Sjef Prick
- Geboren: 21 april 1909 (Maastricht)
- Overleden: 22 juli 1978 (Kekerdom)
- Benoeming: 1954
Loopbaan
1927 Amsterdam
Tijdens de studie Geneeskunde werkte Sjef Prick mee in het histologisch laboratorium van prof. G.C. Heringa. Ook verzorgde hij practica microscopische anatomie van het zenuwstelsel onder leiding van prof. C.U. Ariens Kappers, directeur van het Centraal Herseninstituut (Amsterdam). Na zijn artsexamen ging Prick werken op de Kliniek voor Inwendige ziekten (prof. dr. I. Snapper). Vervolgens kreeg hij een opleidingsplaats in de Kliniek voor Neurologie van het Wilhelmina Gasthuis (prof. Bernard Brouwer). Later werkte hij op de afdeling Psychiatrie (prof. dr. K.H. Bouman).
1938 Nijmegen
In 1938 vroeg de Nijmeegse universiteit Prick om mee te denken over uitbreiding van de universiteit. Dit leidde er onder andere toe dat Prick in 1940 werd benoemd tot hoofd van de Neurologisch-Psychiatrische Kliniek van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (Nijmegen). Vlak daarna brak de Tweede Wereldoorlog uit, die de nieuwbouwplannen vertraagde. Prick werkte daardoor in een klein psychiatriepaviljoen. Voor zijn neurologische patiënten werd op het landgoed Brakkenstein een villa gehuurd die tot in de vijftiger jaren is gebruikt.
1941 Nijmegen
In 1941 werd Prick benoemd tot privaatdocent Psychopathologie bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. In 1945 werd hij buitengewoon hoogleraar bij de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte om onderwijs te geven over het zenuwstelsel, psychopathologie en klinische psychologie. De medische faculteit werd in 1951 opgericht. Drie jaar later werd Prick hier gewoon hoogleraar Neurologie en Psychiatrie (1954). In datzelfde jaar werd hij benoemd tot hoogleraar Neurofysiologie en Psychopathologie bij de faculteit der Sociale Wetenschappen. In 1972 splitste zijn klinische afdeling in een afdeling Neurologie en een afdeling Psychiatrie. Daardoor werd zijn leeropdracht in de medische faculteit gewijzigd in Neurologie, Neurofysiologie en Psychopathologie.
1974 Nijmegen
In 1974 opende het nieuwgebouwde Instituut voor Neurologie, mede dankzij de inzet van Prick. Hier kwamen patiëntenzorg, onderwijs in de neurologie en onderzoek in de neurologische wetenschappen tot bloei. De belangrijkste onderzoeksgebieden van Prick lagen op het gebied van hysterie vanuit oorlogspsychosomatosen, kinderverlamming, antropologische neurologie en dementie. In Rome sprak hij bij het Vaticaan over lobotomie. Prick heeft 24 promovendi begeleid. Raakte het vakgebied van de neurologie en psychiatrie aan ethische kwesties, dan werd Prick vaak gevraagd om hierover uitspraken te doen, meestal in de vorm van een publicatie. Van zijn hand verschenen ruim 240 publicaties.
In verband met zijn aanstaande emeritaat werkte Prick in 1978 aan zijn afscheidcollege, dat voor mei 1979 gepland stond. Hij overleed echter onverwacht op 22 juli 1978.
Nevenactiviteiten
- Actieve rol binnen de landelijke organisatie van zenuwartsen en (na 1974) binnen de Nederlandse Vereniging voor Neurologie. Onder andere rondom de opleiding van zenuwartsen, neurologen en psychiaters
- Eerste vertegenwoordiger van de beroepsgroep die in het kader van de Specialisten Registratie Commissie als voorzitter van het Concilium Neuropsychiatricum fungeerde (1945 en 1946)
- Lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (1964)
- Prick was vlinderverzamelaar; de vlindercollectie die hij opbouwde, lag in het Natuur Historisch Museum
- Daarnaast publiceerde hij over de orchideeën in de Maasvallei in natuurhistorische tijdschriften
- Ook was hij een fervent visser
Leeropdracht
Neurologie en PsychiatrieOpleiding
- 1921-1927 Middelbare school (Stedelijk Gymnasium, Maastricht)
- 1927-1934 Universiteit (Geneeskunde, Universiteit van Amsterdam)
- 1935-1938 Specialisatie zenuw- en zielsziekten (Wilhelmina Gasthuis Amsterdam) Opleiders: prof. dr. B. Brouwer en prof. dr. K.H. Bouman
- 1938 Promotie (Universiteit van Amsterdam) Promotor: prof. dr. B. Brouwer
- Titel proefschrift: Pontine pseudobulbair paralyse bij pseudoxanthoma elasticum. Een klinische en anatomische studie.