Loopbaan
Rob Koene
1965
Nijmegen
Na zijn artsexamen vervulde Koene eerst zijn militaire dienstplicht. Hij begon als reserve-luitentant-arts bij de parate troepen in Seedorf aan de grens met Oost-Duitsland. Na een half jaar werd hij overgeplaatst naar het garnizoenshospitaal in Arnhem. In 1965 startte hij met de opleiding tot internist onder leiding van prof. dr. C.L.H. Majoor in het Sint Radboudziekenhuis te Nijmegen. Binnen dit kader werkte hij van juli 1969 tot juli 1970 als clinical and research fellow in het Massachusetts General Hospital in Boston. Daar deed hij laboratoriumonderzoek bij ingeteelde muizen in zijn eerste half jaar bij de Transplantation Unit (hoofd Paul Russell). Vervolgens werkte hij een half jaar in de patiëntenzorg in de Renal Unit (hoofd Alexander Leaf).
1972
Nijmegen
Na zijn terugkomst naar Nederland werd Koene in 1970 geregistreerd als internist. Daarna was hij staflid bij de afdeling Interne Geneeskunde (onderafdeling Nierziekten). In 1972 promoveerde hij op een serologische studie over de rol van antistoffen en complement bij de beschadiging van muizencellen.
Inmiddels kon hij ook zijn onderzoek bij ingeteelde muizen voortzetten in het Nijmeegs Centraal Dierenlaboratorium. In 1974 werd hij benoemd tot lector aan de Universiteit van Nijmegen met de leeropdracht Nierziekten. In 1980 volgde zijn benoeming tot hoogleraar. Na het overlijden van zijn voorganger Paul Wijdeveld in 1982 werd hij aangesteld als hoofd van de afdeling Nierziekten. Daarnaast was hij van 1992 tot 1999 voorzitter van het Cluster Interne Geneeskunde (CIS). Dit is een samenwerkingsverband van alle Interne Specialismen in het Radboudziekenhuis. Bij zijn emeritaat in 2001 gaf hij een afscheidscollege getiteld Wie het weet mag het zeggen.
De ruim 300 wetenschappelijke publicaties van Koene betreffen immunologisch gericht laboratoriumonderzoek, transplantatie-onderzoek met proefdieren en klinisch onderzoek in de patiëntenzorg. Hij heeft meer dan 25 promovendi begeleid.