De geschiedenis van Pathologie
In 1953 wordt
Herman Wyers benoemd tot hoogleraar Pathologische Anatomie en hoofd van de gelijknamige afdeling van het Sint Radboudziekenhuis. Het laboratorium voor pathologische anatomie wordt opgestart en is dan gevestigd in een gebouw van de Faculteit der Medische Wetenschappen aan de Kapittelweg.
In de beginjaren zijn de diagnostiek en het onderwijs het belangrijkst op de afdeling Pathologie. Al snel ontstaat er meer aandacht voor specialismen als de cytopathologie, neuropathologie, en daarna de ultrastructurele pathologie.
Paul Schillings richt zich op het onderwijs en de pathologie van de nier.
Peter Vooijs geeft een krachtige impuls aan de cytopathologie en het onderzoek naar celskeletmerkstoffen als hulp bij het vaststellen van kanker.
Er volgen meer veranderingen en uitbreidingen. Onder leiding van
Rob Koene wordt immuunpathologisch onderzoek gedaan met de afdeling Nierziekten. Het kankeronderzoek wordt nog verder uitgebouwd door de komst van
Dirk Ruiter: er wordt onderzoek gedaan naar merkstoffen voor tumorprogressie in combinatie met het melanoom en tumorangiogenese. Het Landelijk Referentie Centrum Borstkankerscreening komt ook tot bloei.
Met de benoeming van
Han van Krieken in 1998 tot hoogleraar Tumorpathologie, komt er meer aandacht voor het onderzoek naar lymfeklierkanker en dikkedarmkanker, vooral de moleculaire onderdelen hiervan.
Piet Slootweg brengt onderzoek naar hoofd-halstumoren onder de aandacht. Onder
Katrien Grünberg worden de moleculaire tumordiagnostiek bij longtumoren en de digitale pathologie verder uitgebouwd. De afdeling speelt een voortrekkersrol bij bevolkingsonderzoeken.
Bekijk de uitgebreide geschiedenis van Pathologie (pdf)