Neven­activiteiten

  • Lid van de landelijke coördinatiecommissie voor de mbo-opleidingen tot proefdierverzorger en biotechnicus (1963-1986).
  • Lid van de commissie van de Centrale Raad voor de Volksgezondheid ten behoeve van de voorbereiding van de Wet op de dierproeven (1967-1969).
  • Lid van de Onderzoekcommissie van de subfaculteit Geneeskunde, Nijmegen (1975-1987).
  • National member van de International Committee on Laboratory Animal Science (ICLAS, 1976-1982).
  • Voorzitter congrescommissie van het Europese wetenschappelijke ICLAS-congres te Utrecht (1978-1979).
  • Voorzitter van de Proefdierkundige Federatie (1979-1984) en in die functie mede-initiatiefnemer voor de oprichting van een ordinariaat Proefdierkunde binnen de Faculteit der Diergeneeskunde. 
  • Voorzitter van de commissie Opleidingsprogramma Proefdierkundigen volgens art. 14 Wet op de dierproeven (1982-1986).
  • Lid van de ministeriële adviescommissie inzake Nationale Proefdiervoorziening (1983-1984).
  • Extern deskundige bij de Beleidsgroep reorganisatie Centraal Proefdieren Bedrijf Erasmus Universiteit (1983-1984).
  • Adviseur van het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Utrecht inzake de structuur van het op te richten Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium (1984-1986).
  • Lid van het subfaculteitsbestuur van de Faculteit der Geneeskunde van de Radboud Universiteit (1985-1987).
  • Voorzitter van de reorganisatiecommissie Gemeenschappelijk Diereninstituut Amsterdam (1986-1989). 
  • Lid en voorzitter van de studierichtingscommissie Gezondheidswetenschappen Nijmegen (1988-1992).
Personen Wim van der Gulden

Willem Josephus Ignatius van der Gulden

  • Geboren: 29 juli 1929 (Venlo)
  • Benoeming: 1988-1992 (bijzonder hoogleraar)


Loopbaan Wim van der Gulden

1957 Universiteit Utrecht

Na zijn opleiding Diergeneeskunde vervulde Van der Gulden de militaire dienstplicht als reserve tweede luitenant in Kampen (1955-1956). Daarna werkte hij als wetenschappelijk ambtenaar op de afdeling Veterinaire Pathologie van de Universiteit Utrecht (1957-1961, hoofd: prof. dr. J.H. ten Thije). Daarbij participeerde hij in beide taken van het instituut: diagnostiek en onderwijs. Zo verjongde hij de onderwijsmethodiek bij het practicum histopathologie.

1961 Adjunct-directeur Centraal Dierenlaboratorium

In 1961 werd Van der Gulden adjunct-directeur van het Centraal Dierenlaboratorium van het Radboudumc (1961-1974, directeur: dr. M.J. Dobbelaar). In die functie was hij nauw betrokken bij het ontwikkelen van het nieuwe vakgebied proefdierkunde. In het bijzonder richtte hij zich op de diagnostiek en preventie van infecties. Hij deed onder andere onderzoek naar de voortplantingsbiologie en verspreidingswijze van een darmparasiet bij ratten. Sinds 1965 werd er een open informatiebeleid gevoerd naar (proef)dierbeschermers en andere belangstellenden; daartoe schreef hij enkele brochures. Van der Gulden leidde de mbo-cursussen proefdierverzorger en biotechnicus en ontwikkelde hiervoor de lesstof.

1974 Hoofd Centraal Dierenlaboratorium

Van 1974 tot 1990 was Van der Gulden hoofd van het Centraal Dierenlaboratorium. Hij had daarbij speciale aandacht voor de ontwikkelingen die de Wet op de dierproeven eisten. Daarover informeerde hij regelmatig alle vakgroepen van de Radboud Universiteit die gebruik maakten van proefdieren en overlegde over de consequenties. Met de onderzoekers van het Radboudumc besprak hij voor de aanvang van hun dierexperimenten onder andere wat de mogelijkheden waren van alternatieven, hoe het aantal dieren beperkt kon worden en hoe ze pijn en ander ongemak bij proefdieren konden voorkomen.

Van der Gulden zette zich in voor de wetenschappelijke scholing van dierexperimentele onderzoekers en van biologen en dierenartsen die binnen instellingen het welzijn van proefdieren moesten bewaken

1988 Bijzonder hoogleraar

In 1988 werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar op voordracht van de Stichting Dier en Maatschappij. Bij deze leerstoel werden ondergebracht: de module Proefdierkunde van de opleiding Gezondheidswetenschappen, het voorzitterschap van de opleiding Gezondheidswetenschappen, de adviesgroep Opleiding en beoordeling art. 14 functionarissen en enkele werkgroepen die richtlijnen opstelden rondom de huisvesting van proefdieren. 

Van der Gulden was medeauteur en eindredacteur van het handboek Proefdierkunde (uitgave van de Proefdierkundige Federatie, 1972, tweede druk met mw. drs. F.G.C. Buttinger-Harmsen 1981), dat in 1975 werd uitgegeven als Versuchstiere und Tierversuche (Gesellschaft  für Versuchstierkunde, Basel). Ook initieerde en redigeerde hij met J.M. van Gaalen het boekwerkje Ontwikkeling van de Proefdierkunde in Nederland (Stichting Proefdierkundige Informatie, 1997).

Hij heeft 49 publicaties op zijn naam en begeleidde één promotie.


Onder­scheidingen

  • erelid van de Nederlandse Vereniging voor Proefdierkunde (1990)
  • erelid van de Biotechnische Vereniging (1990)
  • Gedenkpenning Katholieke Universiteit in brons (1986)

Leeropdracht

Proefdierkunde

Opleiding

  • Middelbare school (St. Thomascollege, Venlo) 1941-1942
  • Middelbare school (Bonifaciuslyceum, Utrecht) 1942-1947
  • Middelbare school (Carmellyceum, Oldenzaal) 1947-1948
  • Universiteit (Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht) 1948-1955
  • Promotie (Universiteit Utrecht) 1960
  • Medewerkers
  • Intranet