Loopbaan
Urbain van Haelst
1962
Nijmegen
Na zijn specialisatie werd Urbain van Haelst benoemd tot staflid van de afdeling Pathologie (1962). Vijf jaar later volgde zijn promotie (1967). Daarna was hij visiting assistant professor aan de afdeling Anatomy-Electronmicroscopy van het Columbia University Presbyterian Hospital in New York (1967-1968; dr. S. Luse), met steun van een stipendiaat van de Niels-Stensen Stichting.
1978
Verenigde Staten
In 1978 was hij opnieuw voor een stage van telkens één maand verbonden aan de volgende drie instituten in de Verenigde Staten: het Armed Forces Institute of Pathology in Washington DC (dr. F. Enzinger en dr. S. Weiss), de North Western University in Chicago (dr. H. Battifora) en het Columbia University Presbyterian Hospital in New York (dr. R. Lattes).
1980
Nijmegen
In 1972 werd Van Haelst benoemd tot lector Pathologische Anatomie. In 1980 werd dit lectoraat omgezet in een professoraat. Specifieke aandachtsgebieden van Van Haelst voor de pathologische anatomie diagnostiek waren: het maag-darmstelsel, de lever, huidziekten, weke-delen tumoren, obducties en ultrastructurele pathologie. Deze ultrastructurele pathologie vond aanvankelijk plaats in het centraal laboratorium voor Electronen Microscopie (prof. A.M. Stadhouders) en later in het eigen Electronen Microscopie laboratorium van het Pathologische Anatomie Instituut.
Afhankelijk van het curriculum gaf Van Haelst hoorcolleges over de pathologie van de longen en bovenste luchtwegen, endocrinologie, maag-darmstelsel, pancreas en lever. Dezelfde onderwerpen kwamen aan de orde in zijn praktisch onderwijs. Daarnaast gaf hij colleges Medische Biologie met praktisch onderwijs en colleges Beeld- en Signaalvormende Technieken. Ook was hij opleider van arts-assistenten en voerde hij klinische besprekingen met de afdelingen Kindergeneeskunde, Huidziekten, Gastro-enterologie en Kaakchirurgie.
2006
België
Van Haelst was copromotor van zeven promovendi. Daarnaast leverde hij bijdragen aan het onderdeel Pathologische Anatomie van de proefschriften van 35 promovendi. Hij was (co)auteur van 180 artikelen, posters en abstracts. Na zijn emeritaat werkte hij nog bijna 3 jaar in deeltijd. In 2006 keerde hij terug naar België.