Uitleg BIA voor professionals
Een Bio-elektrische Impedantie Analyse (BIA) is een meting waarbij wij uw vetmassa en vetvrije massa kunnen bepalen.
lees meerUitleg BIA voor professionals
-
Schatten van de lichaamssamenstelling (vetvrije massa en vetmassa) op basis van een Bio-Elektrische Impedantie (BIA) meting.
Figuur 1 SF-BIA meting
Figuur 2 BIA-frequenties en intra- en extracellulair water
-
De Bio-elektrische Impedantie Analyse (BIA) is een dubbel-indirecte niet-invasieve methode die wordt gebruikt om de lichaamssamenstelling te schatten. Bij de BIA wordt de impedantie (samengesteld uit de weerstand (resistance) en schijnweerstand (reactance)) gemeten van een wisselstoom die door een lichaam wordt gestuurd. Deze methode is gebaseerd op het principe dat verschillende weefsels een andere weerstand hebben. Weefsels met veel lichaamswater zoals het bloed en de spieren hebben een lage weerstand en bot- en vetweefsel hebben een hoge weerstand. Bij de BIA wordt eerst de lichaamsweerstand gemeten en vervolgens wordt de gemeten weerstand vertaald naar lichaamssamenstellingswaardes met behulp van populatie specifieke formules waarvan de impedantie, lengte, gewicht, geslacht en leeftijd onderdeel zijn. Deze formules zijn ontwikkeld bij gezonde individuen en ze zijn gevalideerd tegen een indirecte referentie methode bijvoorbeeld DXA, BODPOD of CT. Er bestaan verschillende BIA-methodes.
-
Meest toegepast is de single-frequency (SF) BIA. Dit apparaat is het goedkoopst, draagbaar en wordt meestal gemeten m.b.v. electroden aan een zijde van het lichaam (zie figuur 1). De meting wordt gedaan bij één frequentie van 50 kHz. Bij deze methode kan geen onderscheid gemaakt worden tussen intracellulair water (ICW) en extracellulair water (ECW). De SF BIA is dan ook niet geschikt voor patiënten met een afwijkende hydratiestatus. Met behulp van BIVA kan met SF BIA wel beoordeeld worden hoe deze hydratiestatus is. Zie voor meer informatie de SF BIA SOP.
-
Bij een multi-frequency (MF) BIA-meting wordt de impedantie bij meerdere frequenties gemeten (5 tot 1000 kHz). Indien de frequentie laag is, gaat de stroom om de celmembranen heen door het ECW en bij een hogere frequenties gaat de stroom door de celmembranen en daarmee door zowel intra- als het extracellulair water (zie figuur 2). Veel MF-BIA’s meten beide zijden van het lichaam m.b.v. 8 punten waardoor het mogelijk is om segmentale analyses te doen. Zie voor meer informatie de SOP van een MF BIA Inbody s10.
-
Bij BIS wordt de impedantie bij een reeks van frequenties (meestal 50 frequenties) gemeten en worden de data toegepast op het Cole-Cole model. Deze methode geeft weerstandwaarden voor ICW en ECW. Deze waarden worden gebruikt om vochtcompartimenten te berekenen gebaseerd op regressievergelijkingen. Tevens kan gebruik worden gemaakt van vergelijkingen gebaseerd op natuurkundige wetten, de mixture vergelijkingen. Voor meer informatie zie de SOP van de BCM; dit is een BIS speciaal ontwikkeld voor de nierfalen populatie.
-
De BIVA is een aanvulling op de reguliere impedantiebepaling. Met behulp van BIA wordt de weerstand (R) en de schijnweerstand (Xc) bepaald aan de rechterzijde van het lichaam op 50 kHz. Vervolgens wordt met behulp van software een vector berekend van R/lengte en Xc/lengte. Dit wordt in een BIVA-nomogram als punt weergegeven (zie figuur 3). In het BIVA-nomogram zijn drie ellipsen zichtbaar die corresponderen met het 50ste, 75ste en 95ste vectorpercentiel van een gezonde geslacht en leeftijdsafhankelijke referentiepopulatie.
De nagenoeg verticale as, ofwel de lengteas, geeft de hydratiestatus weer. De nagenoeg horizontale as, ofwel de breedte-as, geeft de Body Cel Massa (BCM) weer. Voor meer informatie zie BIVA-hoofdstuk in de SF BIA SOP.
Figuur 3 BIVA-nomogram
-
Fasehoek wordt berekend als arctan (reactance / resistance) x (180 / π). De Fasehoek lijkt een maat voor de integriteit van de celmembraan, cel functie en hoeveelheid vetvrije massa te zijn. Een lage fasehoek is gecorreleerd met hogere morbiditeit en mortaliteit. De fasehoek is meestal tussen de 5 en de 7 en atleten kunnen zelfs waarden van rond de 9 hebben. Voor meer informatie zie de SF BIA SOP.
-
De meting is relatief goedkoop, niet-invasief en in sommige gevallen is het BIA-apparaat draagbaar. Het geeft inzicht in lichaamssamenstelling en waterstatus en dit kan over de tijd vervolgd worden. Hierdoor geeft het waardevolle informatie in de diagnostiek van de voedingstoestand (ondervoeding en sarcopenie), voor het monitoren van veranderingen in de lichaamssamenstelling tijdens voedingsinterventie en kan worden gebruikt als variabele in de berekening van de eiwitbehoefte. De fasehoek wordt gemeten bij een BIA. Dit heeft een relatie met voedingstoestand, kwaliteit van leven, opnameduur en mortaliteit. Andere methodes voor het meten van de lichaamssamenstelling hebben deze fasehoek niet.
-
BIA is een dubbel-indirecte methode gebaseerd op aannames en een statistische verband tussen de gemeten waarde (impedantie) en de lichaamssamenstelling. De BIA is hierdoor minder betrouwbaar dan indirecte methoden voor meten lichaamssamenstelling zoals DEXA, BODPOD of CT. Verschillen tussen diverse BIA-apparaten kunnen oplopen tot 20% en het gebruikte algoritme heeft hier de meeste invloed op. De grote van de cilinder heeft invloed op de meting waardoor de romp maar 10% van de totale lichaamsweerstand weergeeft. Veranderingen in lichaamssamenstelling van de romp zijn hierdoor slecht op te pikken. Er zijn veel factoren van invloed op de lichaamsimpedantie zoals positie, beweging voorafgaand aan de meting, temperatuur, juiste lengte en gewichtsmeting, hoelang iemand ligt voor de meting, plaatsing van de electroden, metaal in of tegen het lichaam, implantaten, infuus, menstruatie en de vochtbalans. Bij het gebruik van de BIA moet zoveel mogelijk gestandaardiseerd gewerkt worden om deze invloeden te minimaliseren. Bij interpretatie van BIA-data moet rekening gehouden worden met de impressie van de meting. Zolang onder gestandaardiseerde omstandigheden wordt gemeten is de BIA betrouwbaar genoeg om de patiënt met zichzelf te vergelijken over de tijd.
-
Voor een betrouwbare meting adviseert het NAP minimaal een liggende 4-punts SF-BIA meting met elektroden. De BIA moet kalibreerbaar zijn en ruwe waarden van resistance en reactance moeten beschikbaar zijn. Verder is het praktisch als de SF-BIA op batterijen werkt, compact en draagbaar is. Voor beoordeling van de hydratiestatus is BIVA aan te bevelen. Bij doelgroepen met bekende afwijkende hydratiestatus zoals nierfalen en hartfalen zijn MF-BIA of BIS meer geschikt. Voor meer informatie zie de consumentengids.
Patiënten brochure Bio-elektrische Impedantie Analyse (BIA)
Bekijk voor meer informatie de patiënten brochure.
lees meerNuchter meten niet nodig
Korzilius et al. concludeert dat eten single-frequency BIA metingen beïnvloedt, maar deze verschillen in vetvrije massa blijven voor de meeste deelnemers onder klinische relevantie bij gebruik van een gestandaardiseerd ontbijt.
lees meerNuchter meten niet nodig
De huidige ESPEN richtlijn adviseert om BIA-metingen uit te voeren in een nuchtere toestand van ten minste 2 uur in een klinische setting en 8 uur in een onderzoek setting. Omdat het niet wenselijk is om patiënten met ondervoeding of sarcopenie te vragen om te vasten en er geen goede literatuur is die de strategie in de richtlijn ondersteunt, was het onderzoek erop gericht om de invloed van ontbijt op BIA-metingen te beoordelen. Korzilius et al. concludeert dat eten single-frequency BIA metingen beïnvloedt, maar deze verschillen in vetvrije massa blijven voor de meeste deelnemers onder klinische relevantie bij gebruik van een gestandaardiseerd ontbijt. Daarom suggereert het huidige onderzoek dat nuchter een BIA-meting uitvoeren niet nodig is.
Publicatie
BIA kan veilig met een pacemaker (CIED)
Veel fabrikanten van BIA-apparatuur hebben een pacemaker als contra-indicatie vermeld in hun handleiding omdat ze bang zijn voor storingen. Theoretisch is het niet waarschijnlijk dat een elektrische stroom van 5-1000 kHz met de pacemaker interfereert.
lees meerBIA kan veilig met een pacemaker (CIED)
Veel fabrikanten van BIA-apparatuur hebben een pacemaker (=cardiac implantable electronic devices = CIED) als contra-indicatie vermeld in hun handleiding omdat ze bang zijn voor storingen van het CIED. Theoretisch is het niet waarschijnlijk dat een elektrische stroom van 5-1000 kHz met het CIED interfereert omdat:
- Deze hoge frequenties ver af liggen van de cardiale frequentie (20 Hz).
- Er zijn band doorlaatfilters ingebouwd om de hoogfrequente stromen te verzwakken.
In samenwerking met het Nutritional Assessment Platform en de Nederlandse Werkgroep Cardiologie Diëtisten en met ondersteuning van Assistant Professor Cardiac Devices Dominic Theuns van het Erasmusmc hebben we literatuuronderzoek gedaan. Daar hebben we Nederlandse data van 4 dialyse en 10 hartfalen patiënten aan toegevoegd die zijn gemeten met de BCM® van Fresenius. Deze BIS is de enige BIA op de Nederlandse markt die geen contra indicatie aan geeft voor CIED*.
We hebben 7 studies gevonden en samen met onze BCM-data betreft het 674 BIA metingen met wisselende frequenties en bij geen van deze metingen is interferentie of storing van het CIED opgetreden (zie tabel 1).
Hieruit kunnen we concluderen dat BIA veilig is bij een CIED en dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat aanhouden van de contra-indicatie voor BIA bij een CIED rechtvaardigt.
*BCM geeft aan dat er wel een contra-indicatie voor een BIA-meting bestaat als er een zeldzame combinatie is van onderstaande 4 voorwaarden:
- De patiënt moet een unipolaire pacemaker hebben (moderne pacemakers zijn allemaal polaire pacemakers);
- De patiënt moet lijden aan massale cardiale decompensatie;
- De patiënt moet volledig afhankelijk zijn van de pacemaker zodat het missen van een enkele harstlag leidt tot hartstilstand;
- De gevoeligheidsdrempels van de pacemakers moeten zeer laag zijn.
Tabel 1 Resultaten literatuuronderzoek BIA en CIED
Author year |
n= |
Frequencies (kHz) |
BIA device |
Results |
Buch 2012 |
20 |
5, 50, and 500 |
InBody 520 |
Geen interferentie of storing |
Meyer 2017 |
63 |
5, 50, and 100 |
Nutriguard MS |
Geen interferentie of storing |
Garlini 2020 |
43 |
50 |
Biodynamics 450 |
Geen interferentie of storing |
Chabin 2018 |
200 |
5, 50 and 100 |
Nutriguard MS |
Geen interferentie of storing |
Schotman 2021 |
55 |
50 |
Akern 101 |
Geen interferentie of storing |
Roehrich 2020 |
217 |
5, 50 and 100 |
Not mentioned |
Geen interferentie of storing |
Wellington Pinto 2017 |
62 |
50 |
Biodynamics 450 |
Geen interferentie of storing |
Zweers 2023 |
14 |
5-1000 |
BCM Fresenius |
Geen interferentie of storing |
Total |
674 |
Geen interferentie of storing |