Theo van Rens

Loopbaan Theo van Rens

1957 Tilburg

Tijdens zijn studie Geneeskunde werkte Theo van Rens als assistent op de afdeling Anatomie (hoofd: prof. dr. W.A. Mijsberg) van het UMC Utrecht. Zijn deelopleiding Algemene Heelkunde startte hij in 1957 in het Tilburgse Elisabeth Ziekenhuis (hoofd: prof. dr. E.J. Moeys). In 1963 verkreeg hij een studiebeurs om orthopedische centra te bezoeken in Wrightington en Londen (UK).

1964 Nijmegen

Van 1964-1965 was Van Rens chef de clinique Orthopedie van het Radboudumc (hoofd: prof. G.M. San Giorgi). Daarna vestigde hij zich in Amsterdam, waar hij in het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis een orthopedische praktijk opbouwde en werd opleider aldaar in 1969.

1972 Nijmegen

Drie jaar later volgde zijn benoeming tot hoogleraar in Nijmegen. Hier bouwde hij een moderne universiteitskliniek op, gericht op stafvorming, goed geoutilleerde operatiekamers en multidisciplinaire samenwerkingsverbanden met onder andere het Centrale Dierenlaboratorium, de afdeling Traumatologie, de Technische Universiteiten van Eindhoven en Twente en het Medisch Centrum Dekkerswald.In de ontwikkeling van zijn leerlingen stond de opleiding tot algemeen orthopedisch chirurg voorop. Hierbij stonden diagnostiek en behandeling centraal, ook voor de complicaties. Van Rens gaf zijn stafleden de gelegenheid om aandachtsvelden te initiëren of uit te breiden: kinderorthopedie, scoliose en wervelkolomchirurgie, reumachirurgie, implantaatchirurgie en revisiechirurgie, kniebandplastieken, oncologie en arthroscopische chirurgie. Van Rens stond aan de wieg van het Orthopedisch Researchlaboratorium en zorgde ervoor dat het praktische vakgebied een wetenschappelijke basis verkreeg. Het laboratorium ondersteunde divers klinisch onderzoek en leidde tot verschillende proefschriften. Van Rens begeleidde zelf 10 proefschriften.

Speciale aandacht had Van Rens voor wervelkolomafwijkingen, pathologie van de knie en behandeling van bot- en gewrichtsinfecties. Ook richtte hij zijn klinische en wetenschappelijk werk op kruisbandplastieken en de voorste lumbale spondylodesen. Zijn kennis droeg hij uit in vele voordrachten en publicaties. Samen met zijn Canadese collega-orthopeed Bob Jackson organiseerde hij jaarlijks arthroscopiecursussen in Nijmegen.

Neven­activiteiten

• Bestuurslid van het Revalidatie Instituut Muiderpoort.
• Lid van de Kruisinfectiewerkgroep van het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis Amsterdam.
• Redactielid van Archivum Chirurgicum Neerlandicum.
• Lid van de Orthopedic Travelling Club Journal Bone Surgery (SICOT).
• Voorzitter van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (1983-1984).
• Redacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
• Redacteur van The Netherlands Journal of Surgery.
• Lid van de Wetenschappelijke Commissie van Sportgeneeskunde.
• Referent van de Acta Orthopaedica Scandinavica.
• Medeoprichter van de European Society of Arthroscopy and Arthroscopic Surgery of the Knee.
• Lid van het bestuur van de International Arthroscopic Association.
• Redactielid van de eerste uitgave van het Nederlands Leerboek der Orthopaedie (BOHN STAFLEU van LOGHUM) en het leerboek Letsels van het Steun en Bewegingsapparaat (BOHN STAFLEU van LOGHUM).
• Hoofdredacteur van Het Leerboek Orthopaedie, Ziekten en Letsels van het Steun en Bewegingsapparaat (BOHN STAFLEU van LOGHUM).