In het Radboudumc hebben we verschillende advies- en medezeggenschapsorganen. Hun bestuursleden blikken terug op 2020.
Vier vragen aan de OR
De Ondernemingsraad (OR) vormt samen met de Onderdeelcommissies (OC’s) de gekozen vertegenwoordiging van alle medewerkers van het Radboudumc. Hoe kijkt Jori Verstegen (vicevoorzitter OR) terug op 2020? lees meerVier vragen aan de OR
De Ondernemingsraad (OR) vormt samen met de Onderdeelcommissies (OC’s) de gekozen vertegenwoordiging van alle medewerkers van het Radboudumc. Vicevoorzitter Jori Verstegen blikt terug op het bewogen jaar 2020.
Hoe kijk je terug op 2020?
'Allereerst was het een bewogen bestuurlijk jaar. In het Dagelijks Bestuur van de OR was er een wisseling: Maria van Heugten stopte als voorzitter, Marc Snippert werd gekozen als nieuwe voorzitter en ikzelf trad toe als vicevoorzitter. Daarnaast namen we afscheid van een aantal OR-leden: Ron Leunissen, Wendy de Boer, Saskia de Ruiter en Hans Elvers. Bryan van de Broek, Miriam Nijland, Jeroen Mooren en Rob in den Bosch werden verwelkomd als nieuwe leden.
Uiteraard had COVID-19 een enorme impact op het hele Radboudumc. De OR vervulde een rol in het signaleren en onder de aandacht brengen van knelpunten. Daarnaast moesten we zelf natuurlijk ook online gaan vergaderen, wat voor iedereen wennen was. En verder zie ik terugkijkend op 2020 dat we als OR echt een groei hebben doorgemaakt en we werken steeds professioneler samen. Daarbij maken we zoveel mogelijk gebruik van ieders expertise zodat we de juiste kennis op ieder dossier hebben. Met de Onderdeelcommissies werken we ook steeds meer samen, bijvoorbeeld in dossierteams, en dat bevalt goed.'
Waar hebben jullie het onder andere over gehad in 2020?
'De ontvlechting van Radboud Universiteit en Radboudumc was een complex dossier voor ons als OR. We hebben hierbij veel geleerd van onze externe adviseur. En we hadden een rol in het benoemen van nieuwe leden voor de Raad van Toezicht. Een ander belangrijk onderwerp was het programma Toekomstbestendig Verplegen. We zijn hierbij de kritische gesprekspartner die meedenkt over een zorgvuldige invulling van dit scholingstraject op verpleegafdelingen. Daarnaast was de generatieregeling vaak onderwerp op de OR-agenda. Deze is in 2020 van start gegaan en er wordt goed gebruik van gemaakt. Tot slot waren er in 2020 verkiezingen voor de Onderdeelcommissies: 9 vacatures voor 3 OC’s. We zijn er erg blij mee dat deze vacatures allemaal gevuld zijn met nieuw talent.'
Op welk vraagstuk hebben jullie de meeste impact gehad?
'Veruit het grootste en belangrijkste dossier in 2020 was de advisering ten aanzien van het toekomstbestendig model voor organisatie en besturing. Dat zal het in 2021 waarschijnlijk ook zijn. Het gaat hierbij om een veelomvattende en complexe verandering waarin we als Ondernemingsraad gedegen en zorgvuldig advies wilden geven. We hebben het idee dat ons advies serieus genomen is door de Raad van Bestuur, zo wordt er nu langer de tijd genomen om de overgang voor te bereiden en zijn onze zorgpunten verder uitgewerkt. De eerste stappen zijn gezet. Nu volgt de nadere uitwerking en daarna de implementatie: daar gaan we goede afspraken over maken om dit nauwgezet te volgen en te adviseren.'
Wat verwachten je van 2021?
'In 2021 hopen we op een goede samenwerking met Carolijn Ploem, onze nieuwe gesprekspartner vanuit de Raad van Bestuur. We willen kritisch zijn op een respectvolle manier, ieder vanuit de eigen expertise. Verder gaan we in 2021 aan de slag met de inrichting van de medezeggenschap. Want daar heeft het toekomstbestendige model voor organisatie en besturing ook gevolgen voor. Ook de nieuwbouw en de toenemende digitalisering zullen de nodige aandacht krijgen. Verder zal ook 2021 voor een groot deel in het teken van COVID-19 staan. We blijven goed vinger aan de pols houden om te zorgen dat onze medewerkers veilig en verantwoord hun werk kunnen uitvoeren. En we hopen van harte dat dit ook het jaar van herstel wordt na een periode van (over)belasting van een groot deel van ons zorgpersoneel. Een jaar waarin we langzaam terug kunnen groeien naar een ‘nieuw normaal’ waarin we weer fysiek bij elkaar kunnen komen.
Tot slot vinden er dit jaar opnieuw tussentijdse verkiezingen plaats, dit keer is er een vacature voor de Ondernemingsraad zelf.'
Impact 2020
Op deze webpagina's leest u welke impact het Radboudumc in 2020 heeft gehad.What a year of the nurse
IC-verpleegkundige Lisette Kremers-van Hees werd in 2020 voorzitter van de Adviesraad Verpleegkundigen & Paramedici (VAR). Ze blikt terug op 2020. lees meerWhat a year of the nurse
IC-verpleegkundige Lisette Kremers-van Hees werd in 2020 voorzitter van de Adviesraad Verpleegkundigen & Paramedici (VAR). De VAR adviseert de Raad van Bestuur over strategische ontwikkelingen in het Radboudumc in relatie tot professioneel handelen van verpleegkundigen en paramedici. Lisette blikt terug op 2020 en vooruit naar 2021.
Hoe kijk je terug op 2020?
'Roerig, onrustig en hectisch. Wie had gedacht dat we in The year of the Nurse, zoals de WHO 2020 had bestempeld, zo gegrepen zouden worden door het coronavirus. De wereld stond op zijn kop, en zo ook de wereld van verpleegkundigen en paramedici. Allereerst ben ik enorm trots op mijn collega’s in het Radboudumc die dit bizarre jaar veel flexibiliteit, kracht en weerbaarheid toonden. Elke dag stonden zij klaar voor de toestroom aan patiënten. Verpleegkundigen en paramedici werkten veel extra diensten en gingen volledig buiten hun comfortzone door op andere afdelingen te werken met onbekende collega’s in een onwerkelijke context. Samen zorgden zij er dag in dag uit voor dat iedere patiënt de juiste zorg kreeg.
Mijn start als voorzitter van de VAR had ik anders voor mij gezien. Die eerste maanden koos de VAR voor een tijdelijk ‘stop’ om volledig inzetbaar te zijn in de patiëntenzorg. Zo werkte ik als IC-verpleegkundige meer dan 40 uur per week en besprak tussendoor VAR-zaken met betrekking tot COVID-19. Vanaf mei 2020 kwam er meer rust en kreeg de VAR ruimte voor andere dossiers. Er kwamen geen nieuwe VAR-leden bij en we richtten ons verder op de ontwikkeling van de VAR.'
Waar hebben jullie het onder andere over gehad in 2020?
'Natuurlijk gaf de VAR advies rondom de coronacrisis en de effecten ervan op onze zorgverleners. Het andere grote dossier van 2020 was het toekomstbestendige model voor organisatie en besturing. Hier hebben we uitgebreid over gesproken en advies erover uitgebracht aan de Raad van Bestuur. We waren van plan om in 2020 onze zichtbaarheid als VAR in huis bij de beroepsgroepen een ‘boost’ te geven door middel van onze VAR-ambassadeurs. Door de coronacrisis liep dit vertraging op, maar we hebben toch in samenwerking met teamleiders en zorgmanagers van verpleeg- en paramedische afdelingen een mooi VAR-ambassadeursnetwerk opgezet. Hiermee kunnen we het contact met onze collega-verpleegkundigen en paramedici in het Radboudumc verder verbeteren. Daarnaast ontwikkelden in 2020 de paramedici een visie op paramedische zorg. Deze wordt in 2021 aangeboden aan de Raad van Bestuur.'
Op welk vraagstuk hebben jullie de meeste impact gehad?
'Het is lastig om één onderwerp te kiezen waarop we impact hadden. Alleen al door regelmatig met de mensen om ons heen te spreken, beïnvloeden we als VAR voortdurend ontwikkelingen, ook voor de langere termijn. Voor 2020 wijs ik dan toch twee onderwerpen aan. Eén: ik vind dat we goed hebben bijgedragen aan het optimaliseren van de opvang van collega’s in de COVID-zorg en het opbouwen van de reguliere zorg. Aandacht voor betrokkenheid, verdere professionalisering en meer zeggenschap voor verpleegkundigen en paramedici waren daarin kernpunten. Dit sloot aan op het landelijk advies dat de Chief Nursing Officer (CNO) van VWS aan de minister gaf over de Investeringsagenda zeggenschap en positionering verpleegkundigen en verzorgenden. Het tweede punt is het eerder genoemde toekomstbestendige model voor organisatie en besturing. Met name de wederzijdse zorgvuldigheid bleek hierin opvallend, ondanks de omvang van dit dossier. Het gaf ook nieuwe verbindingen tussen alle medezeggenschapsorganen.'
Wat verwacht je van 2021?
'In 2021 worden professionaliseren en zeggenschap voor de VAR belangrijke ontwikkelingen. Want we moeten klaar zijn voor de toekomst. Een toekomst waarin er meer van ons als verpleegkundigen en paramedici wordt gevraagd door een veranderende werkomgeving, complexere zorg, meer transmuraal werken en meer samenwerken in netwerkverband. Door het verwachte tekort aan verpleegkundigen, moeten we onze medewerkers in hun kracht zetten waarbij ieders talent voorop staat en er uitgebreide loopbaanpaden voor verpleegkundigen zijn waarmee we ervoor zorgen dat het Radboudumc een aantrekkelijke werkgever blijft waar verpleegkundigen en paramedici graag blijven werken. Het nieuwe model voor organisatie en besturing helpt daarbij. De verpleegkundigen krijgen daarin namelijk een stevige positie. De VAR is nauw betrokken bij het vervolg van deze plannen en zal hierover in 2021 regelmatig op verschillende momenten adviseren. Daarnaast gaat het programma Toekomstbestendig Verplegen weer verder. Verder verwacht ik dat we onze VAR-ambassadeurs meer kunnen betrekken in vraagstukken waar we voor staan, waarmee nog meer binding met de praktijk ontstaat.'
'Persoonsgerichte en veilige zorg'
Rianne is de voorzitter van onze Patiëntenadviesraad. Hoe hebben zij in 2020 impact gehad op de kwaliteit van onze zorg, onderwijs en onderzoek? Rianne vertelt erover. lees meer'Persoonsgerichte en veilige zorg'
Rianne Ekkelboom is de voorzitter van onze Patiëntenadviesraad (PAR). De PAR adviseert de Raad van Bestuur van het Radboudumc over de kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg. Wat hebben zij zoal besproken in 2020? Rianne vertelt erover.
1 Hoe kijk je terug op 2020?
'De PAR kijkt met veel waardering en respect terug op de inzet die door álle medewerkers van het Radboudumc is geleverd in het door corona beheerste jaar 2020. Patiënten waren en zijn in het Radboudumc in veilige handen. Het onvermijdelijke uitstel van sommige reguliere zorg baart ons wel zorgen. We hebben dan ook geadviseerd om patiënten die daarmee te maken krijgen, actief te benaderen voor extra ondersteuning met bijvoorbeeld pijnmedicatie of hulpmiddelen. Ook hebben we aandacht gevraagd voor de communicatie richting patiënten om te voorkomen dat mensen het Radboudumc mijden uit angst voor coronabesmetting. Adequate en zorgvuldig getroffen veiligheidsmaatregelen maken dat een bezoek aan het Radboudumc veilig is.'
2 Waar hebben jullie het in 2020 over gehad in de PAR?
'We hebben gesproken over het hoofdbehandelaarschap en diverse beleidsaspecten rondom corona. Daarnaast is het toekomstbestendige model voor organisatie en besturing veelvuldig besproken. De PAR heeft er met succes bij de Raad van Bestuur op aangedrongen dat een PAR-lid aan het Regieteam mocht deelnemen. Zo werd naast het perspectief van zorgaanbieders ook het perspectief van de zorgvrager aan de beleidstafel meegenomen. De PAR vindt dat het nieuwe model een mooie kans biedt om de zorg rondom de patiënt te organiseren maar heeft over dit onderwerp ook nog de nodige vragen en standpunten geformuleerd. Hoe we daar in staan, kunnen alle Radboudumc-medewerkers teruglezen op intranet. Voor de PAR is het voorwaarde dat met het model de persoonsgerichtheid en de participatie van patiënten tot in de diepste haarvaten van de organisatie zijn verankerd.'
3 Op welk onderwerp hebben jullie de meeste impact gehad?
'Dat is persoonsgerichte zorg, een echt speerpunt van de PAR. In 2020 hebben we twee position papers geschreven: persoonsgerichte zorg en persoonsgerichte zorg tijdens coschappen. Hierin reflecteren we op persoonsgerichte zorg in zijn algemeenheid en op het verwerven van vaardigheden voor goede persoonsgerichte zorg in de masterfase van de opleiding Geneeskunde. We hebben een aantal adviezen geformuleerd en besproken met de Raad van Bestuur en betrokken directeuren. Met die adviezen hopen we dat persoonsgerichte zorg nog meer in beleid en processen wordt opgenomen en zichtbaarder wordt in gedrag van medewerkers. Beide papers zijn positief ontvangen.'
4 Wat verwacht je van 2021 voor de PAR?
'Ervaring leert dat de effecten voor patiënten niet vanzelfsprekend worden meegenomen bij het maken van beleid. Door beleidsvoorstellen te houden langs de meetlat ‘en wat betekent dit voor patiënten?’ wordt ingezoomd op aspecten die voor patiënten van belang zijn. De PAR heeft een handreiking voor beleidsmakers van het Radboudumc opgesteld die ze helpt bij het inzichtelijk maken van de effecten voor patiënten. Er staan vragen in op gebied van persoonsgerichtheid, kwaliteit, inhoud, uitvoering, patiëntparticipatie, patiëntencommunicatie en continuïteit van zorg (ook buiten de ziekenhuismuren). Ook dit PAR-document is positief ontvangen en de Raad van Bestuur heeft onderkend dat een PatiëntEffectParagraaf (PEP) onderdeel dient te zijn van beleidsvoorstellen. De PEP zal, naast de actieve participatie van patiënten, zeker bijdragen tot nog betere persoonsgerichte zorg in het Radboudumc!'
Vijf vragen aan Sander Geurts
Sander Geurts is ad interim voorzitter van het Stafconvent, dat gevraagd en ongevraagd advies uitbrengt aan de Raad van Bestuur. Wat waren de belangrijkste bespreekpunten in 2020? lees meerVijf vragen aan Sander Geurts
Onze medisch specialisten en daaraan gelijkgestelde beroepsbeoefenaren zijn vertegenwoordigd in het Stafconvent. Het geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de Raad van Bestuur. Wat waren de belangrijkste bespreekpunten in 2020? Hoogleraar en revalidatiearts Sander Geurts is ad interim voorzitter van ons Stafconvent. Hij blikt terug op 2020.
1. Hoe kijk je terug op 2020? Waar ben je trots op?
'2020 was een bijzonder jaar, dat voor een groot deel in het teken stond van COVID-19. De impact op onze organisatie van de zorg was enorm: de keuzes die gemaakt moesten worden in het zorgaanbod en de inzet en flexibiliteit van artsen, verpleegkundigen, paramedici en overige medewerkers. Ook op het bestuur Stafconvent was COVID-19 van invloed. Het was natuurlijk een belangrijk onderwerp van onze gesprekken, maar enkele bestuursleden moesten ook prioritering aanbrengen in hun werkzaamheden, doordat COVID-19 hun maximale aandacht vroeg. Waar ik trots op ben? Op de veerkracht van de collega's van het Radboudumc, op de besluitvaardigheid en het grote gevoel van saamhorigheid onder de professionals.'
2. Waar hebben jullie het onder andere over gehad in 2020?
'We hebben natuurlijk veel gesproken over de invloed van COVID-19, onder andere over het op- en afschalen van de zorg, de draagkracht van de professionals en het ziekteverzuim en over een mogelijke code zwart en wat daarvoor georganiseerd en ingericht moest worden. Maar er waren meer zaken die onze aandacht vroegen. Bijvoorbeeld het toekomstbestendige model voor organisatie en besturing, de duurzame inzetbaarheid van zorgprofessionals, het verder ontwikkelen van het Academisch Medisch Netwerk, de bouw en ICT, financiën en doelmatigheid en kwaliteit en veiligheid.'
3. Op welk vraagstuk hebben jullie de meeste impact gehad?
'Het bestuur Stafconvent heeft in 2020 een uitvoerige reactie gegeven op en adviezen gegeven over het concept toekomstbestendige model voor organisatie en besturing. We hebben uitgebreid gesproken met de leden van het Stafconvent over de inhoud en het proces van de veranderingen. Want hierover waren zorgen, vragen en meningsverschillen. Vervolgens hebben we hierover uitgebreid gesproken met de Raad van Bestuur. We hebben daarbij gevoeld dat de Raad van Bestuur écht met de medezeggenschapsraden in gesprek wil komen, wil luisteren en begrip toont voor de bestaande zorgen en vragen. Onze gesprekken vonden plaats in een prettige en constructieve sfeer, waarbij er respect was voor elkaars standpunten en ruimte was om op inhoud met elkaar van mening te verschillen.'
4. Wat verwacht je van 2021?
'We zullen verder gaan met bovengenoemde onderwerpen die ook al in 2020 onze aandacht kregen. Dat doen we met een proactieve houding, betrokkenheid en waar nodig vasthoudendheid. Daarbij is een goede connectie met onze achterban van belang. Daarom blijven we vertegenwoordigers van de afdelingen nauw betrekken, actief informeren, en daarbij de manier van vergaderen flexibel aanpassen, bijvoorbeeld online. We blijven ook plenaire vergaderingen Stafconvent organiseren, en soms samen met de VAR om discipline-overstijgende onderwerpen te bespreken. We blijven in 2021 ook inzetten op het onderhouden van onze relaties met directeuren van concernstaven en met de overige advies- en medezeggenschapsraden.'
Vier vragen aan Kees Kramers
De UMC-Raad bewaakt en bevordert de kwaliteit en het beleid van onderzoek, onderwijs en opleiding. Voorzitter Kees Kramers blikt terug op 2020. lees meerVier vragen aan Kees Kramers
De UMC-Raad is een advies- en medezeggenschapsorgaan van het Radboudumc en telt 26 leden. De UMC-Raad bewaakt en bevordert kwaliteit en beleid van onderzoek, onderwijs en opleiding. Daarover wisselt de UMC-Raad van gedachten met bijvoorbeeld de Raad van Bestuur, beleidsmedewerkers van het Radboudumc en Radboud Universiteit, de Universitaire Gezamenlijke Vergadering en de rector magnificus. Voorzitter (in 2020 deels vicevoorzitter) Kees Kramers blikt terug op 2020.
1 Hoe kijk je terug op 2020?
'2020 was in alle opzichten een zeer bijzonder jaar, door de coronapandemie. Dit had invloed op onze manier van werken als UMC-Raad, maar natuurlijk ook op het onderwijs en onderzoek van het Radboudumc, de twee onderwerpen waar de UMC-Raad zich mee bezighoudt. Ik vind dat het Radboudumc zich tijdens de coronacrisis in 2020 van de beste kant liet zien, in zorg, onderwijs en onderzoek. Opeens bleek er een enorme creativiteit en flexibiliteit om tot oplossingen te komen. De UMC-Raad heeft ingezet op online vergaderen en het efficiënter maken van haar werkprocessen. We hebben geprobeerd daarbij de belangen van studenten en onderzoekers zo goed mogelijk te behartigen. Dit gebeurde onder andere door participatie in het Research Continuation Team, dat in de coronacrisis werd opgericht. Wij denken dat het Radboudumc sterker uit deze pandemie tevoorschijn komt; we verwachten dat de goede dingen van de oude én de nieuwe manier van werken geïntegreerd worden.'
2 Waar hebben jullie het onder andere over gehad in 2020?
'We spraken over diverse lopende zaken op het gebied van onderwijs, denk aan de inzet kwaliteitsgelden onderwijs en het onderwijs tijdens de pandemie. Ook leverden we input voor het proces van onderbouwing en benoeming van leerstoelen van hoogleraren. Ook dachten we mee over de Wetenschappelijke Carrièrepaden, die we van groot belang vinden. Het leidt tot een uniform, duidelijk en transparant carrièrebeleid voor onderzoekers. Tot slot was een belangrijk onderwerp de veranderende rol van medezeggenschap in het algemeen en de UMC-Raad in het bijzonder. Er is op ons initiatief een rapport geschreven over dit onderwerp en we sturen nu aan op optimalisatie en modernisering van de werkwijze van de UMC-Raad. Dit doen we in samenwerking met de andere medezeggenschapsorganen en de Raad van Bestuur.'
3 Op welk vraagstuk hebben jullie de meeste impact gehad?
'Dat is het toekomstbestendige model voor organisatie en besturing geweest. De UMC-Raad heeft actief vragen geformuleerd en onduidelijkheden blootgelegd, en we hebben een rol gehad in de vormgeving van het model. Daarmee hebben we als UMC-Raad voor een belangrijke mate bijgedragen aan de discussie over dit model. Dit leidde tot temporisering en aanpassingen, maar ook ook tot verduidelijking van noodzaak en inhoud van dit proces. Zo hebben we bijdragdragen aan het draagvlak en betrokkenheid van de hele organisatie rondom dit model. We hebben ook actief geparticipeerd in de Werkgroep Organisatie en Besturing van Onderzoek, die de organisatie en besturing van het onderzoek heeft uitgewerkt. Verder zijn we er heel blij mee dat met het verschijnen van het hooglerarenplan 2021-2024 een basis ligt voor een transparant benoemingsbeleid; iets waar we als UMC-Raad lange tijd op hebben aangedrongen. En we hebben impact gehad op onze studenten: we brachten verschillende kwesties die leefden onder de studenten onder het voetlicht, zoals de communicatie over veranderingen in de organisatie van het onderwijs in COVID-tijd en de doorstroom van bachelor naar master tijdens de pandemie. Dit heeft geleid tot verduidelijking, aanpassing van beleid en daarmee draagvlak onder studenten.'
4 Wat verwacht je van 2021?
'Ik verwacht dat het onderzoek en het onderwijs in een nieuwe fase komen na de coronacrisis. Het zal de kunst zijn om te komen tot the best of both worlds: welke oude manieren van werken pakken we weer op en welke nieuwe manieren koesteren we? En hoe integreren we deze twee manieren van werken? Daarnaast gaat de UMC-Raad bijdragen aan een meer inclusief en divers Radboudumc. Ook blijven we een actieve en kritische rol spelen in de verdere vormgeving van de nieuwe organisatie en besturing. En ik verwacht dat we effectiever kunnen zijn in het behandelen van onderbouwingen en benoemingen van hoogleraren. Ook denken we dan nog meer een loket voor studenten te kunnen zijn, zodat ook zij een rol kunnen hebben in de organisatie van onderwijs, zeker op dossiers waar door studenten knelpunten ervaren worden. Verder gaan we de werkwijze van de UMC-Raad tegen het licht houden en tot nieuwe uitgangspunten zullen komen.'