen of perifeer vaatlijden ten opzichte van een niet-roker.
- Stop met het gebruik van alle tabaksproducten.
- Meeroken vermijden. Dit verhoogt de kans op het risico van hart- en vaatziekten met 30%.
-
- Een verhoogde bloeddruk is een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van hart- en vaatziekten.
- De systolische bloeddruk (de bovendruk) kan het beste de kans op hart- en vaatziekten voorspellen. Wanneer er sprake is van een verhoogde diastolische bloeddruk (onderdruk), is er meestal ook sprake van een verhoogde systolische bloeddruk.
- Verhoogde bloeddruk is een bovendruk van >140mmHg (eenmalige meting) bij mensen <70 jaar en >150mmHg bij mensen >70 jaar. Neem contact op met uw arts voor een medicamenteuze of niet-medicamenteuze behandeling.
- Sterk verhoogde bloeddruk is een bovendruk van >180mmHg bij mensen <70 jaar en >170mmHg bij mensen >70 jaar . Neem contact op met uw arts voor medicamenteuze behandeling.