Wim Moonen
- Geboren: 3 september 1919 (Sint Oedenrode)
- Overleden: 16 november 1996 (Sint Michielsgestel)
- Benoeming: 1965
- Emeritaat: 1985
Loopbaan Wim Moonen
1950 Lyon
Wim Moonen werd in 1919 in Sint Oedenrode geboren als zoon van een horlogemaker. Na een universitaire studie in Leiden werd hij arts en vervolgens chirurg. In Nederland was de urologie toen nog een nieuwe richting in de geneeskunde waar nog geen opleiding voor was. Daarom ging Moonen naar Lyon, Parijs en Boston waar de urologie toen al wel in opkomst was
1952 's-Hertogenbosch
In april 1952 werd Moonen benoemd tot uroloog in het Groot Ziekengasthuis in ’s-Hertogenbosch. Zijn specialiteit lag op het terrein van de behandeling van incontinentie en op dat van de neurogene blaasproblematiek. In ’s-Hertogenbosch ontwikkelde hij een Topreferentie Centrum voor heel Nederland. Daarna volgde in 1965 zijn benoeming tot buitengewoon hoogleraar urologie aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Hiermee was hij de eerste hoogleraar urologie in Nederland. Vanaf dat moment combineerde hij zijn praktijk in ’s-Hertogenbosch met het hoogleraarschap in Nijmegen.
1973 Nijmegen
Vanaf 1973 werd Moonen in Nijmegen bijgestaan door een fulltime uroloog als chef de clinique. Vanaf 1982 werkte hij fulltime als uroloog in Nijmegen, waar hij in 1986 met emeritaat ging. Moonen kan worden gezien als de oprichter van een leerschool. Een hele generatie urologen leerde werken en denken volgens zijn voorbeeld. Hij was een stille, erudiete man met belangstelling voor de geschiedenis van de urologie. Hij publiceerde belangrijke artikelen over incontinentie, urinedeviaties en vesicovaginale fistels en leidde de eerste niertransplantaties in Nederland. In binnen- en buitenland genoot hij grote bekendheid.
Moonen was iemand die niet op de voorgrond trad. Liever ging hij een persoonlijk gesprek aan met patiënten waarbij hij goed kon luisteren. Dat leidde vaak tot een oplossing. Naast het gewone spreekuur hield hij een speciaal spreekuur voor moeilijke gevallen. Hij nam daarbij de tijd voor zijn patiënten. Hoewel hij natuurlijk niet iedereen kon genezen, leidde de persoonlijke aandacht, humor en het relativeringsvermogen tot opluchting en tevredenheid. Afstandelijkheid- en autoriteitsgevoelens kende Moonen niet; daarom mochten patiënten hem zelfs thuis bellen.
Er zijn meer dan 140 publicaties en voordrachten van zijn hand verschenen. Een dertigtal assistenten zijn door hem opgeleid en er zijn een tiental promovendi onder hem gepromoveerd. Na zijn overlijden in 1996 werd door de Nederlandse Vereniging voor Urologie de Professor Moonen Prijs ingesteld voor het beste wetenschappelijke onderzoek in de urologie.
Nevenactiviteiten
- Gedurende zijn emeritaat hield Wim Moonen zich vooral bezig met kunst en paarden.
Onderscheidingen
- Erelid van de Nederlandse en Belgische Vereniging voor Urologie
- Ridder in de Orde van het H. Graf van Jeruzalem
- Officier in de Orde van Oranje-Nassau
Leeropdracht
UrologieOpleiding
- 1931-1937 Middelbare school (Gymnasium, Sint Janscollege, ’s Hertogenbosch)
- 1937-1945 Universiteit (Geneeskunde, Universiteit van Amsterdam)
- 1945-1950 Specialisatie chirurgie te Leiden, (opleider prof. dr. W.F. Suermondt)
- 1948 Promotie (Rijksuniversiteit Leiden) Promotor: prof. dr. W.F. Suermondt
- Titel proefschrift: Urogenitale tuberculose
- 1950-1951 Specialisatie urologie in Lyon (prof. dr. J. Cibert), Parijs (prof. dr. R. Couvelaire), in Amsterdam (dr. J. Weijtland en F.W.A. Baron van Asbeck) en in Boston (prof. W.F. Leadbetter)