Over de Radboud Biobank
De Radboud Biobank is een voorziening van het Radboudumc voor het verzamelen, opslaan en beheren van lichaamsmateriaal en gegevens van patiënten. Op die manier maken we wetenschappelijk onderzoek mogelijk en daarmee verbeteren we de gezondheidszorg voor toekomstige patiënten. lees meerOver de Radboud Biobank
De Radboud Biobank is een voorziening van het Radboudumc voor het verzamelen, opslaan en beheren van lichaamsmateriaal en gegevens van patiënten. Op die manier maken we wetenschappelijk onderzoek mogelijk en daarmee verbeteren we de gezondheidszorg voor toekomstige patiënten. Wetenschappelijke onderzoekers gebruiken het lichaamsmateriaal en gegevens, enkel na toestemming van de medisch-ethische commissie, om meer kennis te verkrijgen over de risicofactoren, de ontstaanswijze en de behandeling van ziekten. Deze kennis kan helpen om betere diagnoses te stellen, ziektebeelden beter te behandelen of zelfs te voorkomen.
Lees meer algemene informatie over de biobank van het Radboudumc
Heeft u een vraag?
Mail uw vraag en telefoonnummer, zodat we via e-mail ofwel telefoon contact met u op kunnen nemen om uw vraag te beantwoorden. e-mail deelbiobank OogheelkundeWat is het doel van deelbiobank Oogheelkunde?
Het doel van de Radboud deelbiobank Oogheelkunde is inzicht te krijgen in factoren die bijdragen aan het ontstaan van verschillende oogziekten. Biomateriaal, zoals bloed en glasvocht, kunnen worden gebruikt om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. lees meerWat houdt deelname in?
Om oogaandoeningen beter te kunnen bestuderen, hebben wij nu en in de toekomst gegevens uit uw medisch dossier nodig, zoals bijvoorbeeld gegevens over uw behandeling. lees meerWat houdt deelname in?
1. Toestemming om uw medische gegevens op te vragen en te gebruiken
Om oogaandoeningen beter te kunnen bestuderen, hebben wij nu en in de toekomst gegevens uit uw medisch dossier nodig, zoals bijvoorbeeld gegevens over uw behandeling. Uw gegevens worden altijd gecodeerd voordat ze mogen worden verstrekt aan degene die de gegevens wil gebruiken voor een wetenschappelijk onderzoek. Op die manier zorgen we ervoor dat de onderzoeker uw identiteit niet te weten komt.2. Toestemming voor gebruik van restweefsel
Tijdens uw bezoek aan het ziekenhuis worden mogelijk ook bloed, biopten en weefsel bij u afgenomen voor diagnose of bij een behandeling. Het materiaal kan bijvoorbeeld afkomstig zijn van een operatie die al bij u is verricht of nog zal worden verricht. Een gedeelte van dit materiaal wordt (in sommige gevallen) gebruikt om een diagnose te kunnen stellen. Het overgebleven materiaal noemen wij restweefsel. Dit willen wij, met uw toestemming, bewaren en gebruiken voor dit onderzoek. Denkt u hierbij aan oogweefsel, oogkamerwater of glasvocht wat tijdens een eventuele operatie verwijderd zou worden, en nuttig kan zijn voor het onderzoek.3. Toestemming om extra lichaamsmateriaal bij u af te nemen en om extra foto’s (medische beeldvorming) van het oog en de rest van het visuele systeem te maken
Bloed. Voor een goede diagnose en/of behandeling wordt gewoonlijk bloed bij u afgenomen. Wij willen u vragen om extra bloed af te staan. Tijdens de bloedafname worden enkele extra buisjes bloed van ongeveer 10 ml, met een maximum van 8 buisjes, afgenomen voor de deelbiobank Oogheelkunde. Dit is een kleine hoeveelheid, waarvan u geen lichamelijke klachten zult ondervinden.Niet-invasieve medische beeldvorming van het oog. In het kader van de reguliere zorg van uw aandoening wordt er vaak uitgebreide beeldvorming gemaakt van het oog. Voor onderzoek kan het soms nodig zijn om extra medische beeldvorming van het oog te maken, buiten de reguliere oogzorg. De beeldvormende technieken die gebruikt worden zijn niet-invasief en geven geen extra risico.
Niet-invasieve medische beeldvorming van het visuele systeem. Niet alleen de ogen spelen een rol in het goed kunnen waarnemen van beelden (visuele informatie). Visuele informatie wordt via het oog doorgegeven aan bepaalde gebieden in de hersenen en aldaar verwerkt. De weg die de visuele informatie aflegt van de ogen tot en met de hersenen noemen we het visuele systeem. Soms wordt in het kader van de reguliere zorg van uw aandoening beeldvorming gemaakt van het visuele systeem. Voor wetenschappelijk onderzoek kan het nodig zijn om extra beeldvorming te maken van het visuele systeem, buiten de reguliere zorg om. Voorbeeld van een dergelijk onderzoek is functionele MRI. De beeldvormende technieken die gebruikt worden zijn niet-invasief en van verwaarloosbaar risico en minimale last.
4. Toestemming om u aanvullende vragen te stellen door middel van vragenlijsten
Epidemiologisch onderzoek dat gaat over de ontstaansgeschiedenis van oog aandoeningen houdt rekening met allerlei factoren, ook die uit de omgeving komen. Bepaald gedrag of levensstijl, evenals bepaalde keuzes in het dieet en andere gewoontes zoals roken kunnen van invloed zijn op het ontstaan van ziekte of hoe de ziekte reageert op de behandeling. Daarom zouden we u ook graag aanvullende vragen stellen die niet direct in uw medisch dossier zijn te vinden. De vragen die we u stellen hebben we voorafgaand aan een ethische commissie voorgelegd. U bent niet verplicht om te antwoorden op bepaalde vragen, u hoeft daarvoor ook geen redenen op te geven.5. Toestemming om u ook in de toekomst te benaderen
Er kan in de toekomst ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek aanleiding zijn tot het uitvoeren van extra of aanvullend onderzoek waarvoor meer gegevens nodig zijn dan wij van u hebben. Ook kan het gebeuren dat het lichaamsmateriaal dat van u wordt bewaard op raakt en u geen patiënt meer bent in dit ziekenhuis. Daarom vragen wij u toestemming om u ook in de toekomst te mogen benaderen voor het verzamelen van extra gegevens of lichaamsmateriaal. Als u hiervoor toestemming geeft, kunt u altijd weigeren om extra gegevens te verstrekken en/of lichaamsmateriaal af te laten nemen als wij u daarvoor benaderen.Onderzoeken in samenwerking met de deelbiobank Oogheelkunde
-
Als we de risicofactoren en ontstaanswijze van een netvliesloslating beter begrijpen, dan kunnen we het risico voor een individuele patiënt beter inschatten.
lees meer
Onderzoek naar de (genetische) oorzaken van netvliesloslatingen
Wetenschappelijk onderzoek naar netvliesloslatingen
Een scheurtje in het netvlies kan een netvliesloslating veroorzaken. Als het netvlies loslaat, kunt u plotseling een donkere wazige vlek/schil zien aan de buitenkant van uw gezichtsveld. Deze zogenaamde ‘gezichtsveld uitval’ kan in enkele dagen steeds groter worden. Hieraan voorafgaand kunt u ‘troebelingen’ hebben gezien en/of lichtflitsen hebben waargenomen. Bij een netvliesloslating is behandeling noodzakelijk om het zicht te herstellen.
Leeftijd, bijziendheid en het ondergaan zijn van een staaroperatie vormen de voornaamste risicofactoren op het ontstaan van een netvliesloslating. Er zijn ook genetische factoren die een rol spelen; deze zijn echter nog lang niet allemaal bekend. Op dit moment wordt er onderzoek uitgevoerd naar de (genetische) oorzaken van een netvliesloslating in het Radboudumc. Het doel van het onderzoek is om meer kennis te vergaren over de risicofactoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van een netvliesloslating. Als we de risicofactoren en ontstaanswijze van een netvliesloslating beter begrijpen, dan kunnen we het risico voor een individuele patiënt beter inschatten. In de toekomst hopen we hiermee beter te kunnen bepalen welke patiënten een hoog risico hebben op netvliesloslating. Mogelijk kunnen deze patiënten preventief behandelend worden zodat we een netvliesloslating kunnen voorkomen.Over het onderzoek
Om dit onderzoek mogelijk te maken werkt de afdeling Oogheelkunde van het Radboudumc samen met de deelbiobank Oogheelkunde van het Radboudumc. De deelbiobank Oogheelkunde beheert patiëntgegevens en materiaal van patiënten die toestemming hebben gegeven voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek. Dit kan vervolgens worden gebruikt in wetenschappelijk onderzoek dat is goedgekeurd door een medisch ethische commissie. Om onderzoek naar genetische oorzaken te kunnen uitvoeren is onder andere bloed nodig van mensen die een netvliesloslating hebben gehad. Tijdens een oogoperatie voor de behandeling van een netvliesloslating wordt glasvocht vaak verwijderd uit het oog. Dit verwijderde glasvocht noemt men restmateriaal en wordt normaliter weggegooid. Indien u, in het kader van reguliere zorg, een oogoperatie ondergaat én deelneemt aan de deelbiobank Oogheelkunde willen wij dit restmateriaal graag opslaan. Daarnaast worden vragenlijsten gebruikt waarin onder andere wordt gevraagd naar andere lichamelijke aandoeningen. Met deze informatie hopen we het ontstaan van een netvliesloslating beter te begrijpen.
Contact
Mocht u meer willen weten over dit onderzoek dan kunt u contact opnemen met arts-onderzoeker drs. B.M. Govers. Dit kan door een e-mail te sturen naar het volgende e-mail adres: birgit.govers@radboudumc.nl
-
Wij zoeken patiënten met leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) en personen zonder LMD (controlegroep).
lees meer
Wat zijn de voor- en nadelen van deelname?
U heeft zelf geen onmiddellijk voordeel van deelname aan de deelbiobank Oogheelkunde. Aangezien het om wetenschappelijk onderzoek gaat, kunnen er geen individuele conclusies worden getrokken uit bijvoorbeeld bepaalde markers in uw bloed. lees meerWat zijn de voor- en nadelen van deelname?
U heeft zelf geen onmiddellijk voordeel van deelname aan de deelbiobank Oogheelkunde. Aangezien het om wetenschappelijk onderzoek gaat, kunnen er geen individuele conclusies worden getrokken uit bijvoorbeeld bepaalde markers in uw bloed. Eventuele bevindingen zeggen dan enkel iets over de groep en niet over u als individu. U krijgt daarom geen persoonlijke uitslag. Wel kan toekomstig onderzoek nuttige gegevens opleveren voor mensen die aan dezelfde aandoening lijden. U krijgt geen informatie over de aard van de onderzoeken waarvoor uw lichaamsmateriaal en medische gegevens worden gebruikt.Bij sommige wetenschappelijke onderzoekstechnieken kan er in uw erfelijk materiaal of op de gemaakte beeldvorming iets worden gevonden dat niets te maken heeft met ‘uw aandoening’. Genen waarvan we op dit moment weten dat ze een verband hebben met een ernstige aandoening, zoals bijvoorbeeld kanker, worden ‘afgedekt’ tijdens het genetische onderzoek. Met andere woorden, hier wordt niet naar gekeken en deze genen kunnen daarom niet worden gevonden tijdens genetisch onderzoek. Er bestaat een kans dat we in de toekomst per toeval (omdat we er niet naar op zoek zijn), nieuwe genen ontdekken die verband hebben met een ernstige aandoening. Dit noemen we een nevenbevinding. De kans is zeer klein dat we een nevenbevinding vinden maar we kunnen het niet geheel uitsluiten.
De medische beeldvorming wordt gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en wordt niet standaard beoordeeld door een oogarts of radioloog. Deelnemers mogen er daarom niet op vertrouwen dat het allemaal goed is in het geval er geen nevenbevinding worden teruggekoppeld naar aanleiding van de gemaakte beeldvorming.
Indien u of uw kinderen, broers of zussen een reële kans hebben op het krijgen van een ernstige aandoening (bijvoorbeeld kanker) waartegen zinvolle medische maatregelen mogelijk zijn wordt er vanuit het Radboudumc contact met u opgenomen.
Kennis van een nevenbevinding heeft het volgende voordeel. Er kunnen tijdig medische maatregelen worden genomen. Hierdoor kan het krijgen van de aandoening misschien worden voorkomen of de kans erop worden verkleind. Of kan ervoor worden gezorgd dat de aandoening pas later zal optreden of in minder ernstige mate.
Aan de kennis van een nevenbevinding kunnen echter ook nadelen verbonden zijn. Het kan psychisch belastend zijn te weten welke gezondheidsproblemen men in de toekomst kan krijgen.
Kennis van een nevenbevinding betekent verder dat uw familieleden via u te weten kunnen komen dat zij misschien ook een erfelijke aanleg voor de betreffende aandoening hebben. Hieraan kunnen voor uw familieleden dezelfde voor- en nadelen verbonden zijn.
Uw lichaamsmateriaal en medische beeldvorming worden voor onbepaalde tijd bewaard. Daarom is het mogelijk dat er in uw lichaamsmateriaal een nevenbevinding aan het licht komt, nadat u overleden bent. Wij zullen uw familieleden over een nevenbevinding informeren, als hiervoor een zwaarwegende reden is. U kunt op de toestemmingsverklaring aangeven, als u wilt dat een bepaald familielid bij voorkeur wordt geïnformeerd. Wij gaan ervan uit dat de persoon of personen die u op de toestemmingsverklaring noemt, hiervan op de hoogte is/zijn.