Loopbaan
Rob Sengers
1975
Nijmegen
Rob Sengers heeft zich in zijn wetenschappelijke loopbaan vooral bezig gehouden met onderzoek en behandeling van patiënten met erfelijke stofwisselingsstoornissen en met name met stoornissen in de functie van de mitochondriën. Vele publicaties zijn hierover verschenen. In 1975 publiceerde hij over een patiënt met een onbekend ziektebeeld. Dit staat nu in de literatuur bekend als het Sengers’ Syndroom en is voor een belangrijk deel ontsluierd. Hij werd in 1974 Staflid Kindergeneeskunde met aandachtsgebied erfelijke stofwisselingsziekten. Zijn benoeming tot Hoofd afdeling Kindergeneeskunde van het UMC St. Radboud volgde in 1991 (opvolger van prof. dr. G.B.A. Stoelinga). Sengers was eerste voorzitter van de PKU-begeleidingscommissie (1974-2004) en speelde daarmee een grote rol in verbetering van de diagnostiek en behandeling van patiënten met deze ziekte. Hij was ook actief lid van de betreffende patiëntenvereniging
1989
Nijmegen
Hij is, samen met prof. dr. L. Monnens en prof. dr. F. Trijbels, de grondlegger van het onderzoek naar stoornissen in de mitochondriële energievoorziening. Met de komst van prof. dr. J. Smeitink werd dit onderzoek voortgezet in het Nijmegen Center for Mitochondrial Diseases (NCMD), dat in Europa, maar ook elders in de wereld een toonaangevende rol speelt in het onderzoek en de behandeling van patiënten met mitochondriële afwijkingen. Vanuit dit centrum werd in 1989 in Nijmegen het eerste Europese Congres over Mitochondriële Ziekten georganiseerd, uitmondend in intensieve Europese samenwerking en het driejaarlijkse Euromit Congres. Hij was (co-)promotor bij 17 promoties.