Loopbaan
Roland Holland
1973
Boedapest
Na zijn specialisatie als patholoog was Roland Holland tot 1973 staflid en later plaatsvervangend hoofd van de afdeling Pathologie van het Peterfy Ziekenhuis in Boedapest (Hongarije). Zijn politieke neutraliteit (geen lid van de communistische partij) was volgens de afdeling personeelszaken niet verenigbaar met zijn hoge positie en hij dreigde zijn baan te verliezen.
1977
Nijmegen
Hij verliet het land en gaf zich op voor een driejarig werkproject in Port Harcourt (Nigeria) om daar een pathologielaboratorium te vestigen. Een officiële uitzending door de overheid was de enige mogelijkheid het land met familie te verlaten. Hij wilde naar de VS emigreren. Hij werkte als huisarts bij verschillende internationale bedrijven, onder andere voor een Nederlands bedrijf. Hij werd overgehaald om in plaats van de VS naar Nederland te emigreren en werd geïntroduceerd op de afdeling Pathologie (hoofd: prof. dr. P. Schillings) van het Radboudumc. In 1977 begon hij als staflid en patholoog voor het Kinderoncologiecentrum van de afdeling Kindergeneeskunde (hoofd: prof. dr. B. Schretlen).
1986
Nijmegen
Daarnaast zette hij samen met radioloog dr. J. Hendriks en de afdeling Epidemiologie (hoofd: prof. dr. A. Verbeek) het Nijmeegse pilot mammografisch screeningproject op voor de vroege opsporing van borstkanker. Dit was het eerste screeningsonderzoek voor borstkanker in Europa, en vormde de basis van het nationale programma dat in 1988 startte.
In 1986 werd hij universitair hoofddocent tumorpathologie. In 1988 werd hij directeur van het Nationale Expert en Training Centrum voor Borstkanker Screening (LRCB) bij het Radboudumc, met als taken het opleiden van radiologen en laboranten voor de medische en fysisch-technische kwaliteitsbewaking van het screeningsprogramma.
1998
Nijmegen
In 1998 volgde zijn benoeming tot bijzonder hoogleraar vanwege de Stichting Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek op Borstkanker.Hij schreef ruim 100 wetenschappelijke publicaties, voornamelijk over de tumorverspreiding in de borst en de mogelijkheid van borstsparende behandeling, en de radiologische en pathologische correlatie van borstafwijkingen. Hij begeleidde meer dan 20 promovendi.