Loopbaan
Rune Rolland
1975
Nijmegen
Rune Rolland begon als vrouwenarts op de afdeling Obstetrie en Gynaecologie van het Radboudumc. Zijn opdracht was leiding geven aan en verder uitbouwen van de sectie reproductieve endocrinologie en kinderloosheid. Het onderzoek hierbij richtte zich op de interactie tussen het hormoon prolactine en de functie van de geslachtsklieren, eisprongstoornissen, de functie van de baarmoederhals, endometriose en astenozoospermie bij de man, en later het effect van orale contraceptiva (‘de pil’) op de vetstofwisseling.
1987
Nijmegen
De sectie bood in Nederland toegestane vormen van hulp bij kinderloosheid aan, waaronder KID (kunstmatige inseminatiedonor). Ook trof de sectie voorbereidingen om in-vitrofertilisatie (IVF) uit te voeren. In 1987 kwam deze behandeling tot stand, mede dankzij subsidie van de ziekenfondsraad. De mogelijkheid om KID aan te blijven bieden is vanwege bezwaren tégen deze behandeling, binnen het Radboudumc gestopt en elders ondergebracht om de toegezegde belofte aan patiënten na te kunnen komen.
1990
Nijmegen
Rolland was betrokken bij het onderwijs van de afdeling aan studenten en coassistenten en bij het opleiden van arts-assistenten. Daar hoorde ook het verzorgen van tentamens en het afnemen van artsexamens bij. Hij maakte van 1981 tot 1985 deel uit van het bestuur van de Medische Faculteit, de laatste twee jaar als vicedecaan.
In 1984 werd hij hoofd van de afdeling Gynaecologie in het Radboudumc. Van 1987 tot 1989 was hij lid van het Directoraat Klinieken. Vanaf 1990 tot 1993 was hij hoofd van het instituut van Obstetrie en Gynaecologie.
Onder zijn leiding is binnen de afdeling veel onderzoek gedaan, met als resultaat 222 publicaties in referententijdschriften, 139 abstracts en 69 gastlezingen. Hij trad bij 22 promoties op als (co)promotor. In 1996 nam hij op eigen initiatief afscheid als hoogleraar.