In het Radboudumc hebben we verschillende advies- en medezeggenschapsorganen. Hun bestuursleden blikken terug op 2019.

Vier vragen aan de OR

De Ondernemingsraad (OR) vormt samen met de Onderdeelcommissies (OC’s) de gekozen vertegenwoordiging van alle medewerkers van het Radboudumc. Hoe kijkt het dagelijks bestuur van de OR terug op 2019? lees meer

Vier vragen aan de OR

De Ondernemingsraad (OR) vormt samen met de Onderdeelcommissies (OC’s) de gekozen vertegenwoordiging van alle medewerkers van het Radboudumc. Het dagelijks bestuur van de OR bestaat in 2019 uit Maria van Heugten (voorzitter), Marc Snippert (vicevoorzitter), Frank Dillerop (vicevoorzitter) en Marianne Peper (ambtelijk secretaris). Samen blikken zij terug op 2019.  

Hoe was het jaar 2019 voor jullie?

'Na de verkiezingen van eind 2018 hadden we in 2019 een nieuwe OR, een nieuw dagelijks bestuur en 5 nieuwe OC’s binnen een vernieuwde medezeggenschapsstructuur. De OR is kleiner geworden: we gingen van 25 naar 17 leden. Heel fijn, want dat maakt het vergaderen en de besluitvorming veel effectiever. De OC-leden hebben meer uren gekregen, waardoor ze zich beter kunnen verdiepen in dossiers en meer tijd hebben om in gesprek te gaan met de mensen op de werkvloer. Daarnaast zijn er aardig wat nieuwe leden gekozen tijdens de laatste verkiezingen en zijn er een aantal jonge OR- en OC-leden bij gekomen. Dat zorgt voor een mooie balans tussen medezeggenschapservaring en een nieuwe, frisse blik. We werken er hard aan om optimaal samen te werken en gebruik te maken van ieders talent: binnen het dagelijks bestuur en binnen de OR, maar ook tussen de OR en de OC’s. Dat gaat steeds beter en daar zijn we trots op! We willen ook graag laten zien wie we zijn en waar we voor staan. Daarom hebben we in 2019 ook gewerkt aan onze bekendheid en zichtbaarheid als OR en OC's.'

Waar hebben jullie het onder andere over gehad in 2019? 

'Over het programma Toekomstbestendig Verplegen hebben we veel gesproken in de OR. We vonden het belangrijk om hier goed vinger aan de pols te houden omdat we verschillende, vaak tegenstrijdige signalen kregen over het programma. Ook over de Operatiekamers hebben we het veel gehad. Het was om meerdere redenen lastig om alle OK’s open te houden en dat terwijl de Operatiekamers een belangrijke spilfunctie in het Radboudumc hebben. Natuurlijk waren ook de financiën een belangrijk thema dit jaar, zeker gezien zaken als het hoofdlijnenakkoord. Onze commissie Financiën houdt een vinger aan de pols, kijkt tijdig mee naar de begroting en de jaarcijfers en stelt hierover kritische vragen. De OR was daarnaast ook nauw betrokken bij de mogelijke ontvlechting van de Radboud Universiteit en het Radboudumc. We hebben hierover contact met de OR van de universiteit en denken graag mee over de koers van het Radboudumc voor de toekomst.'

Op welk vraagstuk hebben jullie de meeste impact gehad?

'We zijn erg blij met de generatieregeling die in 2019 tot stand is gekomen tussen het Radboudumc en de vakbonden. Vanaf april 2020 kunnen medewerkers hier vanaf 5 jaar voor hun pensioengerechtigde leeftijd gebruik van gaan maken. Dat betekent heel veel voor de ouder wordende medewekers van het Radboudumc. OR-leden Jan van Boekholt en Peter Francissen namen in 2016 het initiatief voor deze regeling en zijn trots op het resultaat. Maar we zijn nog niet klaar: de werkgroep Generatiebeleid van de OR gaat regelmatig in gesprek met vertegenwoordigers van de afdeling Human Resources (HR) om ook balansvraagstukken van andere generaties onder de aandacht te brengen en mee te denken over de plannen die HR hiervoor ontwikkelt.'

Wat verwachten jullie van 2020?

'Bestuurlijk gezien was 2019 een bewogen jaar: in een jaar tijd heeft het Radboudumc drie bestuursvoorzitters gehad. Begin 2020 hebben we Bertine Lahuis als nieuwe bestuursvoorzitter verwelkomd in de OR. Van 2020 verwachten we dat we in goede samenwerking doorgaan op de ingeslagen weg door zoveel mogelijk aan de voorkant van nieuwe projecten en veranderingen mee te denken. Verder blijven we als OR en OC’s in gesprek met collega's. We willen weten wat er op de werkvloer leeft.'

NB. In dit interview is niet de verwachte impact van de coronacrisis in 2020 meegenomen.

Impact 2019

Op deze webpagina's leest u welke impact het Radboudumc in 2019 heeft gehad.

Wisseling van de wacht bij de VAR

Inge Schouten was tot 1 december 2019 voorzitter van de Adviesraad Verpleeg­kundigen & Paramedici (VAR). Lisette van Hees volgde haar op. Samen blikken ze terug op 2019.

lees meer

Wisseling van de wacht bij de VAR

Inge Schouten was tot 1 december 2019 voorzitter van de Adviesraad Verpleeg­kundigen & Paramedici (VAR). Lisette van Hees volgde haar op. De VAR adviseert de Raad van Bestuur over strategische ontwikkelingen in het Radboudumc in relatie tot professioneel handelen van verpleegkundigen en paramedici. Inge en Lisette blikken samen terug op 2019 en vooruit naar 2020.

Inge, hoe kijk je terug op 2019?

'Met trots kijk ik op veel zaken terug in 2019. Bijvoorbeeld de eerste Dag van de Paramedici, in januari. Het was een groot succes en gaat ook jaarlijks herhaald worden. Of de verbeterde binding tussen paramedici en VAR. Ook deed het me goed dat er regelmatig 'niet-verpleegkundigen' (zoals bestuurders) meeliepen in de patiëntenzorg. Van bed tot bestuurstafel werd zo heel letterlijk! We zijn ook intensiever gaan samenwerken met het Stafconvent; we organiseerden twee gezamenlijke bijeenkomsten over duurzame inzetbaarheid van zorgprofessionals en duurzaamheid in algemene zin: wat kun je daaraan als professional bijdragen? Inmiddels hebben we een maandelijks afstemmingsoverleg.
Wat me ook trots maakt is de goede samenwerking met de afdeling Communicatie. Samen zijn we op Instagram gestart met het laten zien van de werkdag van een medewerker. Zo hopen we beroepstrots over te brengen, maar ook te laten zien hoe leuk en uitdagend het werken in ons Radboudumc is!'

Wat was het grootste thema in 2019?

'Het jaar stond in het teken van Toekomstbestendig Verplegen (TBV), een project binnen het Radboudumc waar we als VAR nauw bij betrokken zijn. Er werd bijvoorbeeld in 2019 gewerkt aan het vormgeven van functiedifferentiatie: verpleegkundigen kwamen met nieuwe functies en aanvullende rollen in aanraking. Ook landelijk was er discussie over functiedifferentiatie in de verpleging. Uiteindelijk is de wet BIG-II in dit kader niet doorgevoerd. Er was in het Radboudumc telkens discussie over noodzaak en uitvoering van het programma, waarbij de VAR in de zomer opnieuw liet weten dat we achter dit programma staan. Hiermee werken we namelijk aan verdere professionalisering en meer differentiatie van het beroep en betere benutting van capaciteiten. Dat draagt bij aan verdere verbetering van de patiëntenzorg. En het maakt het Radboudumc aantrekkelijker als werkgever. Er komt meer ruimte om te leren en ontwikkelen.'

Wat waren andere onderwerpen van gesprek? 

'In verschillende themabesprekingen met de Raad van Bestuur sprak de VAR over de voorgenomen bestuurlijke veranderingen en de positie en het leiderschap van verpleegkundigen. Die positionering is echt een belangrijk gespreksonderwerp; meer zeggenschap over de gewenste kwaliteit van zorg en hoe dit te bereiken vraagt om meer investeringen in leiderschap en positionering. Ook hebben we het veel gehad over Smart Hospital, een project binnen het Radboudumc waarbij de meest moderne techniek in de nieuwbouw wordt doorgevoerd. Interprofessioneel samenwerken was ook een thema: hoe kunnen we elkaar beter vinden en met elkaar samenwerken, ook búiten elkaars afdelingen. Tot slot hebben we gesproken over de noodzaak om te verbeteren op de sturing van verpleegsensitieve zorguitkomsten.'

Lisette, wat verwacht je van 2020?

'Ons vak is op dit moment flink aan het veranderen. Om klaar te zijn voor de toekomst, is het van belang dat de verpleegkundige beroepsgroep zich verder professionaliseert en anders positioneert binnen het Radboudumc. Iedereen heeft recht op de beste, persoonsgerichte en innovatieve zorg, en juist dát is iets waarop verpleegkundigen en paramedici veel invloed hebben. De VAR blijft daarbij steeds kritisch kijken naar de ontwikkelingen binnen ons vak, in Nederland en daarbuiten. Belangrijke thema’s in 2020 zijn bijvoorbeeld: de rolontwikkeling en positionering van de verpleegkundige beroepsgroep, de herinrichting van het kwaliteit- en veligheidsbeleid en de ontwikkeling van carrièrepaden voor verpleegkundigen en paramedici. Daarnaast zetten we in op nog meer contact met de verpleegkundigen in de praktijk. Dat doen we onder andere door de verbinding met onze VAR ambassadeurs een boost te geven. Als we elkaar wederzijds goed weten te vinden, kunnen we samen nog beter de persoonsgerichte en innovatieve zorg bieden die onze patiënten verdienen.'

NB. In dit interview is niet de verwachte impact van de coronacrisis in 2020 meegenomen.


Vier vragen aan Rianne Ekkelboom

Rianne is de voorzitter van onze Patiëntenadviesraad. Hoe hebben zij in 2019 impact gehad op de kwaliteit van onze zorg, onderwijs en onderzoek? Rianne vertelt erover. lees meer

Vier vragen aan Rianne Ekkelboom

Rianne Ekkelboom is de voorzitter van onze Patiëntenadviesraad (PAR). De PAR adviseert de Raad van Bestuur van het Radboudumc over de kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg. Wat hebben zij zoal besproken in 2019? Rianne vertelt erover.

1 Hoe kijk je terug op 2019?

'In 2019 heb ik als voorzitter van de PAR opnieuw gemerkt hoe groot de betrokkenheid en de inzet is van de leden van de PAR én van de 19 decentrale afdelingsadviesraden. Het merendeel van de afdelingen van het Radboudumc heeft namelijk een eigen patiëntadviesraad, zij adviseren de afdelingsleiding. De PAR adviseert de Raad van Bestuur over het algemene patiëntenbelang, volgens wettelijke kaders. Alle leden zetten zich als vrijwilligers belangeloos in om de kwaliteit van de patiëntenzorg, het onderwijs en het onderzoek in het Radboudumc te verbeteren. Daar ben ik trots op! De PAR heeft sinds de oprichting in 2014 een stevige positie verworven binnen het Radboudumc en valt ook niet meer weg te denken. Toch willen we in 2020 nog meer van ons laten horen en we gaan dan ook nog meer energie steken in de zichtbaarheid van de PAR.'

2 Wat waren jullie belangrijkste punten in 2019?

'We hadden vier speerpunten: hoofdbehandelaarschap, persoonsgerichte zorg, persoonsgerichtheid in de master Geneeskunde en het toekomstbestendige model voor organisatie en besturing van het Radboudumc. Waarom? Voor de PAR is het essentieel dat de patiënt weet wie de hoofdbehandelaar is. Zeker als de patiënt multidisciplinair, in ketenverband of in samenwerking met onze regiopartners behandeld wordt. Wij denken dat een casemanager de patiënt hierbij zou kunnen ondersteunen. Het Radboudumc heeft de ambitie om het meest persoonsgerichte umc te zijn. De PAR wil die persoonsgerichtheid terugzien in alle lagen van de organisatie. En in de opleidingen. In de bachelor Geneeskunde is er veel aandacht voor persoonsgerichte zorg, doordat studenten vanaf dag één contact hebben met patiënten. Begin 2019 startte de vernieuwde master Geneeskunde, die beter aansluit op die nieuw ontworpen bachelor. Als PAR vragen we er aandacht voor dat die persoonsgerichte benadering niet verloren gaat tijdens de coschappen in de master. We werken daarbij nauw samen met de PAR van de Radboudumc Health Academy. Tot slot hebben we volop input geleverd tijdens strategiedagen en werksessies waar het ging over het toekomstbestendige model voor organisatie en besturing. We hebben er ook voor gepleit dat een PAR-lid actief gaat meehelpen bij de ontwikkeling van dat model. Met succes, in 2020 trad een van onze leden toe tot het Regieteam dat zich hiermee bezighoudt.'

3 Op welk vraagstuk hebben jullie de meeste impact gehad?

'Een mooi voorbeeld vind ik de bijeenkomst die wij in december 2019 organiseerden voor leden van decentrale afdelingsadviesraden van het Radboudumc. De voorzitter van de Raad van Bestuur gaf daarbij uitleg over het toekomstbestendige model voor organisatie en bestuur en de leden hebben daar tijdens een interactieve sessie met grote betrokkenheid waardevolle input op geleverd. Belangrijke patiëntwaarden zijn daarna meegenomen door het Regieteam, dat in 2020 verder gaat met het model, denk aan: het gezien worden als mens met context, continuïteit van zorg, betrokkenheid van patiënten op alle niveaus, goede communicatie en eigen regie.'

4 Wat verwacht je van 2020 voor de PAR?

'De PAR levert in 2020 een aantal position papers op waarin de zienswijzen en adviezen van de PAR staan verwoord over voor de patiënt belangrijke thema’s, die ik hierboven benoemde. Daarnaast gaan we in 2020 werken met een PatiëntEffectRapportage. Dat betekent dat we beleids- en projectvoorstellen van het Radboudumc langs een meetlat gaan houden: ‘wat betekent dit voor patiënten en is de patiënt erbij betrokken’. Daardoor wordt ingezoomd op aspecten die voor patiënten van belang zijn. Als mensen een voorstel voor advies aan ons willen voorleggen, vragen we ze voortaan om in de tekst een paragraaf te wijden aan de effecten voor de patiënt en op welke manier met patiënten over het voorstel wordt gecommuniceerd. Natuurlijk blijven we ook in 2020 afdelingen stimuleren om patiënten te betrekken bij zorg, onderwijs en onderzoek. Dat leidt ongetwijfeld tot uitbreiding van het aantal afdelingsadviesraden.'

NB. In dit interview is niet de verwachte impact van de coronacrisis in 2020 meegenomen.


Vijf vragen aan Ewoud van Dijk

Ewoud is voorzitter van het Stafconvent, dat gevraagd en ongevraagd advies uitbrengt aan de Raad van Bestuur. Wat waren de belangrijkste bespreekpunten in 2019? lees meer

Vijf vragen aan Ewoud van Dijk

Onze medisch specialisten en daaraan gelijkgestelde beroepsbeoefenaren zijn vertegenwoordigd in het Stafconvent. Het geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de Raad van Bestuur. Wat waren de belangrijkste bespreekpunten in 2019? Neuroloog Ewoud van Dijk is voorzitter van ons Stafconvent. Hij blikt terug op 2019.

1. Hoe kijk je terug op 2019? Waar was je trots op?

'Ik ben er trots op dat we in 2019 kritisch naar onszelf hebben gekeken. Het bestuur van het Stafconvent heeft zichzelf de vraag gesteld welke rol we hebben in het Radboudumc in relatie tot de Raad van Bestuur. En: hoe kunnen we zo effectief mogelijk onze rol spelen? We merkten namelijk dat we vaak gevraagd werden om een advies te geven op een voorgenomen besluit van de Raad van Bestuur, maar dat er weinig ruimte was om impact te hebben met ons advies. Dat kwam door het lange voortraject en de tijdsdruk die daarop volgde. Ook zagen we dat er zeer veel projecten parallel gestart werden. In 2019 heeft ons bestuur hierover gesproken met de Raad van Bestuur. We hebben aangegeven eerder betrokken te willen worden als de Raad van Bestuur besluiten neemt over onderwerpen die onze medisch specialisten direct raken. Denk dan bijvoorbeeld aan kwaliteit en veiligheid, de manier van zorg verlenen, ondersteuning van zorgprocessen, of keuzes die we maken in de zorg. Dat gesprek was goed en heeft geholpen: we hebben nieuwe afspraken gemaakt met de Raad van Bestuur en die zijn in 2019 reglementair vastgelegd. Daarnaast hebben we afgesproken om met een jaaragenda te gaan werken voor enkele grote projecten. Dat is nodig om beter overzicht te hebben over het grote aantal projecten dat tegelijkertijd loopt.'

2. Welk verbeterpunt neem je mee?

'De nieuwe afspraken betekenen dat het Stafconvent meer aan de voorkant betrokken is bij het beleid van het Radboudumc. Dat is mooi, maar heeft een gevolg waar we als bestuur aandacht voor moeten hebben de komende tijd: als we hoger willen reiken, moeten we ook dieper wortelen. Dat betekent dat de verbinding met onze achterban extra belangrijk is. Willen we meer te zeggen hebben, dan zullen we steviger het geluid bij onze achterban moeten ophalen. Daarvoor hebben we voor 2020 binnen het bestuur Stafconvent zogenoemde 'aandachtsvelders' benoemd. Dat zijn collega's die ieder een aantal afdelingen toegewezen hebben gekregen. Zij gaan in 2020 die afdelingen actiever benaderen dan voorheen.'

3. Waar hebben jullie het onder andere over gehad in 2019?

'Vele onderwerpen komen voorbij in een jaar. In 2019 hebben we het onder andere gehad over zaken die kwaliteit en veiligheid raken, over het maken van keuzes in de zorg en veranderingen in besturing en organisatie, over duurzame inzetbaarheid van zorgprofessionals en het inrichten en doorvoeren van een methode om je handelen als medisch specialist, Spoedeisende Hulp arts of klinisch chemicus te evalueren en te verbeteren (IFMS). Ook hebben we het veel gehad over bouw- en ICT-zaken en over de verbinding en samenwerken met partners in de regio.'

4. Op welk vraagstuk heeft het Stafconvent de meeste impact gehad?

'In 2019 hebben we in het Radboudumc de eerste stappen gezet naar een toekomstbestendig model voor organisatie en besturing. Het bestuur van het Stafconvent heeft daar een uitvoerige reactie en adviezen op gegeven. We hadden zorgen over de inhoud van de eerste ideeën, maar ook over het proces zelf. We vonden  informatie die we erover kregen incompleet en de betrokkenheid van professionals beperkt. Het deed me goed dat de Raad van Bestuur hiernaar luisterde en de moed toonde om medio 2019 het proces anders in te richten met meer tijd en ruimte voor het primaire proces en professionals.'

5. Wat verwacht je van 2020?

'Het Stafconvent zal zich in 2020 bezighouden met bekende én nieuwe onderwerpen. Kwaliteit en veiligheid, organisatie en besturing, de nieuwbouw en ICT bijvoorbeeld. Ook zullen HR-onderwerpen als leiderschap, IFMS, en de duurzame inzetbaarheid van collega's op de agenda blijven staan. Net als natuurlijk de financiën, doeltmatigheid, persoonsgerichte zorg en innovatie. We pakken die onderwerpen proactief op. We zijn betrokken en waar nodig vasthoudend. We zullen dus ook de verbinding met onze achterban verbeteren. In 2020 zullen de aandachtsvelders daarvoor in nauw contact moeten zijn met de afdelingen en vakgroepen. Ook gaan we bekijken hoe we de verbinding met de afdelingsleiding kunnen verbeteren. We gaan nog intensiever dan we deden optrekken met de Verpleegkundnige Adviesraad (VAR) door het organiseren van gezamenlijke themabijeenkomsten. Belangrijk aandachtspunt bij dit alles is: focus. Zo kunnen we de relatie met en de herkenbaarheid voor onze leden behouden.'

NB. In dit interview is niet de verwachte impact van de coronacrisis in 2020 meegenomen.


Vier vragen aan Dorine Swinkels

De UMC-Raad bewaakt en bevordert de kwaliteit en het beleid van onderzoek, onderwijs en opleiding. Voorzitter Dorine Swinkels blikt terug op 2019. lees meer

Vier vragen aan Dorine Swinkels

De UMC-Raad is een advies- en medezeggenschapsorgaan van het Radboudumc en telt 26 leden. De UMC-Raad bewaakt en bevordert kwaliteit en beleid van onderzoek, onderwijs en opleiding. Daarover wisselt de UMC-Raad van gedachten met bijvoorbeeld de Raad van Bestuur, beleidsmedewerkers van het Radboudumc en Radboud Universiteit, de Universitaire Gezamenlijke Vergadering en de rector magnificus. Voorzitter (en deels vicevoorzitter) Dorine Swinkels blikt terug op 2019.

1 Hoe kijk je terug op 2019?

'Bijzonder trots ben ik op de inbreng van de UMC-Raad bij de SEP-evaluatie (Standard Evaluation Protocol) van de onderzoeksinstituten RIHS en RIMLS. In de loop van 2019 is het definitieve assessment report van de evaluatiecommissie, bestaande uit internationale, gerenommeerde wetenschappers, ontvangen. Er is een plan van aanpak geformuleerd door de onderzoeksthema’s en instituten. De UMC-Raad heeft adequaat en tijdig de juiste toevoegingen kunnen voorstellen. Ook ben ik trots op de evaluatie van de UMC-Raad. Deze is uitgevoerd door Kevin Kuster, een masterstudent Bestuurskunde van de Radboud Universiteit. Zijn rapport geeft uitstekende handvatten voor verbetering aan onze UMC-Raad en de Raad van Bestuur. De verbeterpunten gaan bijvoorbeeld over de transparantie binnen het Radboudumc, de zichtbaarheid van de UMC-Raad en de communicatie in de voorbereiding vanuit het ondersteunende bureau van de decaan. De realisatie van de adviezen uit de evaluatie moeten we op een duidelijke manier monitoren; dat is een aandachtspunt.'

2 Waar hebben jullie het onder andere over gehad in 2019?

'Al jaren neemt het aantal adviezen dat de UMC-Raad aanbiedt toe. Ook in 2019 kwamen veel onderwerpen aan bod waarbij de input vanuit de UMC-Raad een wenselijke toevoeging bleek. Bijvoorbeeld: het rapport van de SEP-evaluatie, de wetenschappelijke vorming in de opleidingen Geneeskunde, Tandheelkunde en Biomedische Wetenschappen, het rapport van Kevin Kuster over de evaluatie van de UMC-Raad, en de toestemming die geïnformeerde patiënten geven (informed consent) voor het gebruik van lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek (restmateriaal). Ook adviseerde de UMC-Raad over hoogleraarposities en bijzondere leeropdrachten, waarbij de UMC-Raad zich in het bijzonder heeft gebogen over het proces om meer vrouwelijke hoogleraren te benoemen.'

3 Op welk vraagstuk hebben jullie de meeste impact gehad?

'Lastig, want we hebben veel invloed gehad op verschillende onderzoeksvraagstukken. Maar ik denk dat we de meeste impact hebben gehad op de benoemingsprocedures van hoogleraren. Deze procedures zijn noodzakelijke stappen waarmee we in het Radboudumc komen tot de benoeming van een hoogleraar. Dan heb je het over het maken van structuurrapporten waarin de functie van de (kern)hoogleraar staat omschreven, de onderbouwingen voor de overige hoogleraarbenoemingen, het verloop van de benoemingsprocedures en het maken van het benoemingsadviesrapport. In dat rapport staat het advies tot voordracht van een hoogleraar en diens leeropdracht of bijzondere leeropdracht. Het proces van de benoemingsprocedures verloopt al jarenlang niet gedegen. De kwaliteit van de structuurrapporten, onderbouwingen en de benoemingsadviesrapporten die ons worden aangereikt zijn niet optimaal. Dat wil zeggen dat ze meer dan eens onvolledig, weinig gestructureerd, eenzijdig op één kerntaak ingestoken zijn, of inconsequenties bevatten. Daarnaast is het nog veel winst te behalen in transparantie van het hooglerarenplan, vermindering van het aandeel gesloten procedures, snelheid van procedures en persoonsgerichtheid. Hierdoor is de efficiëntie van het hele proces laag, loop het Radboudumc het risico om top kandidaten mis te lopen en vormt zich ongewenst een weinig divers hooglerarencorps. De UMC-Raad heeft hierover veel kritiek geuit. We hebben bij de Raad van Bestuur aangedrongen op een consequente jaarlijkse evaluatie en een plan van aanpak om tot verbetering te komen. En dat heeft geholpen: het verbetertraject is in oktober 2019 van start gegaan.'

4 Wat verwacht je van 2020?

'In 2020 gaat de UMC-Raad proactief meedenken en een kritisch klankbord zijn op strategische onderwerpen die focussen op ons onderzoek en onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan het toekomstbestendig model voor besturing en organisatie, de verdeling van de eerste geldstroom voor onderzoek (de rijksbijdrage), de verbetering van processen rondom benoemingsprocedures van (met name de vrouwelijke) hoogleraren, de verdeling van (extra toegekende) onderwijsgelden, internationalisatie van onderzoek en onderwijs en de ontvlechting van de Radboud Universiteit en Radboudumc. We blijven in 2020 flexibel, slagvaardig en creatief. We houden nauw contact met studenten en onderzoekers. We moderniseren en vergroten de effectiviteit en efficiëntie van onze adviesfunctie. Dat doen we onder andere door samen met de andere medezeggenschapsorganen de toekomstscenario’s voor medezeggenschap te verkennen. Ook willen we op concrete onderwerpen nóg meer gaan samenweken met andere faculteiten van de Radboud Universiteit en andere universiteiten. We gaan ook bekijken hoe we onze zichtbaarheid in het Radboudumc kunnen verbeteren, en hoe we met online platforms op een andere manier kunnen gaan samenwerken.'

NB. In dit interview is niet de verwachte impact van de coronacrisis in 2020 meegenomen.

  • Medewerkers
  • Intranet